CPB: grondprijzen centraal stellen in lokaal overheidsbeleid
Grondprijzen in de stad zijn cruciaal voor het lokale overheidsbeleid.
De beste manier om een gemeente te financieren is via een belasting op
de waarde van grond. Dat stelt prof.dr. Coen Teulings, directeur van
het CPB, in de Vastgoedlezing 2010, een jaarlijks evenement
georganiseerd door de Amsterdam School of Real Estate (ASRE). In zijn
lezing put Teulings uit het boek Stad en Land dat vandaag wordt
gepubliceerd door het CPB en Atlas voor Gemeenten. Het is geschreven
door Teulings, Henri de Groot (Vrije Universiteit), Gerard Marlet
(Atlas voor Gemeenten) en Wouter Vermeulen (CPB).
De prijs van grond blijkt in het centrum van Amsterdam 200 keer hoger
dan op het platteland van Oost-Groningen. Dit prijsverschil is tussen
1985 en 2007 meer dan verdubbeld. In de stad liggen de lonen tot 10%
hoger dan op het platteland. Het totale economische voordeel van het
samenwonen en samenwerken in steden loopt op tot 340 miljard.
Uit Stad en Land blijkt dat een klein aantal factoren verklaart waarom
de grond in de stad veel duurder is dan op het platteland. Het gaat om
productiefactoren als de bereikbaarheid van werk (50%) en consumptieve
voorzieningen zoals podiumkunsten, winkels, een historische binnenstad
en horeca (bij elkaar ook 50%).
De Groot, Marlet, Teulings en Vermeulen bevelen aan dat de financiering
van lagere overheden een grondslag krijgt in grondprijsverschillen,
omdat deze een weergave zijn van het gebruikersvoordeel van lokale
publieke voorzieningen: wie geniet, betaalt. Mensen zijn bereid om
extra te betalen voor de nabijheid van voorzieningen. Dat komt tot
uiting in hogere huizenprijzen en kleinere percelen in de buurt van die
voorzieningen. Dat is efficiënt. Optimaal lokaal beleid zou betekenen
dat vaste kosten voor publieke voorzieningen zoals theaters en
treinstations uit de grondwaarde worden gefinancierd en de variabele
kosten uit entreegelden.
De onderzoekers benadrukken dat in het Nederlandse
ruimtelijke-ordeningsbeleid ten onrechte de nadruk wordt gelegd op de
spreiding van voorzieningen. Dat staat op gespannen voet met de
voordelen van concentratie en specialisatie in het voorzieningenaanbod.
Centraal Planbureau