Vredessite 'de nieuwe oorlog'
| de vredessite / midden-oosten 2010 |
Conclusie debatavond
Politiek naïef over Amerikaanse geopolitieke belangen
Verslag van het debat van 18 november 2010, geörganiseerd door de
Midden-Ooostenwerkgroep van GroenLinks
Terwijl Nederland op het punt staat een besluit te nemen over een
nieuwe missie naar Afghanistan, hield de Werkgroep Midden Oosten op 18
november met twee deskundigen een debatavond over de Amerikaanse
geopolitiek. Wat bleek is dat de kennis van politici hierover vaak
gering is. In de praktijk laten zij zich daardoor soms gemakkelijk voor
het Amerikaanse karretje spannen.
Twee dagen voor de oorlog tegen Irak, op 18 maart 2003, debatteerde de
Tweede Kamer over de politieke steun van de regering voor de
Amerikaanse invasie. Er waren al enkele debatten geweest over Irak (en
er zouden er nog vele volgen), maar dit was verreweg de belangrijkste.
Kort na middernacht, wanneer de discussie eindelijk werd afgerond,
waren ruim vijftig duizend woorden over de kwestie uitgewisseld. Er
werd voornamelijk gesproken over de juridische legitimering van de
oorlog en massavernietigingswapens.
Slechts één spreker, Jan Marijnissen van de SP, stond in drie zinnen
kort stil bij de mogelijkheid dat de oorlog om olie en geopolitieke
belangen gevoerd zal worden. Dat is omgerekend 0.1 procent van het
debat. Dat is vreemd, want er is weinig twijfel mogelijk dat wanneer
Irak hoofdzakelijk exporteur van sinaasappels was geweest, er nooit een
oorlog was uitgebroken.
Het Irak-debat is allerminst een uitzondering. Voor de huidige
discussies over een mogelijke oorlog tegen Iran en een nieuwe missie
naar Afghanistan geldt evenzeer dat geopolitieke belangen grotendeels
buiten beeld blijven. De debatten gaan over kernwapens, mensenrechten
en terrorisme, maar aan de grote olie- en gasvoorraden in Iran wordt
niet gerefereerd. Ook blijft de strategische ligging van Afghanistan
buiten beschouwing, evenals de Amerikaanse plannen voor een pijpleiding
door het land om de fossiele brandstoffen uit Centraal-Azië te
ontsluiten. Terrorisme is weliswaar de aanleiding voor de oorlog in
Afghanistan, maar toegang tot 'het zwarte goud' is de hoofdprijs.
Dat het politieke debat in Nederland vrijwel volledig voorbij gaat aan
de Amerikaanse geopolitieke belangen was voor de Werkgroep Midden
Oosten van GroenLinks aanleiding om een bijeenkomst te organiseren. We
vroegen ons af: hoe bepalend zijn de geopolitieke belangen voor de
Amerikaanse buitenlandse politiek? En, de meest prangende vraag, waarom
wordt hier vrijwel niet over gediscussieerd, ook niet door GroenLinks?
Voor een antwoord op deze vragen kwamen op 18 november twee sprekers,
Henk Overbeek (hoogleraar internationale betrekkingen aan de Vrije
Universiteit te Amsterdam) en Karel Koster (medewerker van het
wetenschappelijk bureau van de SP), naar het partijbureau van
GroenLinks. Graag hadden we ook buitenlandwoordvoerder van GroenLinks,
Mariko Peters, aan zien schuiven. Ze had ook toegezegd, maar moest
helaas alsnog verstek laten gaan. Andere GroenLinksers konden evenmin
komen of achtten zich niet deskundig genoeg over het onderwerp. De
werkgroep ervoer dit als een bevestiging van een vermoeden: is er
eigenlijk wel voldoende kennis over de materie binnen de partij?
Ondanks Peters' afwezigheid werd het een boeiende avond. Overbeek
besteedde in zijn bijdrage met name aandacht aan de rode draad door de
Amerikaanse buitenlandse politiek. Sinds de Tweede Wereldoorlog,
betoogde de hoogleraar, is het 'open deur imperialisme' het
belangrijkste uitgangspunt. De Verenigde Staten wil dat geen enkel land
de Amerikaanse bedrijven buiten de deur houdt. Gebeurt dit wel, dan
volgen staatsgrepen of militaire interventies.
Een andere opmerking van Overbeek oogstte nogal wat commotie. Uit een
studie blijkt dat in 1998, toen het parlement discussieerde over een
mogelijke militaire actie van de NAVO tegen Servië, slechts één
politicus de resoluties had bestudeerd op basis waarvan het debat in de
Tweede Kamer gevoerd werd. De twee uur daarvoor naar de Kamer gestuurde
brief beweerde ten onrechte dat er een juridische legitimering was voor
ingrijpen. Desondanks werd met een overweldigende meerderheid ingestemd
met een eventueel militair ingrijpen. Waren de politici hier naïef?
Koster, die het op veel punten met Overbeek eens was, sprak onder
andere over de mediaomgang met het onderwerp. Hij constateerde dat
politici vrijwel niet buiten de bandbreedte komen die journalisten in
hun berichtgeving bepalen. Ofwel, als journalisten niet schrijven over
pijpleidingen en olievoorraden als belangrijke doelen van de 'oorlog
tegen het terrorisme', dan is het voor politici haast niet mogelijk om
dat wel te doen. Er ligt hier dus ook een duidelijke taak voor
journalisten om een bredere focus te hanteren.
Over Afghanistan was Koster duidelijk. De gedachte dat we de Afghanen
'niet in de steek mogen laten' komt voort uit de westerse positie van
kolonisator en alle bemoeienissen met Afghanistan hebben slechts
desastreuze gevolgen voor de bevolking. Hij ziet dan ook geen heil in
een nieuwe missie naar het land. Volgens Koster kunnen enkel
hulporganisaties iets voor Afghanistan betekenen.
Aan het einde van de avond leek met name een conclusie onontkoombaar:
als politici meer kennis zouden hebben van deze geopolitieke context,
zouden Amerikaanse verzoeken tot steun aan buitenlandse interventies
zeer waarschijnlijk vaker worden afgewezen.
Jip van Dort
jip-van- dort.blogspot.com