Uw verzoek inzake reactie regering oplopende spanningen tussen Noord-
en Zuid-Korea
Kamerbrief aangaande Uw verzoek inzake reactie regering oplopende spanningen
tussen Noord- en Zuid-Korea
Kamerbrief | 6 december 2010
Geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste
commissie voor Buitenlandse Zaken van 25.11.2010 met kenmerk
2010Z17758/2010D47542 over de reactie van de regering op de opgelopen
spanningen tussen Noord- en Zuid-Korea.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. U. Rosenthal
Opgelopen spanningen tussen Noord- en Zuid-Korea
De Zuidkoreaanse marine hield van 22 tot en met 30 november jl.
oefeningen in de Westzee. Deze oefeningen worden jaarlijks gehouden.
Bij deze oefening vonden schietoefeningen plaats, waarbij in westelijke
richting geschoten werd en overschrijding van de in 1953 unilateraal
door de United Nations Command (UNC)vastgestelde Northern Limit Line
werd vermeden, maar twee van de granaten terecht kwamen voorbij de door
Noord-Korea geclaimde zeegrens. In de middag van 23 november jl. schoot
het Noordkoreaanse leger granaten af op het eiland Yeonpyeong, dat deel
uitmaakt van Zuid-Korea. Het Zuid-Koreaanse leger heeft dat vuur
beantwoord.
In totaal zijn door de Noordkoreaanse artilleriebeschietingen 8
militaire slachtoffers gevallen (2 doden, 6 zwaar gewonden) en 5
burgerslachtoffers (2 doden, 3 gewonden). Het schietincident volgt op
een incident eerder dit jaar in maart, waarbij het Zuid-Koreaanse
marineschip `Cheonan' tot zinken is gebracht, volgens een door
Zuid-Korea samengestelde onderzoeksgroep door een Noord-Koreaanse
torpedo. Noord-Korea ontkent tot op heden elke betrokkenheid.
Zuid-Korea heeft de beschietingen op 23 november in een
regeringsverklaring veroordeeld als een gewapende provocatie gericht
tegen de burgers van Zuid-Korea. Op donderdag 25 november werd het
ontslag van de Zuidkoreaanse minister van Defensie Kim Tae-Young, die
zijn functie al eerder na het Cheonan-incident ter beschikking stelde,
geaccepteerd. Inmiddels is Kim Kwan-jin voorgedragen als nieuwe
minister van Defensie. President Lee Myung-bak stelde zich persoonlijk
verantwoordelijk te voelen voor de dood van de twee mariniers en twee
burgers, en de toegebrachte schade. Hij veroordeelde de granaataanval
als een "inhumane misdaad" en beloofde krachtig terug te slaan bij een
volgende Noord-Koreaanse provocatie.
Nederland veroordeelt - evenals de EU Hoge Vertegenwoordiger - de
aanval scherp. De aanval is een duidelijke schending van de
Wapenstilstand van 27 juli 1953, die de regionale stabiliteit en
veiligheid in gevaar brengt. De kwestie dient derhalve in de
Veiligheidsraad te worden besproken.
Noord-Korea, China en de Verenigde Naties sloten op 27 juli 1953 een
wapenstilstand die een einde maakte aan de Koreaanse oorlog
(1950-1953), maar er werd geen vredesverdrag gesloten. De 16 landen,
waaronder Nederland, die onder VN-commando troepen stuurden naar Korea
vormen het United Nations Command (UNC). De wapenstilstandovereenkomst
voorzag in een Military Armistice Commission (MAC), opgebouwd uit de
partijen bij de overeenkomst, die moet toezien op de naleving van de
wapenstilstand. Noord-Korea erkent deze MAC sinds 1991 niet meer. Het
UNC-deel van de MAC heeft echter, zoals gebruikelijk bij schendingen
van de wapenstilstand, deze week een onderzoeksrapport uitgebracht. In
dit rapport wordt aanbevolen dat de UNC een verdergaand onderzoek
verricht en rapporteert aan de VNVR. In overleg met het ministerie van
defensie heb ik ingestemd met deze aanbevelingen.
Op 6 december a.s. zullen in Washington de ministers van Buitenlandse
Zaken van Japan, de VS en Zuid-Korea de aanpak van Noord-Korea
bespreken. Bij het schrijven van deze brief zijn de resultaten nog niet
bekend.
Ministerie van Buitenlandse Zaken