GroenLinks
Modern links omarmt de risico's
Dinsdag 30 november 2010, 15:14u - Dick Pels
De vorming van een links blok over de volle breedte - van SP tot en met
D66 - heeft electoraal geen goede kansen. Een alliantie van GroenLinks,
D66 en het progressieve deel van de PvdA biedt meer duidelijkheid en
meer perspectief. Het nieuwe linkse verhaal moet niet alleen gaan over
de verliezers van de globalisering, maar ook over de winnaars.
Dick Pels en Josse de Voogd
Wat staat de linkse partijen te doen nu de rechtse winter is
ingevallen? Vooralsnog lijkt het ieder voor zich en God voor ons allen.
Nu de VVD en het CDA hebben gekozen voor het rechtse conservatisme en
het midden hebben verlaten, ziet D66 zijn kans schoon om dit midden te
`restaureren'. In zijn eentje, want Pechtold is als de dood om te
worden binnengezogen in een `links blok'. GroenLinks wil het liefst een
alliantie sluiten met D66 en de vrijzinnige helft van de PvdA. Die
partij zou daarvoor duidelijker moeten kiezen tussen de
sociaal-progressieve en sociaal-conservatieve zielen in haar borst.
Maar de PvdA is juist trots op haar precaire spagaatstand, wil de boel
bij elkaar houden en flirt zowel met GroenLinks als met de SP. Die
laatste partij wil wel met iedereen samenwerken, zonodig ook met D66 en
de ChristenUnie.
Terwijl D66 zijn oog heeft laten vallen op de gematigde VVD-kiezer en
dus naar rechts kijkt, trekt de PvdA juist naar links. Het
verkiezingsprogramma stond sterk in het teken van sociale bescherming
en nieuwe gemeenschapszin. Job Cohen legde bij de presentatie van de
Rode Canon alle nadruk op `bestaanszekerheid voor iedereen' als harde
kern en rode draad van de sociaal-democratie. Het enige moment waarop
gelach klonk tijdens zijn toespraak was toen hij ironisch sprak over de
toekomstverwachting dat `iedereen een gelukkige zzp'er' zou worden.
Flexibilisering wordt gewantrouwd: het gaat vooral om `houvast bieden
in onzekere tijden'. Volgens PvdA-ideoloog René Cuperus moet zijn
partij dienstbaar zijn aan de `lager opgeleiden met toekomstangst',
volgens het recept van de overschatte Tony Judt, die de
sociaaldemocratie alleen ziet overleven als een `social democracy of
fear'.
Maar het nieuwe progressieve verhaal kan niet eenzijdig overhellen naar
sociale bescherming of naar sociale flexibiliteit, maar moet beide in
één greep vatten en laten zien dat ze onlosmakelijk met elkaar
verbonden zijn: flexicurity. Het nieuwe linkse verhaal moet zowel gaan
over de verliezers als de winnaars van de globalisering. Maar de
werkelijke verliezers vinden we niet in de Nederlandse lagere
middenklasse. Dat lijkt alleen zo vanuit een eng-nationalistisch en
welvaartschauvinistisch perspectief: eigen werk, welvaart, pensioenen,
uitkeringen eerst! Maar zij zijn nog steeds winnaars vergeleken met de
1,4 miljard mensen op aarde die in extreme armoede leven, wier kinderen
bij bosjes sterven, die nauwelijks ontwikkelingskansen hebben, en die
het meest te duchten hebben van de klimaatverandering.
De PvdA zegt naar dit verhaal op zoek te zijn, maar is niet in staat
het juiste evenwicht te vinden. Dat kan ook niet zolang zij
bescherming, houvast en zekerheid als doel op zich blijft zien, en niet
- zoals in haar eigen traditie van het cultuursocialisme - als een
middel tot een hoger doel en een hoger ideaal: dat van de persoonlijke
ontwikkeling, de positieve individualisering, de vrijzinnigheid, de
veranderingsgezindheid, het kunnen en durven verleggen van de eigen
grenzen. Cultuur betekent in die opvatting juist dat men onzekerheden
en risico's positief kan omarmen, als kansen in plaats van als gevaren
leert zien, en dat men openstaat voor het vreemde in plaats van het
alleen maar te vrezen.
Dit evenwichtige verhaal is alleen te verwachten van een progressieve
combinatie die de internationale solidariteit koestert, het bezitterige
individualisme en consumentisme bestrijdt, ook in de eigen
middenklasse, en die nieuwe zekerheden schept, juist om mensen in staat
te stellen hun leven flexibeler in te richten. Een sociaal-vrijzinnige
coalitie dus, die het best kan worden gevormd door GroenLinks, D66 en
dat deel van de PvdA dat bereid is om verder te kijken dan de `lager
opgeleiden met toekomstangst'. Die herverkaveling zal het politieke
landschap verdelen in een sociaal-liberale en een meer behoudende
linkse stroming. Dat is niet alleen goed voor de ideologische
helderheid maar biedt ook nieuwe electorale kansen.
Beide stromingen trekken verschillende groepen kiezers aan. Kiezers met
andere prioriteiten, maar vooral andere leefstijlen, wereldbeelden en
woonplekken. Een gezamenlijk links blok, van SP tot D66, kan nooit al
die groepen tegelijk bedienen en zal dan ook geen meerderheid behalen.
Een alliantie van GroenLinks, progressieve PvdA en D66 zou echter met
enig geluk de grootste partij van Nederland kunnen worden. Voor de SP
is er veel ruimte op het grote sociaal-conservatieve speelveld, dat nu
grotendeels door rechts wordt ingenomen. De SP moet haar sociale
conservatisme dus niet ontkennen maar juist koesteren, want zij kan
hiermee succesvol inbreken bij kiezers van het CDA en de PVV. Een links
blok over de volle breedte schrikt deze kiezers af. Hetzelfde geldt ter
rechterzijde voor kiezers die twijfelen tussen VVD en D66.
De rechtse partijen lijken nu eensgezind, maar zij hebben elkaar
voorafgaand aan de verkiezingen ook bestreden. Daarmee hebben zij heel
verschillende kiezersgroepen aan zich weten te binden; van Wassenaar
tot Heerlen. Links moet dat kunstje herhalen. Als sociaal-progressieven
en sociaal-behoudenden beiden meer dan een kwart van de kiezers achter
zich krijgen, kunnen ze samen een sociaal en duurzaam kabinet vormen.
Dick Pels is directeur en Josse de Voogd is medewerker van het
Wetenschappelijk Bureau van GroenLinks.