Rijksoverheid
30 november 2010
Antwoord op schriftelijke vragen met kenmerk 2010Z17198
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen die zijn gesteld door
het lid Dibi (GroenLinks) over onderzoek naar uitvoerbaarheid van strafbaarstelling
van illegaliteit. Deze vragen werden ingezonden op 19 november 2010 met
kenmerk 2010Z17198.
De minister voor Immigratie en Asiel,
G.B.M. Leers
Antwoorden van de Minister voor Immigratie en Asiel en Veiligheid en Justitie over
onderzoek naar uitvoerbaarheid van strafbaarstelling van illegaliteit. (Ingezonden
19 november 2010).
1
Bent u bekend met het bericht waaruit blijkt dat oud!minister Verdonk voor
Vreemdelingenbeleid en Integratie in haar ambtsperiode een onderzoek instelde
naar de mogelijkheid van het strafbaar stellen van illegaliteit? 1)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat waren de belangrijkste conclusies uit dat onderzoek ten opzichte van noodzaak
en haalbaarheid van het strafbaar stellen van illegaliteit? Hoe beoordeelt u deze
conclusies?
Vraag 3
Is de situatie na het verschijnen van het onderzoek wat betreft noodzaak en
haalbaarheid van strafbaarstelling van illegaliteit veranderd? Zo ja, wat is er
veranderd en in hoeverre is dat van invloed op de huidige beleidsvoornemens?
Vraag 4
Kunt u het betreffende onderzoek dat in opdracht van oud!minister Verdonk is
uitgevoerd naar de Kamer sturen vóór de begrotingsbehandeling Immigratie en
Asiel?
Antwoorden 2, 3 en 4
Er is geen sprake van een onderzoek, maar van interne ambtelijke advisering
waarvan de resultaten zijn neergelegd in de illegalennota die in 2004 naar de
Tweede Kamer is gezonden (TK 2003!2004, 29 537 nr. 2).
In het regeerakkoord staat dat het kabinet zal inzetten op de strafbaarstelling van
illegaliteit. Volgend jaar zal ik mijn visie op de aanpak van illegaliteit naar de
Tweede Kamer sturen. In die visie zal ik, in afstemming met de Minister van
Veiligheid en Justitie, een voorstel doen voor de invulling van de strafbaarstelling
van illegaliteit.
1) De Pers, 14 november 2007