verlenging Nederlandse bijdrage aan NAVO Trainingsmissie in Irak
Kamerbrief inzake verlenging Nederlandse bijdrage aan NAVO Trainingsmissie in
Irak
Kamerbrief | 1 december 2010
Geachte Voorzitter,
Hierbij informeren wij u langs de lijnen van het Toetsingskader over de
Nederlandse bijdrage aan de NAVO-trainingsmissie in Irak (NTM-I).
Kern van het besluit
De regering heeft besloten de Nederlandse bijdrage aan de
NAVO-Trainingsmissie in Irak tot 31 december 2011 te verlengen. Deze
deelname zal bestaan uit maximaal vijf personen.
Gronden voor deelname
Door middel van trainingen en ondersteuning aan de Iraakse
veiligheidstroepen versterkt NTM-I de ontwikkeling van professionele
veiligheidsorganisaties en self sustainable training- en
operatiecentra. Zo draagt NTM-I bij aan de totstandkoming van
effectieve, multi-etnische veiligheidsinstellingen die de stabiliteit
en veiligheid in Irak bevorderen.
Sinds het begin van de missie in 2004 heeft de NAVO veel vooruitgang
geboekt. Het oorspronkelijke mandaat kan worden opgedeeld in vier
fases. In fase één werden de mogelijke activiteiten in kaart gebracht.
In fase twee is vervolgens begonnen met trainingen voor het midden- en
hogere kader van het Iraakse leger en de politie en de oprichting van
verschillende opleidingsinstituten. In fase drie is de
verantwoordelijkheid voor de trainingsactiviteiten geleidelijk
overgedragen aan de Iraakse autoriteiten waarna deze in fase vier zou
worden voltooid. In 2010 is deze laatste fase van het oorspronkelijke
mandaat grotendeels afgerond.
De bijdrage van de missie aan de opbouw van de Iraakse
veiligheidsstructuren in de periode 2004-2010 is door de Iraakse
regering zeer gewaardeerd. In dit tijdvak hebben ruim 3000
legerofficieren uiteenlopende opleidingen gevolgd zoals de Initial Army
Officer Training, de Brigade Command Course en de National Defence
College. Daarnaast zijn ongeveer 9000 politiefunctionarissen opgeleid
en hebben nog eens bijna 2000 functionarissen (specialistische)
cursussen en opleidingen in het buitenland gevolgd. In aanvulling op de
oorspronkelijke missiedoelstellingen en in reactie op de behoefte die
de Irakezen in de loop van 2010 formuleerden, heeft NTM-I vanaf eind
vorig jaar haar activiteiten uitgebreid. Hierbij is in samenspraak met
de Iraakse autoriteiten gekozen voor zowel verdieping als verbreding
van het trainingsaanbod ^^1 .
De NAVO en de Iraakse regering hebben reeds te kennen gegeven de
samenwerking, ook na afloop van het mandaat eind 2011, graag voort te
zetten. De NAVO en Irak ambiëren uiteindelijk een meer gelijkwaardige
relatie in de vorm van een zogenoemd Structured Cooperation Framework
(SCF). Door de veiligheidssector te versterken legt NTM-I hiervoor een
goede basis. De precieze invulling van de SCF is nog onduidelijk en
mede afhankelijk van de toekomstige, nieuwe Iraakse regering.
De Nederlandse regering is tevreden over de bijdrage van de missie aan
de opbouw van de Iraakse veiligheidsstructuren. De Nederlandse regering
ondersteunt daarbij zowel de uitbreiding van de missieactiviteiten als
een lange termijn partnerschap tussen de NAVO en Irak. Gegeven het
belang van zelfstandig en goed functionerende veiligheidsinstellingen
en met het oog op het SCF verlengt Nederland zijn bijdrage daarom met
een jaar. De voortgezette inzet van maximaal vijf militairen tot 31
december 2011 sluit aan bij het NTM-I mandaat dat eind 2011 afloopt.
Hiermee levert Nederland een proportionele bijdrage aan deze missie
waaraan in totaal ongeveer 170 militairen deelnemen.
Politieke aspecten
Nederland, de NAVO en de Europese Unie steunen de democratisch gekozen
Iraakse regering en haar inspanningen om vooruitgang te boeken in het
politieke proces, nationale verzoening te bevorderen, de rechtstaat te
versterken en de openbare orde te herstellen. Het behoud van de eenheid
van Irak is daarbij het uitgangspunt.
Er bestaan nog steeds spanningen tussen de verschillende sektarische
groepen in Irak, met name tussen de Sjiieten, Soennieten en de Koerden.
Na lange onderhandelingen sinds de nationale verkiezingen op 7 maart
dit jaar is op 11 november jl. Jalal Talabani herkozen als president
van Irak. President Talabani heeft premier Al-Maliki verzocht binnen 30
dagen een regering te formeren. Het politieke vacuüm van de afgelopen
maanden heeft tot groeiende onrust en verhoogde de spanningen tussen de
verschillende bevolkingsgroepen geleid. Een brede regeringsbasis en
sterke instanties zijn niet alleen nodig om de stabiliteit te
waarborgen, maar ook om de ontwikkeling van Irak blijvend te
bevorderen. Op diverse onderwerpen zoals oliewetgeving, herziening van
de grondwet en de status van de zogenoemde disputed territories is nog
onvoldoende voortgang geboekt.
Per 1 september hebben de Verenigde Staten hun gevechtstroepen uit Irak
teruggetrokken. Tot eind 2011 blijven 50.000 Amerikaanse militairen in
een ondersteunende en adviserende rol bij de opbouw van het Iraakse
veiligheidsapparaat betrokken. Met het vertrek van de gevechtstroepen
wordt voor de interne veiligheid evenwel een groter beroep gedaan op de
Iraakse veiligheidssector. De afnemende Amerikaanse aanwezigheid in
Irak betekent daarnaast dat NTM-I mogelijk minder zal kunnen rekenen op
Amerikaanse (operationele) steun. De gevolgen daarvan voor de
veiligheid van het NTM-I personeel worden vooralsnog evenwel als
beperkt ingeschat. Versterking van de Iraakse veiligheidsstructuren is
daarom eens te meer van belang om de stabiliteit in Irak en in de regio
te kunnen waarborgen.
Naast de opbouw van de militaire onderdelen van de veiligheidssector
ondersteunt Nederland Irak ook bij de opbouw van de veiligheidssector
op andere terreinen. Nederland draagt sinds 2005 door middel van
trainingen en personele inzet bij aan de EUJUST LEX missie. Met deze
missie beoogt de EU bij te dragen aan een professioneel en effectief
strafrechtsysteem, gebaseerd op de rule of law. De hoofdactiviteit van
EUJUST LEX is het verzorgen van trainingen gericht op drie pijlers: de
politie, de rechtelijke macht en het gevangeniswezen. In dit verband
hebben er sinds 2005 twaalf trainingen in Nederland plaatsgevonden.
Door de focus op een ander deel van deze sector, namelijk het
strafrechtssysteem, vult EUJUST LEX de activiteiten van NTM-I goed aan.
Nederland steunt ook op andere vlakken de ontwikkeling van een stabiel
en democratisch Irak. In 2010 heeft Nederland via UNHCR EUR 1 miljoen
bijgedragen aan hulp aan Iraakse vluchtelingen in Syrië. Via UNICEF
draagt Nederland ook EUR 1,33 miljoen bij aan onder meer water- en
sanitatievoorzieningen en gezondheidszorg voor ontheemden in Irak.
Daarnaast ondersteunt Nederland voor ruim EUR 0,8 miljoen twee
NGO-projecten gericht op ontheemden in Noord-Irak (voedseldistributie
en medische hulpverlening).
Mensenrechten
Hoewel fundamentele vrijheden zoals de vrijheid van meningsuiting,
vrijheid van vereniging en vergadering, vrijheid van godsdienst en
overtuiging en de gelijke behandeling van man en vrouw, officieel zijn
gewaarborgd, is de realiteit dat de mensenrechtensituatie in Irak nog
steeds zorgwekkend is. Het gaat hierbij onder meer om schendingen van
het recht op leven; discriminatie en geweld op grond van religie,
etniciteit, geslacht en seksuele geaardheid; (zelf-)censuur; incorrecte
behandeling van verdachten in detentie en tekortkomingen in de
rechtsgang. Ook wordt de doodstraf uitgesproken en uitgevoerd.
Nederland en de EU volgen de situatie aandachtig en vragen de Iraakse
autoriteiten regelmatig om aandacht voor mensenrechten, waaronder de
rechten van etnische en religieuze minderheden. Nederland draagt per
jaar EUR 300.000 bij aan mensenrechtenprojecten in Irak. Ook binnen het
curriculum dat NTM-I verzorgt voor de basisofficiersopleiding aan de
defensie-universiteit wordt ruimschoots aandacht besteed aan ethiek en
mensenrechten.
Mandaat
De juridische grondslag voor de NAVO trainingsmissie is gebaseerd op
het verzoek van toenmalig premier Allawi om ondersteuning bij de opbouw
van de Iraakse veiligheidssector. In december 2008 is met een
briefwisseling tussen de Secretaris generaal van de NAVO en de Iraakse
Nationale Veiligheidsadviseur de status van het NTM-I personeel
gewaarborgd. Deze juridische status blijft van kracht tot de Long Term
Agreement (LTA) tussen de NAVO en Irak in werking treedt, de lange
termijnstatusovereenkomst die deze NAVO-missie en de deelnemers in Irak
een juridische basis geeft. Deze LTA is getekend op 26 juli 2009 en
geldt tot eind 2011, maar wacht nog op finalisering van de ratificatie
door het Iraakse parlement. De overeenkomst wordt in de praktijk al wel
als kader gehanteerd.
Deelnemende landen
De NAVO-missie bestaat in november 2010 uit ongeveer 170 militairen uit
veertien verschillende landen. Naast NAVO-partner Oekraïne zijn dat:
Albanië, Bulgarije, Denemarken, Estland, Hongarije, Italië, Litouwen,
Nederland, Polen, Roemenië, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en de
Verenigde Staten.
Militaire aspecten
In overleg met de Iraakse regering is het takenpakket van de missie het
afgelopen jaar uitgebreid met aanvullende trainings- en
mentoringactiviteiten. Zo heeft NTM-I in 2010 de trainingen aan de
Iraqi Federal Police uitgebreid, trainingen gegegeven aan de Department
of Border Enforcement, mentoring en monitoring geboden aan drie
nationale operatiecentra en is NTM-I begonnen aan een verdiepingsslag
binnen alle officiersopleidingen. De nationale operatiecentra die
toezien op de interne veiligheid en het veiligheidsoptreden
coördineren, zullen eind 2010 al volledig zelfstandig opereren.
Om volledige en duurzame zelfstandigheid van de veiligheidsinstellingen
te realiseren, zal NTM-I komend jaar steeds meer een adviserende,
begeleidende rol gaan vervullen. Het is daarom van belang het
opleidingsproces verder te verankeren en te institutionaliseren.
Aandachtspunten voor 2011 zijn:
* Begeleiding en ondersteuning van de Iraakse opleidingsinstituten en
het ministerie van Defensie onder verantwoordelijkheid van de
Iraakse autoriteiten. NTM-I richt zich hierbij steeds meer op het
hogere management;
* Professionalisering en verdieping van alle officiersopleidingen van
de Iraakse krijgsmacht. NTM-I ondersteunt hiertoe de Iraakse
autoriteiten bij doctrine-ontwikkeling;
* Verdere specialisatie van de training en mentoring van de Iraqi
Federal Police;
* Het verzorgen van trainingen aan de Oil police, speciale
politie-eenheden die de olie-infrastructuur veiligstellen.
* Het verzorgen van Border Security Training aan de Iraakse
grenspolitie en douane;
* Het faciliteren van op maat gemaakte en gespecialiseerde trainingen
buiten Irak.
De Nederlandse inzet richt zich op de bestendiging van de
opleidingsstructuur en de continuïteit van de diverse
trainingsprogramma's. De Nederlandse functionarissen vervullen
uiteenlopende taken op de terreinen van personeelsmanagement,
trainingscoördinatie en begeleiding.
Risico's / Veiligheidsaspecten
In 2010 varieerde het gemiddeld aantal aanslagen in Irak van tien tot
twaalf per dag. De meeste aanslagen worden gepleegd in Noord-Irak en
Bagdad. Een klein deel betreft aanslagen met indirect vuur op de
Internationale Zone (IZ), waar ook de Nederlandse militairen werkzaam
zijn. De vermoedelijke daders van deze beschietingen zijn
radicaal-sjiitische elementen die afwijzend blijven staan tegenover de
buitenlandse militaire presentie. Waarschijnlijk was de Amerikaanse
terugtrekking afgelopen zomer een extra aansporing voor deze elementen
hun activiteiten te intensiveren. De meeste aanslagen met indirect vuur
op de IZ beperken zich tot een salvo van één of enkele raketten.
Doordat de aanslagplegers veelal gebruik maken van geïmproviseerde
afvuurmechanismen zijn de aanslagen weinig nauwkeurig. Doorgaans
resulteren deze beschietingen in materiële schade, vooralsnog zonder
dodelijke slachtoffers onder het NTM-I personeel.
De lange regeringsformatie heeft de onvrede onder de bevolking en de
negatieve beeldvorming over een weinig slagvaardige overheid versterkt.
Het verleden wijst uit dat verbetering of verslechtering van de
veiligheidssituatie in Irak samenhangt met politieke ontwikkelingen in
Bagdad. Indien de diverse Iraakse bevolkingsgroepen zich in de
samenstelling van de nieuwe regering herkennen, zou het aantreden
daarvan een positief effect op de veiligheidssituatie kunnen sorteren.
De Nederlandse regering blijft de veiligheidsontwikkelingen in Bagdad
en omgeving nauwgezet volgen. De Nederlandse NTM-I militairen bevinden
zich op een beveiligd kamp (Union III) binnen de reeds beveiligde IZ.
In het uiterste geval kunnen zij worden geëvacueerd. Mede op basis van
uitvoerige veiligheidsanalyses door de NAVO en de MIVD acht de regering
de risico's die aan NTM-I deelname zijn verbonden nog steeds
aanvaardbaar.
Nederlandse bijdrage
Nederland neemt sinds februari 2005 deel aan de NAVO-trainingsmissie in
Irak. Aanvankelijk bestond de bijdrage uit vijftien militairen. Dit
aantal is in augustus 2007 teruggebracht tot zeven en in augustus 2009
verder teruggebracht tot vijf militairen. De verlenging van de huidige
Nederlandse bijdrage komt overeen met de duur van de missie, namelijk
tot 31 december 2011.
Financiën
De additionele uitgaven voor de verlenging van de Nederlandse bijdrage
aan de NAVO trainingsmissie met vijf personen tot 31 december 2011
worden geraamd op EUR 0,8 miljoen. De additionele uitgaven verbonden
aan de uitzending worden gefinancierd uit de structurele voorziening
"uitvoeren crisisbeheersingsoperaties" binnen de HGIS.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. U. Rosenthal
De Minister van Defensie,
Drs. J.S.J. Hillen
1 De paragraaf `militaire aspecten' gaat verder in op de activiteiten
van de missie en de aandachtspunten voor 2011.
Ministerie van Buitenlandse Zaken