Uw verzoek inzake het verloop van de verkiezingen in Rwanda en de
actuele situatie in het land
Kamerbrief aangaande Uw verzoek inzake het verloop van de verkiezingen in
Rwanda en de actuele situatie in het land
Kamerbrief | 6 december 2010
Geachte Voorzitter,
Met het oog op het Wetgevingsoverleg van 6 december aanstaande bieden
wij u hierbij graag onze reactie aan op het verzoek van de vaste
commissie voor Buitenlandse Zaken van 13 september 2010 met kenmerk
29237-124/2010D34467 om een visie van de regering op het verloop van de
verkiezingen en de actuele situatie in Rwanda. Tevens informeren wij u
over het besluit van de regering om geen algemene begrotingssteun te
verlenen aan Rwanda.
Algemeen
Rwanda heeft het afgelopen jaar opnieuw goede voortgang geboekt op
sociaal-economisch terrein, zo blijkt uit de recente Joint Review van
donoren en de Rwandese overheid van eind oktober. Ook diverse
internationale indexen bevestigen dit positieve beeld van Rwanda. De
Rwandese economie groeit; de inflatie is onder controle, corruptie
wordt bestreden en het investeringsklimaat is sterk verbeterd. Ook op
weg naar het behalen van de Millennium Development Goals worden
belangrijke stappen gezet, bijvoorbeeld op het terrein van onderwijs en
het terugdringen van moeder- en kindersterfte. De Rwandese overheid
heeft hiermee in opeenvolgende jaren bewezen op verantwoorde wijze om
te kunnen gaan met ontvangen hulpgelden.
Er is echter ook een keerzijde. Rond de presidentsverkiezingen van 9
augustus jl. heeft zich een aantal zorgelijke gebeurtenissen voorgedaan
op het gebied van de vrijheid van meningsuiting en politieke ruimte.
Daarnaast heeft een serie van gewelddadige incidenten de aanloop naar
de verkiezingen ontsierd. Het lijdt geen twijfel dat president Kagame
met een ruime meerderheid van stemmen is herkozen, maar deze
overwinning was overtuigender geweest als meer ruimte was geboden voor
daadwerkelijke oppositie. De komende tijd zal Nederland daarom aandacht
blijven vragen bij de Rwandese overheid voor het vergroten van de
politieke ruimte en het respecteren van de vrijheid van meningsuiting.
Het verloop van de presidentsverkiezingen
Op 9 augustus jl. vonden in Rwanda voor de tweede maal
presidentsverkiezingen plaats sinds de genocide in 1994. Bij een hoge
opkomst van 97,51% van de geregistreerde stemgerechtigden, bracht
93,08% van de kiezers zijn stem uit op de zittende president Paul
Kagame van het Rwandan Patriotic Front (RPF). Naast president Kagame
namen drie andere kandidaten deel aan de verkiezingen, te weten Prosper
Higiro van de Liberal Party (LP, 1,37%), Jean Damscene Ntawukuriryayo
van de Social Democratic Party (PSD, 5,15%) en Alvera Mukabaramba van
de Party of Peace and Concord (PPC, 0,40%). Twee nog in oprichting
verkerende politieke partijen, de Rwandan Democratic Green Party (RDGP)
en de United Democratic Forces- Inkingi (UDF) werden uiteindelijk niet
als partij geregistreerd en hun leiders, respectievelijk Frank Habineza
en Victoire Ingabire Umuhoza, konden niet deelnemen aan de
verkiezingen. Over de achtergrond hiervan is de Kamer in de brief van
30 juli jl. (Kamerstuk 29237, nr. 124) nader geïnformeerd.
In totaal hebben 1444 waarnemers van veertig organisaties de
verkiezingen geobserveerd, waarvan 239 buitenlandse waarnemers van
onder meer de Commonwealth Observer Group, de Afrikaanse Unie en de
EU-verkiezingsexpertmissie.Het algemene verloop van de verkiezingen is
door diverse waarnemers als positief beoordeeld. De verkiezingscampagne
in het land werd gedomineerd door de RPF. De verkiezingen als zodanig
waren adequaat georganiseerd en verliepen rustig.
Kritiek was er echter ook. Zo constateerden verschillende waarnemers,
waaronder de Commonwealth Observer Group, de EU-verkiezingsexperts en
individuele lidstaten als Nederland dat de consolidatiefase niet op
transparante wijze is verlopen. Hierbij worden op districtsniveau de
stemtotalen van de individuele stembureaus bijeengebracht en opgeteld.
De waarnemers konden daardoor niet instaan voor de wijze waarop de
einduitslag op nationaal niveau tot stand is gekomen. Volgens hun
waarnemingen zou president Kagame op lokaal niveau ruim meer dan de
officiële 93,08% hebben behaald. Daarnaast werden door de Commonwealth
Observer Group en de EU kanttekeningen geplaatst bij de mate van
mediavrijheid, vrijheid van vereniging en politieke participatie
gedurende het verkiezingstraject. Dat een aantal oppositiepartijen niet
aan de verkiezingen kon deelnemen, werd zorgelijk genoemd. Ook was
sprake van enkele gewelddadige incidenten in de aanloop naar de
verkiezingen.
De Nederlandse regering deelt deze kritiek. Het lijdt geen twijfel dat
president Kagame tijdens de verkiezingen van 9 augustus een overgrote
meerderheid van de stemmen heeft behaald. Ook heeft de Rwandese
regering de afgelopen periode een aantal positieve stappen gezet, zoals
de aanpassing van de nationale kieswet in lijn met de aanbevelingen van
de EU-verkiezingswaarnemingsmissie van 2008. Dat neemt echter niet weg
dat zich zorgwekkende gebeurtenissen hebben voorgedaan zoals hierboven
geschetst. Tegen deze achtergrond heeft Nederland het
co-voorzitterschap van de stuurgroep van het Basket Fund ter
ondersteuning van de Nationale Verkiezingscommissie (NEC) voortijdig
neergelegd.
De actuele situatie in Rwanda
Sociaal-economische vooruitgang
Van 20 t/m 22 oktober jl. hielden de Rwandese overheid en de relevante
donoren de jaarlijkse gezamenlijke Joint Review, die samenviel met een
missie van het IMF. Uit de Review bleek dat Rwanda op economisch gebied
substantiële vooruitgang heeft geboekt. De economische groei bedroeg
het afgelopen jaar 6,5%, terwijl de inflatie is teruggedrongen van 9,4%
vorig jaar naar 5% per juni 2010. In twee jaar tijd is Rwanda op de
`Doing Business'-ranglijst van de Wereldbank gestegen van plaats 139
naar plaats 58, en heeft daarmee het op drie na beste
investeringsklimaat van Afrika. Volgens Transparency International is
Rwanda inmiddels het op vijf na minst corrupte land in Afrika. Ook op
sociaal gebied boekt Rwanda resultaten. Op de onlangs in New York
gehouden top over de Millennium Development Goals werd Rwanda
onderscheiden voor de goede voortgang met betrekking tot de
vermindering van moeder- en kindsterfte. Ook is het percentage kinderen
dat de lagere school voltooit in één jaar tijd gestegen van 56% naar
76%, en voor meisjes zelfs naar 80%. Meer dan 90% van de Rwandese
bevolking beschikt inmiddels over een ziektekostenverzekering.
Politieke ontwikkelingen
In de beantwoording van de vragen van de leden Dijkhoff en El Fassed
(Kamervragen 2010-2011, 478 en 485) is reeds ingegaan op de arrestatie
op 14 oktober jl. van oppositieleidster Victoire Ingabire Umuhoza op
beschuldiging van medeplichtigheid aan terroristische activiteiten.
Mevrouw Ingabire Umuhoza verbleef voor haar terugkeer naar Rwanda
zestien jaar met haar man en kinderen met vluchtelingenstatus in
Nederland. Nederland volgt haar proces nauwlettend.
De noodzaak tot meer politieke ruimte komt uitgebreid aan de orde in de
politieke dialoog van de internationale gemeenschap met de Rwandese
overheid. Deze is niet zonder effect gebleven. Rwanda heeft
onafhankelijke buitenlandse deskundigen onderzoek laten verrichten naar
de wetgeving inzake genocide-ontkenning en divisionisme. Op basis
hiervan wordt momenteel de tekst van genoemde wetten herzien om de kans
op een te ruime interpretatie in de praktijk te beperken.
De Rwandese regering heeft daarnaast tijdens de Artikel 8 dialoog
tussen Rwanda en de EU op 2 november jl. toegezegd een onafhankelijke
"Rwanda Governance Board" op te richten, die verantwoordelijk wordt
voor de registratie van nieuwe politieke partijen. Tevens kondigde de
regering bij die gelegenheid aan een nationaal debat te zullen voeren
over persvrijheid, registratie van politieke partijen, censuur,
mensenrechten en de politieke ontwikkelingen sinds 2003. De dialoog zou
moeten gaan tussen overheid, het maatschappelijk middenveld, Rwandezen
in de diaspora en donoren.
In de beantwoording op de vragen van het lid Dijkhoff (Kamervragen
2010-2011, 476) is ingegaan op het verschijnen van het rapport van het
Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR) betreffende
ernstige mensenrechtenschendingen in de Democratische Republiek Congo
in de periode 1993 - 2003. Rwanda beschuldigt de samenstellers van
vooringenomenheid en heeft sterke kritiek geuit op de methodiek en
bevindingen van het rapport. Nederland verwelkomt het rapport als een
eerste stap naar erkenning van het leed van de slachtoffers en
vervolging van verdachten. Nederland pleit dan ook in EU- en VN-verband
voor het geven van een voortvarende opvolging samen met de betrokken
landen in de regio.
Algemene begrotingssteun
Nederland heeft Rwanda in 2008 algemene begrotingssteun toegezegd, maar
is niet overgegaan tot het daadwerkelijk verlenen van deze vorm van
steun in verband met de publicatie in december 2008 van het rapport van
de VN-expertgroep over de rol van Rwanda in het conflict in het oosten
van de DRC.
Ook is Nederland niet voornemens om algemene begrotingssteun aan Rwanda
te verlenen, omdat naar onze mening in Rwanda de vrijheid van
meningsuiting en de politieke ruimte nog onvoldoende gewaarborgd is om
het verstrekken van algemene begrotingssteun te rechtvaardigen. Zoals
medegedeeld aan de Kamer in de Basisbrief Ontwikkelingssamenwerking
wordt het beleid met betrekking tot algemene begrotingssteun herzien en
zal het gebruik van het instrument in algemene zin drastisch worden
verminderd.
De toekomst van de ontwikkelingsrelatie met Rwanda in brede zin is een
onderdeel van de huidige generieke beleidsafweging op het gebied van
ontwikkelingssamenwerking. De Kamer zal te zijner tijd schriftelijk
worden geïnformeerd over de uitkomsten hiervan.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. U. Rosenthal
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
Dr. B. Knapen
Ministerie van Buitenlandse Zaken