beantwoording vragen van het lid Van Bommel over gedragsregels voor
voormalige EU-commissarissen
Kamerbrief inzake beantwoording vragen van het lid Van Bommel over
gedragsregels voor voormalige EU-commissarissen
Kamerbrief | 30 november 2010
Geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door het lid Van Bommel over gedragsregels voor voormalige
EU-commissarissen. Deze vragen werden ingezonden op 27 september 2010
met kenmerk 2010Z13668.
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
Ben Knapen
Antwoorden van de heer Knapen, Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken
op vragen van het lid Van Bommel (SP) over gedragsregels voor
voormalige EU-commissarissen.
Vraag 1
Is het waar dat de Oostenrijkse oud-commissaris Ferrero-Waldner,
voorheen verantwoordelijk voor het buitenlands beleid van de Europese
Unie (EU), dit voorjaar is overgestapt naar twee bedrijven die nauw
betrokken zijn bij haar voormalige politieke agenda?
Vraag 2
Indien ja, acht u dit in overeenstemming met de Europese regels voor
ex-bestuurders van de EU?
Antwoord op vragen 1 en 2
Mevrouw Ferrero-Waldner was gedurende haar ambtsperiode bij de
Commissie verantwoordelijk voor externe betrekkingen en
nabuurschapsbeleid en heeft haar nieuwe activiteiten gemeld bij de
Commissie. De Commissie heeft de verenigbaarheid van haar nieuwe
activiteiten getoetst met haar functie als commissaris en was van
oordeel dat de voorgenomen activiteiten verenigbaar waren met de
verplichtingen die voortvloeien uit artikel 245, tweede alinea, van het
Verdrag betreffende de Werking van de EU (hierna VWEU). Hierin is
bepaald dat leden van de Commissie verplicht zijn om eerlijkheid en
kiesheid te betrachten in het aanvaarden van bepaalde functies na
afloop van hun ambtsperiode. Toezicht op de naleving van deze regel
vindt het kabinet in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de
Commissie zelf.
Vraag 3
Is het tevens waar dat het ethisch comité van de Europese Commissie,
dat toeziet op bijbanen van Europese bestuurders, Ferrero-Waldner heeft
gevraagd geen `gevoelige en vertrouwelijke' informatie vrij te geven?
Antwoord op vraag 3
Het ethisch comité van de Commissie achtte de voorgenomen activiteiten
verenigbaar, en heeft aangegeven dat als mevrouw Ferrero-Waldner
onderwerpen zou moeten behandelen die verband houden met haar eerdere
functies, zij de vertrouwelijkheid van gevoelige en vertrouwelijke
informatie waar zij toegang tot heeft gehad tijdens haar ambtsperiode
dient te waarborgen.
Vraag 4
Indien ja, wie controleert of dit ook daadwerkelijk niet gebeurt?
Antwoord op vraag 4
De verplichting om geen vertrouwelijke informatie openbaar te maken
waartoe de commissarissen toegang hebben gehad bij de uitoefening van
hun taken, geldt voor alle voormalige commissarissen. De commissarissen
zijn zelf verantwoordelijk voor de naleving. Ingeval deze
verplichtingen niet worden nagekomen, kan de Raad of de Commissie zich
wenden tot het Hof van Justitie. Het Hof van Justitie kan sancties
opleggen.
Vraag 5
Is het waar dat oud-commissaris Verheugen een eigen lobbybedrijf is
begonnen?
Antwoord op vraag 5
De heer Verheugen heeft de Commissie in kennis gesteld van zijn
betrokkenheid bij de oprichting van `The European Experience Company
GmbH', waarvan hij niet-uitvoerend bestuurder is.
Vraag 6
Is het tevens waar dat de regels van de Europese Commissie
uitdrukkelijk lobbyactiviteiten door oud-commissarissen verbieden?
Vraag 7
Indien ja, gaat u aandringen op het naar letter en geest toepassen van
de regels voor ex-bestuurders van de EU?
Vraag 8
Deelt u de opvatting dat de regels ex-bestuurders van de EU zo spoedig
mogelijk moeten worden aangescherpt om het weglekken van vertrouwelijke
politieke informatie te voorkomen? Indien nee, waarom niet?
Antwoord op vragen 6, 7 en 8
Lobbyactiviteiten zijn niet als zodanig verboden. Elke activiteit moet
worden beoordeeld in de praktijk, afhankelijk van de betrokken sector
en dossiers en de potentiële risico's van belangenconflicten. Als een
lobbyactiviteit een belangenconflict zou doen ontstaan, is zij niet
verenigbaar. De Commissie heeft nog geen besluit genomen over de door
de heer Verheugen gemelde activiteit.
Vraag 9
Is het waar dat oud-commissarissen van de EU in aanmerking komen voor
een `gewenningstoelage' die kan oplopen tot elfduizend euro per maand?
Vraag 10
Indien ja, deelt u de opvatting dat dit veel te riant is en bent u
bereid aan te dringen op beperking hiervan? Indien nee, waarom niet?
Antwoord op vragen 9 en 10
Ja ^^1 . De overgangsvergoeding waarvoor een oud-commissaris in
aanmerking komt bedraagt (bruto) tussen de 40% en 65% van het laatste
maandelijkse basissalaris, afhankelijk van de lengte van het
dienstverband bij de Commissie. Deze vergoeding wordt verlaagd als hij
of zij een nieuwe betaalde baan aanvaardt en is afhankelijk van de
hoogte van het nieuwe salaris. Dit houdt in dat het nieuwe salaris
samen met de overgangsvergoeding niet hoger mag zijn dan het salaris
dat de oud-commissaris verdiende toen hij of zij nog lid was van de
Commissie. De overgangsvergoeding is fors en kan minder. Daarom zal
Nederland zich kritisch blijven opstellen ten aanzien van de hoogte van
de administratieve uitgaven van de EU en de hoogte van salarissen van
EU-functionarissen. Tijdens de lopende onderhandelingen over de
EU-begroting 2011 kaartte Nederland dit meerdere malen aan.
^
^
^1 Informatie hierover is te vinden op
`http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/pdf/entitlements_en.pdf'.
^
Ministerie van Buitenlandse Zaken