Rijksoverheid
6 december 2010
Beantwoording kamervragen MER!richtlijn Delta over tweede Kerncentrale in Borssele te bouwen
Hierbij zend ik u de antwoorden op de schriftelijke vragen gesteld door Commissie
van VROM over MER!richtlijnen tweede kerncentrale Borssele. Deze vragen
(kamerstuknummer 31510!41) werden ingezonden op 14 september 2010.
1
Waarom wordt Delta niet gevraagd ook te bewijzen dat afvalopslag op de lange
termijn gegarandeerd is?
Antwoord
Overeenkomstig het geldende radioactief afvalbeleid wordt het radioactief afval al
dan niet na eventuele bewerking aan COVRA overdragen. Het tarief dat COVRA in
rekening brengt is kostendekkend voor de bovengrondse opslag voor een periode
van ten minste 100 jaar en voor een voorziening voor eindberging. In de opslag
periode bij COVRA zal gezocht worden naar een verantwoorde vorm voor
langdurige opslag daarna. Op dit moment is de meest voor de handliggende vorm
voor eindberging ondergronds. Gezien dit kader is het niet nodig dat Delta in het
MER bewijs levert voor een garantie van afvalopslag op de lange termijn.
2
Waarom wordt Delta niet gevraagd de risico's van langdurige afvalopslag en de
milieugevolgen van een ongeluk bij de COVRA mee te nemen in de analyse?
Antwoord
De milieugevolgen van een ongeluk bij COVRA zijn destijds reeds onderzocht bij
de aanvraag voor een vergunning op basis van de Kernenergiewet door COVRA en
deze zullen opnieuw beschouwd worden indien een wijziging van de vergunning
van COVRA daar aanleiding voor geeft.
3
Delta stelt in de startnotitie dat een nieuw type kerncentrale flexibel genoeg is om
"load!following" op te treden en daardoor geen belemmering vormt voor de
ontwikkeling van variabele capaciteit. Waarom hoeft Delta deze stellingname niet
te onderbouwen?
Antwoord
Delta dient op basis van rapporten en cijfers de flexibiliteit van kerncentrales te
beschrijven en te analyseren welke milieueffecten gepaard gaan met het op! en
afregelen afhankelijk van de elektriciteitsvraag (load!following). Ook dient de
invloed van het op! en afregelen op de levensduur van de kerncentrale
beschreven te worden (zie paragraaf 4.2.3 richtlijnen).
Uit recent onderzoek (zie Kamerstukken 31209, nr 116) blijkt dat ook bij een
toenemend basislastvermogen veel duurzame energie inpasbaar is in de
elektriciteitsvoorziening. Een extra kerncentrale vormt daarom geen belemmering
voor de ontwikkeling van variabele duurzame capaciteit.
4
Waarom wordt Delta niet gevraagd uitgebreid te onderbouwen wat een
kerncentrale van 2500 MW betekend voor de toekomstige energiemix van
Nederland en de ontwikkeling van duurzame energie volgens (Europese)
beleidsdoelen?
Antwoord
Zie antwoorden op vragen 3 en 7.
5
Waarom wordt Delta niet gevraagd uitgebreid in te gaan op de consequenties van
de bouw van de kerncentrale voor het netwerk, met het oog op
congestiemanagement en de regeling "voorrang voor duurzaam"?
Antwoord
TenneT is er, als beheerder van het Nederlandse hoogspanningsnet, voor
verantwoordelijk dat (nieuwe) producenten hun energie op het net kwijt kunnen
(aansluitplicht). Met andere woorden: Delta hoeft zich niet bezig te houden met
consequenties voor het net. Indien uitbreiding nodig is, dan zorgt TenneT
daarvoor. Dit duurt altijd even (procedures/ bouw) en tot die tijd wordt de
schaarse capaciteit verdeeld door middel van congestiemanagement. Als er
schaarse capaciteit is, geldt bovendien de regeling voorrang voor duurzaam als en
voor zover dat ergens aan de orde is.
6
Delta wordt verzocht alternatieve scenario's voor elektriciteitsproductie op te
stellen waarbij wordt geadviseerd in ieder geval een windpark op zee mee te
nemen in de analyse. Vervolgens wordt Delta gevraagd deze scenario's vooral te
vergelijken op CO2!uitstoot. Andere milieuaspecten zoals gevaarlijk (radioactief)
afval, vervuiling tijdens keten! en grondstofwinning hoeven niet in detail
geanalyseerd te worden. Wat is hiervan de reden?
De discussie over nut en noodzaak van kernenergie binnen het Nederlandse
energiebeleid past niet in het kader van een individuele vergunningsaanvraag.
Delta wordt wel gevraagd vanuit een realistisch bedrijfsmodel en binnen de
competentie van Delta de gevolgen van meerdere scenario's met een
brandstofmix zonder extra capaciteit voor kernenergie te beschrijven. Delta dient
deze alternatieve scenario's voor elektriciteitsopwekking te vergelijken op de
aspecten 'betaalbaar', 'betrouwbaar' en 'schoon'. Voor het opstellen van een MER
speelt het aspect 'schoon' natuurlijk een belangrijke rol. Zoals in par. 2.1.2
beschreven wordt, gaat het daarbij om een aantal factoren, zoals emissies van
broeikasgassen, waaronder de CO2!uitstoot, en (radioactief) afval. Bij de
vergelijking van de milieueffecten van de scenario's dient zoveel mogelijk
kwantitatief ingegaan te worden op de gehele keten die samenhangt met de
opwekkingsvorm, dus van de winning van brandstof tot de eindberging van
radioactief afval en inclusief de benodigde transporten.
7
Waarom wordt niet bepaald welk scenario voor elektriciteitsproductie het meest
milieuvriendelijke alternatief is?
Antwoord
Dat is niet het doel van de MER!richtlijnen. Het besluit!MER moet, conform het
doel van de MER!procedure, uitgaan van kernenergie als brandstof. Andere
brandstoffen en opwekkingsmethodes dienen slechts op hoofdlijnen te worden
behandeld. Een uitgebreide, diepgaande afweging van kernenergie versus andere
brandstoffen/ opwekkingsmethodes in het algemeen past niet in deze specifieke
MER!procedure (zie ook antwoord 6).
8
Hoeveel praktijkervaring is er wereldwijd met het type kerncentrale dat Delta wil
gaan bouwen met betrekking tot veiligheid?
Antwoord
Er is op dit ogenblik nog geen operationele ervaring met de typen kerncentrales
die Delta wil bouwen. Op dit ogenblik zijn 2 kerncentrales van het type EPR in
Europa in aanbouw. Eén in Finland en één in Frankrijk. Van het type AP1000
wordt er op dit ogenblik een centrale in China gebouwd. Dat er geen operationele
ervaring is, wil echter niet zeggen dat er daarom ook geen praktijkervaring is met
de veiligheidskenmerken van desbetreffende typen. Het is namelijk zo dat deze
typen een verbetering zijn ten opzichte van bestaande typen en niet zo
revolutionair zijn dat de veiligheidskenmerken nog bewezen moeten worden.
9
In hoeverre wordt Delta gevraagd ook te kijken naar het nuttig gebruiken van
restwarmte?
Pagina 4 van 25
Directoraat
generaal voor
Energie, Telecom en Markten
Ons kenmerk
ETM / 10176590
Antwoord
Bij de beschrijving van het voornemen dient Delta de mogelijkheden om de
thermische effectiviteit te vergroten te inventariseren. Dit betreft onder andere
het benutten van restwarmte en het in kaart brengen van de lokale
warmtebehoefte van industrie en huishoudens. Ook bij het uitwerken van het
meest milieuvriendelijk alternatief zal Delta aandacht moeten besteden aan
maximalisering van het energierendement, bijvoorbeeld door het gebruik van
restwarmte.
10
Worden de richtlijnen uit de m.e.r. (milieueffectrapportage) voor de tweede
kerncentrale Borssele voor de aanvraag van Delta Energy ook gebruikt bij
eventuele andere aanvragen voor dezelfde locatie? Zo nee, op welke punten
worden aanvraagspecificieke richtlijnen geformuleerd?
Antwoord
Ieder initiatief wordt op dezelfde manier behandeld. Dit betekent dat indien twee
initiatieven hetzelfde zijn, zij in principe dezelfde richtlijnen kunnen verwachten.
Bij verschillen in de initiatieven zal per geval bezien worden of er aanleiding is om
ook aanpassingen in de richtlijn aan te brengen.
11
Zijn er algemene uitgangspunten voor het gebruik van externe bronnen ter
onderbouwing van de beschreven effecten in de MER? Dient waar mogelijk altijd
verwezen te worden naar bronnen die aan hoge kwaliteitseisen voldoen
(bijvoorbeeld "peer reviewed")?
Antwoord
Indien in het MER gebruik gemaakt zal worden van externe bronnen ter
onderbouwing van beschreven effecten, zullen deze van hoge kwaliteit, inzichtelijk
en controleerbaar dienen te zijn. Peer reviews zijn daarbij nuttig maar niet strikt
noodzakelijk.
12
Waarom wordt bij de richtlijnen voor de MER Borssele II geen onderscheid
gemaakt tussen milieueffecten bij de bouw van een kerncentrale op een
willekeurige locatie en de locatiespecifieke milieueffecten?
Antwoord
Delta heeft in haar startnotitie aangegeven kernvermogen te willen realiseren op
de waarborgingslocatie Borssele. Dat betekent dat die locatie als uitgangspunt in
de richtlijnen genomen is.
13
Waarom wordt er in de richtlijnen gesproken over een "gesloten splijtstofcyclus"
terwijl er de facto geen sprake is van een volledig gesloten splijtstofcyclus?
Pagina 5 van 25
Directoraat
generaal voor
Energie, Telecom en Markten
Ons kenmerk
ETM / 10176590
Antwoord
De term 'gesloten splijtstofcyclus' is gehanteerd tegenover de term 'open
splijtstofcyclus' om hiermee het verschil in de omgang met bestraalde splijtstof
aan te geven. Met een 'gesloten splijtstofcyclus' wordt bedoeld dat bestraalde
splijtstof wordt aangeboden voor opwerking. Met een 'open splijtstofcyclus' is
bedoeld dat bestraalde splijtstof niet wordt opgewerkt maar direct wordt
opgeslagen, al dan niet tijdelijk.
14
Wordt het gebruik van brandstof met hogere verrijkingsgraden in de toekomst
door de initiatiefnemer nog steeds niet uitgesloten? Zo ja, is de initiatiefnemer
verplicht de milieueffecten hiervan te onderzoeken?
Antwoord
De initiatiefnemer zal zelf aan moeten geven welke typen brandstoffen hij wil
gaan gebruiken en welke verrijkingsgraden daarbij gehanteerd worden. Hierop
dienen vervolgens de veiligheidsanalyses gebaseerd te zijn en de milieugevolgen
te worden onderzocht. Voor een nieuwe kerncentrale wordt verwacht dat
uitgegaan wordt van gangbare brandstoftypen en dus niet van hoogverrijkte
brandstof.
15
Is de initiatiefnemer nog steeds voornemens MOX!brandstof te gebruiken in de
nieuw te bouwen reactor? Zo ja, moeten in de MER de milieueffecten van het
gebruik van MOX worden bepaald? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Delta heeft aangegeven in haar startnotitie ook gebruik te willen maken van MOX
brandstof. Daarmee zal Delta in het MER ook de milieugevolgen van MOX in kaart
dienen te brengen.
16
Is het waar het dat naast Delta nu ook ERH (Energy Resources Holding B.V) een
voornemen heeft ingediend om de nieuwe kerncentrale bij Borssele te bouwen?
Hoe verhouden deze twee aanvragen zich tot elkaar? Zo ja, in hoeverre zijn
decentrale overheden (voormalige aandeelhouders Essent) hierbij betrokken?
Zijn er nu twee concurrerende vragen of moet er nu vanuit worden gegaan dat er
voor twee centrales een procedure doorlopen gaat worden zodat er uiteindelijk
drie kerncentrales bij Borsele zouden kunnen zijn (één bestaande en twee nieuwe
kerncentrales)? Wat is de rol van RWE bij deze nieuwe aanvraag? Wanneer
verwacht u een uitspraak van de rechter over het bezit van de huidige
kerncentrale?
Wordt een besluit over een nieuwe kerncentrale pas genomen als deze rechtszaak
is afgerond?
Antwoord
Ja.
Pagina 6 van 25
Directoraat
generaal voor
Energie, Telecom en Markten
Ons kenmerk
ETM / 10176590
De aanvragen van Delta en ERH staan los van elkaar. De directie van ERH is zelf
verantwoordelijk voor de relatie met haar aandeelhouders. Voor beide initiatieven
worden gelijke procedures doorlopen. De rijksinpassingsprocedure zal uitwijzen of
het ruimtelijk en milieutechnisch mogelijk is een of meer nieuwe kerncentrales in
Borssele te bouwen en exploiteren.
RWE heeft zich niet gemeld bij het bevoegd gezag noch als initiatiefnemer, noch
als participant in de initiatieven van Delta of ERH.
Momenteel loopt een bodemprocedure tussen Delta en de voormalige
aandeelhouders van Essent inzake de aandelen in de kerncentrale Borssele. Een
uitspraak in de bodemprocedure kan nog enkele jaren duren. De rechtszaak
tussen Delta en de voormalige aandeelhouders van Essent staat los van een
eventueel besluit over een nieuwe kerncentrale.
17
Worden er bij de aanvragen van Delta en ERH voorwaarden gesteld t.a.v. de
zeggenschap c.q. het eigendom van de nieuw te bouwen kerncentrale(s) door de
overheid of partijen waar overheden de zeggenschap over hebben? Zo nee,
waarom niet? Op welk moment in de procedure kunnen dergelijke voorwaarden
worden gesteld zonder dat dit kan leiden tot claims? Is hiervoor een wetswijziging
noodzakelijk? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Conform de Kernenergiewet worden er geen voorwaarden gesteld ten aanzien van
de zeggenschap en het eigendom van de nieuw te bouwen kerncentrale(s) door de
overheid of partijen waar overheden de zeggenschap over hebben. Wel wordt bij
de beoordeling van een vergunningaanvraag onder andere de (financiële)
betrouwbaarheid van de aanvrager getoetst.
18
Zijn bij de MER voor de bouw van een kolencentrale ook vragen gesteld over de
steenkoolwinning?
Antwoord
Nee, voor zover mij bekend is, heeft de Commissie voor de m.e.r. in haar
adviezen in verband met de bouw van kolencentrales tot dusver geen vragen
gesteld over de steenkoolwinning.
19
Waarom past "de discussie over nut en noodzaak van kernenergie binnen het
Nederlandse energiebeleid" niet in het kader van een individuele
vergunningsaanvraag? Kunt u in het antwoord op deze vraag artikel 15b, lid 1 van
de Kernenergiewet betrekken waarin staat dat een vergunning kan worden
geweigerd in het belang van de energievoorziening? Deelt u de mening dat een
tweede kerncentrale een significante invloed heeft op de Nederlandse
energievoorziening voor de komende decennia? Waarom hoeft het Nederlandse
energiebeleid bij deze individuele vergunningaanvraag voor dit zeer grootschalig
energieproject geen rol te spelen?
Pagina 7 van 25
Directoraat
generaal voor
Energie, Telecom en Markten
Ons kenmerk
ETM / 10176590
Antwoord
Zoals aangegeven is in het regeerakkoord is er meer kernenergie nodig om de
CO2!reductie te realiseren en minder afhankelijk te worden bij de
energievoorziening. Aanvragen van vergunningen voor de bouw van een of meer
nieuwe kerncentrales die voldoen aan de vereisten, worden ingewilligd. Voor het
overige wordt verwezen naar de antwoorden op vraag 6 en 7.
20
Kunt u uitleggen waarom u niet adviseert bij de uitwerking van de alternatieve
scenario's voor elektriciteitsproductie de nadruk te leggen op CO2!uitstoot - een
milieuaspect waar heldere beleidsdoelen voor zijn vastgesteld - én de productie
van radioactief afval - het grootste probleem van en bezwaar tegen een
kernenergie in plaats van alleen CO2 uitstoot?
Antwoord
Overeenkomstig hoofdstuk 2.1.2 van de richtlijnen dient bij de vergelijking van de
verschillende scenario's met betrekking tot het aspect 'schoon' het accent op
uitstoot van CO2!uitstoot te liggen vanwege de geformuleerde
beleidsdoelstellingen voor broeikasreducties. Voor het aspect afval verwijs ik naar
de antwoorden op vraag 1 en 6.
21
Moet onder de milieueffecten in het buitenland die moeten worden meegenomen
in de MER ook de milieueffecten worden verstaan als gevolg van opwerking in het
buitenland? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Overeenkomstig hoofdstuk 6.12 van de richtlijnen worden met
grensoverschrijdende effecten de milieueffecten bedoeld die direct het gevolg van
de bouw en het in bedrijf zijn van een nieuwe kerncentrale. Daarnaast moet Delta,
overeenkomstig hoofdstuk 2.1.3. van de richtlijnen, de milieuvoordelen en !
nadelen beschrijven van de splijtstofketen en de milieueffecten op basis van
beschikbare, generieke, kwantitatieve gegevens. Hierbij behoort ook de
opwerking.
22
Wat wordt bedoeld met "de competentie van Delta" bij het beschrijven van
meerdere scenario's van een brandstofmix zonder extra capaciteit voor
kernenergie?
Antwoord
Het doel van Delta met dit initiatief is elektriciteitsopwekking (max. 2500 MW)
door middel van kernenergie. Om andere vormen van elektriciteitsopwekking tot
een maximum van 2500 MW daarmee realistisch te kunnen vergelijken zal dit
binnen de mogelijkheden van Delta moeten liggen. Grootschalige opwekking door
middel van waterkracht hoort daar dus bijvoorbeeld niet bij.
Pagina 8 van 25
Directoraat
generaal voor
Energie, Telecom en Markten
Ons kenmerk
ETM / 10176590
23
Bent u bereid voor de alternatieve energiescenario's ook het scenario op te nemen
van een nieuwe gascentrale met warmtekrachtkoppeling als alternatief? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord
Zoals in de richtlijnen gesteld is, moet Delta vanuit een realistisch bedrijfsmodel
en binnen haar competentie meerdere scenario's met een brandstofmix zonder
extra capaciteit voor kernenergie beschrijven, dus met bijvoorbeeld een
combinatie van gas, kolen, wind of op basis van één opwekkingsvorm. Daarbij
dient Delta in ieder geval ook grootschalige opwekking van windenergie op zee in
de scenario's mee te nemen. Verder staat het Delta vrij ook een gascentrale met
warmtekrachtkoppeling als scenario op te nemen.
24
Bent u bereid voor de alternatieve energiescenario's ook het scenario op te nemen
van energie!efficiency maatregelen die de bouw van 2500 MW nieuw vermogen
overbodig maken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Overeenkomstig hoofdstuk 2.1.2 van de richtlijnen hoeven slechts alternatieven
beschouwd te worden die binnen de competentie van Delta vallen.
Reductiemaatregelen overeenkomstig een vermogen van 2500 MWe vallen daar
niet onder. Energiebesparing moet vooral bij gebruikers van energie plaatsvinden.
25
Bent u, gezien de verwachte levensduur van een nieuwe kerncentrale, bereid te
eisen dat in de MER een vergelijking plaatsvindt van het opwekken van stroom
zoals dat over 30 tot 60 jaar wordt voorzien volgens de verdragen en
doelstellingen die op dit moment al bestaan? Zo nee, waarom niet? Deelt u de
mening dat op grond van deze verdragen en doelstellingen het niet zo kan zijn dat
in de MER wordt uitgegaan van het "continueren" van de huidige
energieopwekking omdat verwacht mag worden dat in 2050 een groot deel van de
opgewekte stroom hernieuwbaar is?
Antwoord
Een beoordeling van de vraag hoe de bouw en exploitatie van een kerncentrale
past binnen de ontwikkeling van de elektriciteitsmarkt maakt onderdeel uit van de
business case van de initiatiefnemer en niet van het MER.
Daarbij zijn de enige verplichtende doelstellingen die we momenteel kennen 14%
duurzame energie in 2020 en 20% CO2 reductie in 2020. Er zijn (nog) geen
verplichtingen voor de termijn daarna. Wel heeft de EU de ambitie geuit om in
2050 een CO2 reductie van 80!95% te realiseren.
26
Wat betekent de komst van een tweede centrale bij Borssele voor alternatieve
vormen van duurzame energie in de regio? Geldt dat volgens het principe
Pagina 9 van 25
Directoraat
generaal voor
Energie, Telecom en Markten
Ons kenmerk
ETM / 10176590
"voorrang voor duurzaam" bij een hoger aanbod aan duurzame energie de
productie van de nieuwe kerncentrale moet worden teruggeschroefd ook als dit
tijdelijk is (door perioden met grotere productie uit windenergie bijvoorbeeld)? Zo
ja, is dit afdwingbaar?
Antwoord:
In het wetsvoorstel 31904 dat momenteel ter behandeling voorligt in de Eerste
Kamer is het principe van voorrang voor duurzaam opgenomen. Indien er door de
netbeheerder in een bepaalde regio schaarste aan transportcapaciteit wordt
geconstateerd, dient hij te bezien of congestiemanagement mogelijk is. Indien dat
het geval is krijgt duurzaam geproduceerde elektriciteit voorrang boven niet
duurzame elektriciteit. Het congestiemanagement omvat een biedsysteem. De
uitkomst van dat systeem kan betekenen dat andere centrales hun productie
moeten bijstellen. De producent kan hier zelf invloed op uitoefenen door middel
van zijn biedgedrag. Hoe minder hij er voor over heeft om wegens uitgespaarde
brandstofkosten te worden afgeregeld, hoe lager de kans dat de netbeheerder
hem zal verzoeken zijn productie naar beneden bij te stellen. Omdat een
kerncentrale relatief lage marginale productiekosten heeft, is de kans niet groot
dat deze zijn productie uiteindelijk moet terugschroeven, maar afhankelijk van de
hoeveelheid duurzame energie en het biedgedrag van andere niet!duurzaam
producerende centrales in de buurt, kan dat ook niet worden uitgesloten. Het
betreft hier een wettelijke regeling die een verplichtend karakter heeft. De NMa
houdt hier toezicht op.
27
Hoe groot is momenteel de wereldwijde uraniumvoorraad? Wat betekent toename
van het aandeel kernenergie voor het aantal jaar dat er nog voldoende voorraad
is? Dient in de MER rekening te worden gehouden met wereldwijde groei van de
vraag naar uranium? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Uranium is een metaal dat op aarde wijdverbreid in verschillende concentraties
wordt aangetroffen. De wereldwijd winbare hoeveelheid uranium is daarom geen
vast getal, maar is afhankelijk van de op basis van exploratie verkregen kennis op
een zeker moment en de prijs die men bereid is voor het uranium te betalen.
Regelmatig geven de IAEA en OECD/NEA in het zogenaamd Red Book een
overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de uraniumvoorraad. Voor
de huidige kerncentrales zijn de uraniumvoorraden toereikend voor ruim 100 tot
200 jaar productie.
Wat de ontwikkelingen betreft, dient te worden opgemerkt dat: (i) nieuwe
kerncentrales (van Generatie III), die in de komende jaren een deel van het nu
opgestelde vermogen zullen vervangen, efficiënter zijn dan de huidige en dus
minder uranium gebruiken; (ii) sinds enkele jaren een aantal landen zich heeft
verbonden in het Generatie IV Forum met het doel gezamenlijk een techniek voor
de volgende generatie kerncentrales te ontwikkelen. Bij gebruik van dergelijke
centrales is de huidige geïdentificeerde voorraad uranium, ook bij sterke groei van
het wereldwijd opgestelde kernvermogen, toereikend voor duizenden jaren.
Pagina 10 van 25
Directoraat
generaal voor
Energie, Telecom en Markten
Ons kenmerk
ETM / 10176590
28
Worden de recente publicaties van de European Climate Foundation ("Roadmap
2050") en SEO ("Investeren in een Schone Toekomst") meegenomen in de
motivatie van de exploitant voor een groter aandeel kernenergie binnen de
huidige en beoogde brandstofmix? Worden bij het opstellen van de scenario's voor
elektriciteitsproductie ook scenario's meegenomen waarbij energietransitie
gerealiseerd wordt met energiebesparing en hernieuwbare energie, zoals
doorgerekend in bovengenoemde publicaties?
Antwoord
Dat is primair ter beoordeling van Delta. In de richtlijn worden geen voorschriften
opgenomen over welke literatuur dient te worden gebruikt.
29
Wordt bij het opstellen van de MER duidelijk gemaakt op welke wijze de
financiering van de mogelijke nieuwe kerncentrale tot stand zal komen en wat
voor consequenties dit heeft voor zowel ontwerp als tijdspad van de centrale?
Antwoord
Het MER is een rapport waarin alle milieugevolgen van de mogelijk nieuwe
kerncentrale en een aantal alternatieven daarvoor systematisch en objectief zullen
worden beschreven. Financiële aspecten zijn daarvan geen onderdeel.
30
In paragraaf 2.1.2. wordt Delta wel gevraagd om een aantal scenario's uit te
werken zonder een groter aandeel kernenergie, maar waarom wordt Delta niet
gevraagd om een scenario uit te werken met 0% kernenergie (Een scenario
waarin het bedrijf geen nieuwe kerncentrale bouwt en waarin Borssele 1 gesloten
wordt.)?
Antwoord
Het MER wordt geschreven om te onderzoeken wat de milieueffecten zijn van het
bouwen van een nieuwe kerncentrale. De onderzoeksvraag is dus niet wat het
effect is van het niet bouwen van zo'n centrale en het sluiten van de bestaande
centrale. Een dergelijke vraag gaat voorbij aan de reikwijdte van startnotitie en de
Richtlijnen.
31
Waarom wordt Delta niet gevraagd om kwantitatief te onderbouwen wat de bouw
van een kerncentrale van 2500 MW betekent voor de toekomstige energiemix van
Nederland en voor het halen van de bindende Europese doelstelling voor
duurzame energie?
Antwoord
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 6 past de discussie over de invloed
van kernenergie op de energiemix niet binnen het kader van dit MER.
Pagina 11 van 25
Directoraat
generaal voor
Energie, Telecom en Markten
Ons kenmerk
ETM / 10176590
Het halen van de bindende doelstelling van 14% hernieuwbare energie in 2020
komt door een extra kerncentrale niet in gevaar.
32
In paragraaf 2.1.2 wordt gesteld dat Delta bij het beoordelen van de scenario's de
nadruk dient te leggen op de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen. Wordt
daarin ook de CO2!uitstoot als gevolg van de verrijking van uranium en het
transport van uranium en radioactief afval meegenomen? Waarom hoeft Delta bij
het beoordelen van de scenario's geen nadruk te leggen op andere
milieuaspecten, zoals vervuiling bij de grondstofwinning, uitstoot van fijn stof en
de productie van radioactief afval?
Antwoord
Het is de bedoeling dat Delta de CO2 uitstoot als gevolg van de gehele keten bij de
beschrijving van de gevolgen van de verschillende scenario's weergeeft. Dat geldt
dus ook voor de splijtstofcyclus. Verder wordt verwezen naar het antwoord op
vraag 6.
33
Op pagina 8 wordt een aantal factoren opgesomd die van belang zijn voor de
beoordeling van het aspect "schoon". Hoort in dit rijtje niet ook de factor
flexibiliteit/baseload te staan, omdat het aandeel baseload in de
productiecapaciteit grote invloed heeft op de (on)mogelijkheden voor het inpassen
van extra duurzame energieopwekking en ook gevolgen heeft voor de
economische toepassing van duurzame opwekking?
Antwoord
Nee. Zie antwoorden op vragen 3 en 26.
34
Kunt u uiteenzetten waarom Delta niet wordt opgedragen met een verder
uitgewerkte oplossing te komen voor het langlevend hoogradioactief afval?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 1.
35
Acht u het niet verstandiger eerst een methode en locatie voor eindberging te
kiezen en de veiligheid te bewijzen alvorens over te gaan tot de productie van
substantiële hoeveelheden radioactief afval? Kunt u uiteenzetten hoe ver
gevorderd het onderzoek naar een eindbergingslocatie voor het Nederlandse afval
is? Welke locaties zouden er in aanmerking kunnen komen voor de eindberging
van radioactief afval? Hoe kunnen we voorkomen dat zich in Nederland dezelfde
problemen met opslag van kernafval voor gaan doen als in het Duitse Asse?
Pagina 12 van 25
Directoraat
generaal voor
Energie, Telecom en Markten
Ons kenmerk
ETM / 10176590
Antwoord
In Nederland is geregeld dat al het radioactieve afval door de COVRA wordt
ingenomen. Op het terrein van COVRA zal al het langlevende radioactieve afval
langdurig (tenminste 100 jaar) bovengronds worden opgeslagen. Daarna kan het
radioactieve afval in een speciaal daarvoor ontworpen ondergrondse berging
worden ondergebracht, een zogenoemde 'eindberging'. Gezien de lange
tijdshorizon is een locatiekeuze voorlopig nog niet aan de orde.
Een dergelijke eindberging wordt internationaal beschouwd als de enige veilige
optie voor het beheer van radioactief afval op de zeer lange termijn. Ook voor het
al bestaande Nederlandse radioactief afval zal daarom op termijn een eindberging
nodig zijn.