Rijksoverheid
Toespraak staatssecretaris De Krom bij de presentatie van het boek Bijzondere
werknemers - Verhalen uit de sociale werkvoorziening
Toespraak | 06-12-2010
Dames en heren,
Dank voor dit boek. Het ziet er prachtig uit. Vorige week heb ik de
voorpublicatie in de Volkskrant al gelezen. Daarin stonden de verhalen
van twee werknemers in de sociale werkvoorziening, Judi van Alphen en
Ronny Vermeulen. Natuurlijk zal ik het boek zelf ook met veel plezier
lezen. Ik heb dan ook graag de uitnodiging om vandaag dit boek in
ontvangst te nemen, aanvaard.
In mijn ervaring tot nu toe, valt mij op dat mensen in de sociale
werkvoorziening vaak heel gedreven en gemotiveerd zijn. Dat blijkt niet
alleen uit de voorpublicatie van het boek. Dat viel mij onlangs ook op
toen ik bij de AM Groep in Hoofddorp op werkbezoek was.
"Jammer genoeg", zegt mevrouw Jongerius in de aanbeveling van het boek,
"ervaren veel gehandicapte werknemers dat ze niet welkom zijn in gewone
bedrijven". Dat is meteen ook de verandering die we als kabinet
nastreven: uitgaan van wat mensen wèl kunnen, in plaats van wat mensen
niet kunnen. En dat gewoon gaan vinden. Dat is de inzet van de
hervorming van de bijstand, Wajong en WSW waar we aan werken. Dat gaan
we doen met organisaties die daar nauw bij betrokken zijn. Samen moeten
we ervoor zorgen dat mensen de plek krijgen die hen toekomt.
Daar ligt een taak voor ons allemaal. Ik roep vanaf deze plaats zowel
werknemers als werkgevers op om zich hard te maken voor meer banen voor
mensen met een arbeidsbeperking bij gewone werkgevers.
Vorige week is de Wajong-monitor verschenen. Daaruit blijkt dat
werkgevers het, ondanks de economische crisis, wel degelijk nuttig
vinden om mensen met een arbeidsbeperking aan te nemen. Ook daarom ben
ik er van overtuigd dat er veel meer mogelijkheden en kansen zijn dan
we vandaag benutten.
Aan de ene kant tonen werkgevers zo hun maatschappelijke
verantwoordelijkheid. Aan de andere kant moeten zij ook wel.
De beroepsbevolking gaat krimpen. De babyboomgeneratie van na de Tweede
Wereldoorlog gaat met pensioen. Volgend jaar krijgt een kwart miljoen
mensen voor het eerst AOW.
Dat levert veel vacatures op. Die moeten worden opgevuld. Ook met
mensen die nu een uitkering hebben. Ook met mensen met een
arbeidsbeperking. Al realiseer ik mij dat zoiets helaas niet voor
iedereen is weggelegd. Die mensen blijven we de bescherming bieden
waarop zij recht hebben, geen misverstand hierover.
Er is nog een reden om de bijstand, Wajong en WSW te hervormen. De
overheidsfinanciën zijn uit het lood geslagen, daar moet snel iets aan
worden gedaan. We zullen meer moeten doen met minder geld. Dat geldt
ook voor de sociale werkvoorziening. Voor die bezuinigingen heb ik
getekend. Daar loop ik niet voor weg. Ook vanmiddag niet. Die
maatregelen zijn noodzakelijk om het huishoudboekje van Nederland na de
crisis weer op orde te brengen. Dat lijkt misschien een ver van mijn
bed verhaal, maar daar hebben we straks allemaal baat bij.
Ik wil wel heel zorgvuldig met die bezuinigingen omgaan. Daarom is het
ook heel belangrijk om duidelijk te maken wat we wel en wat we niet
gaan doen.
Wat we niet gaan doen is aan de positie komen van de mensen die nu een
baan in de sociale werkvoorziening hebben. Zij worden niet herkeurd;
zij blijven gewoon de bescherming houden die ze nu hebben.
Wat we niet gaan doen is de WSW volledig afsluiten voor mensen die ook
in de toekomst beschut werk nodig hebben. Mensen met een indicatie voor
een beschutte werkplek houden toegang tot de WSW. Ook straks.
Wat we niet gaan doen is de positie van jongeren die volledig en
duurzaam arbeidsongeschikt zijn aantasten. Voor hen verandert er niets.
Hun uitkering blijft op het huidige niveau.
Ik hecht eraan om dit nadrukkelijk te zeggen, om te voorkomen dat er
verkeerde beelden of misverstanden ontstaan.
Maar ik vind wel dat er teveel mensen tussen aanhalingstekens gevangen
zitten in regelingen waar zij niet of nauwelijks uit komen. Terwijl zij
er wel degelijk uit zouden kunnen komen.
Een baan biedt immers kansen om je te ontplooien, om vooruit te komen,
om zoveel mogelijk op eigen benen te staan.
Dames en heren, ik ga zo afsluiten. Als het om de toekomst van de
sociale werkvoorziening, de bijstand en de Wajong gaat is er de komende
tijd veel werk te verzetten. De voornemens uit het regeerakkoord moeten
worden omgezet in concrete acties.
Op het ministerie van SZW is het programmateam Werken naar vermogen
daar inmiddels mee aan de slag. Maar we kunnen het zeker niet in ons
eentje doen. U kunt er op rekenen dat ik ook met u de komende tijd nog
vaak over dit onderwerp van gedachten zal wisselen.
Dank u wel.
Verantwoordelijk ministerie
* Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Zie ook
* Sociale werkvoorziening | Onderwerp | SZW
Voor vragen aan de Rijksoverheid bel Postbus51: 0800-8051