IOB-impactevaluatie van door Nederland gesteunde programma's voor
drinkwater en sanitaire voorzieningen in het Fayoum Goevernoraat in
Egypte
Kamerbrief inzake IOB-impactevaluatie van door Nederland gesteunde
programma's voor drinkwater en sanitaire voorzieningen in het Fayoum
Goevernoraat in Egypte
Kamerbrief | 2 december 2010
Geachte Voorzitter,
Hierbij heb ik het genoegen u het IOB-rapport ` Impact Evaluation:
`Drinking water supply and sanitation programme supported by the
Netherlands in Fayoum Governorate, Arab Republic of Egypt, 1990-2009'
aan te bieden. Het rapport is opgesteld door de Inspectie
Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) van het Ministerie
van Buitenlandse Zaken.
Het rapport maakt deel uit van een serie van vijf impactstudies op het
terrein van drinkwater en sanitatie, die dienen als bouwstenen voor een
in 2011 af te ronden beleidsdoorlichting van het beleid dat ten
grondslag ligt aan Operationele Doelstelling 6.2: een hoger percentage
mensen dat duurzaam toegang heeft tot veilig drinkwater en sanitaire
voorzieningen. Het rapport van de eerste studie, die betrekking had op
het programma in Shinyanga, Tanzania, is in oktober 2007 aan de Tweede
Kamer aangeboden. Het rapport van de tweede studie betreffende
programma's voor de rurale water- en sanitaire voorzieningen in de
regio's Dhamar en Hodeidah in Jemen, ging u op 12 maart 2009 toe. De
derde studie, de impactevaluatie van het drinkwater en sanitatie
programma in het Fayoum Goevernoraat in Egypte is recentelijk afgerond
en ligt nu voor u. De studie is in goede samenwerking met de Fayoum
Drinking Water and Sanitation Company, de regionale autoriteiten en de
Nederlandse ambassade in Kairo tot stand gekomen. Bijgaand ontvangt u
het in het Engels opgestelde eindrapport.
In mijn bijgaande beleidsreactie op het rapport zal worden ingegaan op
de opzet van de evaluatie en de daarbij gehanteerde methodologie,
alsmede een appreciatie worden gegeven van de hoofdbevindingen. Tevens
zullen de consequenties voor het Nederlandse beleid worden toegelicht.
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
Ben Knapen
Beleidsreactie
1. Opzet en methodologie
Het doel van deze impactevaluatie is inzicht te verkrijgen in de
effecten van de door Nederland gesteunde programma's voor water- en
sanitaire voorzieningen in het Fayoum Goevernoraat in Egypte en hieruit
lessen en aandachtspunten voor beleid en/of uitvoering van beleid te
destilleren. De beoogde effecten van deze programma's gaan verder dan
het vergroten van de toegang van de bevolking tot verbeterde water- en
sanitaire voorzieningen. De programma's zijn ook gericht op
vermindering van de werklast van met name vrouwen en meisjes,
verbetering van de gezondheid, gebruik van de extra beschikbare
middelen (tijd en water) voor deelname van meisjes aan onderwijs, voor
voedselvoorziening en voor het genereren van extra inkomen. Het
onderzoek omvat tevens een studie naar de bijdragen van de lokale
instituties voor rurale drinkwater- en sanitaire voorzieningen en de
duurzaamheid van de voorzieningen.
2. Algemeen
De Nederlandse steun aan het programma voor water en sanitaire
voorzieningen in de provincie Fayoum loopt vanaf 1990 tot op heden. De
steun was, naast financiële steun voor investeringen in infrastructuur,
vooral gericht op technische assistentie voor institutionele
ontwikkeling en versterking van de organisatie (thans Fayoum Drinking
Water and Sanitation Company, afgekort FADWASC) die verantwoordelijk is
voor beheer en exploitatie van voorzieningen voor waterproductie,
waterdistributie, rioleringen, huisaansluitingen en
afvalwaterverwerking. Het programma omvatte ook een
voorlichtingscomponent voor verbeterde hygiëne en sanitaire praktijken.
De impactevaluatie was vooral gericht op de effecten van het programma
voor eindgebruikers en de duurzaamheid van de voorzieningen.
3. Appreciatie van de hoofdbevindingen
Het doet mij genoegen dat de hoofdbevindingen van de evaluatie een
substantiële bijdrage laten zien in de toename van het aandeel van de
bevolking dat toegang heeft tot veilig drinkwater via een
huisaansluiting. Tussen 1990 en 2009 hebben ongeveer 2 miljoen mensen,
op een totaal van 2.7 miljoen, een huisaansluiting op het waternetwerk
gekregen. Het geleverde water is van hoge kwaliteit. Beperkte waterdruk
is echter nog een wijdverbreid probleem. Door de beperkte waterdruk
slaan de meeste huishoudens water op en opgeslagen water kan vervuild
raken (20 % van in traditionele potten opgeslagen water bleek vervuild
met E.Coli).
De Egyptische overheid voert momenteel een investeringsprogramma uit
gericht op het permanent aanwezig zijn van voldoende waterdruk in het
systeem. De ambassade in Kairo volgt de ontwikkelingen terzake
nauwgezet.
De investeringen voor sanitatie waar Nederland aan heeft bijgedragen,
zijn erop gericht 70% van de bevolking te bereiken, hetgeen neerkomt op
1,9 miljoen mensen. Tussen 1990 en 2009 zijn ongeveer 510.000 mensen
voorzien van een aansluiting op een rioleringsnet. De aansluitingen
blijken te zijn geïntroduceerd in relatief meer welvarende lokaties.
IOB geeft aan dat de meeste bewoners in gebieden die nog niet zijn
aangesloten op een riolering `conservancy tanks'gebruiken die diverse
problemen veroorzaken, zoals overstroming en in sommige gevallen
vervuiling van kanalen. Deze sanitaire problematiek wordt versterkt
door tekortschietende voorzieningen voor het verzamelen en verwerken
van huisvuil. De Egyptische overheid is zich bewust van deze
problematiek en voert grootschalige investeringen uit voor sanitatie en
afvalwaterzuivering
De IOB studie laat zien dat de drie belangrijkste interventies,
controle op waterkwaliteit, verbetering van waterdruk en aansluiting op
riolering allen in enige mate bij dragen aan vermindering van het
aantal gevallen van diarree. Dit effect is vooral zichtbaar bij de
relatief kleine groep van huishoudens met redelijke waterdruk en een
aansluiting op een rioleringsnet. Huishoudens die zijn aangesloten op
een waternetwerk en op riolering doen meer aan hygiëne (handen wassen
met zeep, schone toiletten). Verschillen in hygiëne tussen huishoudens
zouden echter ook door sociaal-economische verschillen kunnen worden
verklaard.
Hoewel volgens IOB, de betrokken bevolking de daadwerkelijke
verbeteringen erkent, wordt ook de dagelijkse frustratie die velen
ervaren als gevolg van beperkte waterdruk en sanitaire problematiek,
benadrukt. Hoewel FADWASC hiervoor verantwoordelijk is geeft een
aanzienlijk deel van de gebruikers aan zich voor problemen te wenden
tot de lokale overheid. De ambassade zal hier in de laatste maanden van
de programmafinanciering bij FADWASCextra aandacht voor vragen.
Het programma heeft volgens de uitkomst van de IOB studie, geleid tot
een aanzienlijke vermindering van de tijd die besteed wordt aan het
halen van water. De met het ontbreken van goede water- en sanitaire
voorzieningen verband houdende ziektes (m.n. diarree) zijn afgenomen.
Deze positieve bevindingen met betrekking tot het punt van
tijdbesteding en gezondheid zijn voor mij zeer bemoedigend.
Het perceptieonderzoek bevestigt het belang van een goed flankerend
sanitatie- en hygiënevoorlichtingsbeleid. De toegang tot goede
sanitaire voorzieningen en verbetering van het gedrag op het gebied van
persoonlijke hygiëne blijken, meer nog dan het gebruik van een
verbeterde waterbron, de sleutel te zijn tot het terugdringen van
gezondheidsproblemen. Mede door initiatieven als het door de VN
uitgeroepen `Internationaal Jaar van Sanitatie' in 2008, stijgt de
bewustwording over het belang van sanitatie en goede hygiëne.
Nederland hecht groot belang aan een genderspecifieke benadering.
Sociaal-culturele factoren blijken dermate restrictief dat
hulpinspanningen op dit punt nog onvoldoende effectief zijn geweest.
Het belang van een genderspecifieke benadering wordt in brede
internationale kring erkend en het onderzoek geeft voor mij geen
aanleiding het beleid op dit punt te herzien. De genderspecifieke
benadering blijft, conform de DAC-WID criteria binnen de
waterprogramma's, één van de hoofdaandachtspunten van mijn beleid.
De Nederlandse steunis grotendeels effectief geweest in het versterken
van prestaties van de verantwoordelijke organisatie in Fayoum, aldus
IOB. Het heeft vooral bijgedragen aan technische capaciteit, capaciteit
voor planning, financieel- en economisch management,
consumentenrelaties en systeemontwikkeling. Het programma heeft ook
bijgedragen aan verbetering van de drinkwatervoorziening.
Het doet mij deugd te constateren dat de ervaring opgedaan met het
programma inspirerend is geweest voor veel aspecten van het zich
ontwikkelend nationaal beleidskader, waaronder de huidige rurale
sanitatiestrategie.
Ik wijs er in dit verband op dat de Nederlandse financiering van het
programma eind december 2011 zal worden beëindigd en dat de Egyptische
autoriteiten een ambitieus investeringsprogramma voorbereiden van
ongeveer EUR 275 miljoen, gericht op het op korte termijn aanpakken van
problemen rond de lage waterdruk en de noodzakelijke uitbreiding van
het waterdistributie en rioleringsnetwerk.
Deze investering zal positief bijdragen aan het terugdringen van enkele
van de genoemde problemen die samenhangen met de lage waterdruk zoals
het onder niet-hygiënische omstandigheden opslaan van water en de
gezondheidsproblemen die dit kan veroorzaken.
Het IOB rapport concludeert dat de Nederlandse financiële ondersteuning
in sterke mate heeft bijgedragen aan de behaalde resultaten, maar dat
de lange-termijn duurzaamheid van de investeringen nog onvoldoende
verzekerd is. De vooruitzichten voor financiële en institutionele
duurzaamheid van de investering zijn bemoedigend, met name door de
verantwoordelijkheid die de Egyptische overheid neemt voor de
resultaten van het project. Uiteindelijk zal de economische en
ecologische duurzaamheid afhangen van het nationale waterbeleid. Ik heb
de ambassade verzocht om in overleg met FADWASC met concrete
maatregelen te komen teneinde de duurzaamheid van de Nederlandse
investeringen veilig te stellen.
4. Consequenties voor het Nederlandse beleid
Gezien het bovenstaande concludeer ik dat de investering in veilige
drinkwater- en sanitaire voorzieningen in Fayoum Goevernoraat in
belangrijke mate heeft bijgedragen aan de verwezenlijking van de
hoofddoelstelling van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid; de
vermindering van de armoede en het behalen van de
millenniumdoelstellingen. Ook blijkt de kans op het terugdringen van
watergerelateerde ziekten groter wanneer er naast betrouwbare toegang
tot veilig drinkwater ook aandacht wordt besteed aan sanitatie
(aansluitingen op het rioolsysteem) en goede voorlichting op het gebied
van hygiëne. In Fayoum is vooral op dit laatste punt nog ruimte voor
verbetering. Het belang van een geïntegreerde aanpak (water, sanitatie
en voorlichting) zal meegenomen worden in bestaande en nieuwe
drinkwater- en sanitatieprogramma's.
Gezien de door de Egyptische autoriteiten ingezette grote financiële
investeringen in drinkwater en sanitatie wordt het relatieve belang van
de Nederlandse financiële hulp in deze sector minder. Daarom is
besloten dat Nederland de financiële ondersteuning aan de
drinkwatersector in Fayoum Goevernoraat in de periode tot 2012 zal
afbouwen. De in Egypte opgebouwde Nederlandse kennis en kunde met
betrekking tot de brede watersector blijft echter relevant. Via het
interdepartementale programma `Water Mondiaal' wordt hierop in Egypte
voortgebouwd.
Bijlagen
1. rapport IOB impact evaluation Drinking water supply and sanitation
programme supported by the Netherlands in Fayoum Governorate, Arab
Republic of Egypt, 1990-2009
Ministerie van Buitenlandse Zaken