Samenvatting conclusie in de zaak Essent tegen Delta
Den Haag, 29 november - Op 26 november 2010 heeft de advocaat-generaal
bij de Hoge Raad mr. Keus een conclusie genomen in de zaak van Essent
c.s. tegen Delta c.s. De advocaat-generaal adviseert het cassatieberoep
van Essent c.s. te verwerpen.
Achtergrond
Toen deze procedure begon, hielden Essent en Delta ieder (middellijk)
50% van de aandelen in N.V. Elektriciteits Produktiemaatschappij
Zuid-Nederland (hierna: EPZ). EPZ exploiteert de kerncentrale te
Borssele.
Begin 2009 zijn Essent en RWE het eens geworden over overname van
Essent door RWE. De statuten van EPZ bevatten de eis dat haar aandelen
(indirect) alleen in handen van publiekrechtelijke rechtspersonen mogen
zijn (de kwaliteitseis). RWE is geen publiekrechtelijke rechtspersoon
en is evenmin volledig in handen van publiekrechtelijke rechtspersonen.
Onder verwijzing naar de kwaliteitseis meent Delta dat Essent haar
belang in EPZ niet aan RWE mag verkopen. In kort geding hebben zowel de
rechtbank als het hof Delta daarin gelijk gegeven.
In cassatie betoogt Essent dat de kwaliteitseis in strijd is met
Europees recht. Volgens Essent vormt die eis een ongeoorloofde
belemmering van het vrij verkeer van kapitaal en de vrijheid van
vestiging (de artt. 49 en 63 van het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie).
De conclusie van de advocaat-generaal
Advocaat-generaal Keus meent dat het cassatieberoep van Essent c.s.
dient te worden verworpen. Het betoog van Essent komt erop neer dat
onder Europees recht een verplichting kan bestaan - in ieder geval in
het onderhavige geval - tot privatisering. Het Europese recht is echter
neutraal ten aanzien van de vraag of ondernemingen privaat dan wel
publiek eigendom moeten zijn. Het is aan de overheden van de lidstaten
zelf om te besluiten of zij een activiteit willen privatiseren of niet.
De kwaliteitseis in de statuten van EPZ is dan ook niet in strijd met
Europees recht. De advocaat-generaal wijst erop dat de Hoge Raad
eventueel nog prejudiciële vragen kan stellen aan het Hof van Justitie
van de Europese Unie.
Verdere gang van zaken
De zaak is verwezen naar de rol van 11 februari 2011 voor uitspraak
door de Hoge Raad. Voorlopig is de uitspraak bepaald op die datum.
Ten slotte
Een conclusie is een rechtsgeleerd advies aan de Hoge Raad. De
advocaat-generaal is lid van het parket bij de Hoge Raad. Het parket
bij de Hoge Raad is een zelfstandig, onafhankelijk onderdeel van de
rechterlijke organisatie. Het behoort niet tot het Openbaar Ministerie.
Het parket bij de Hoge Raad kan zich over een door de Hoge Raad te
beoordelen zaak niet anders uitlaten dan in het kader van de conclusie
en is dan ook niet in de gelegenheid tot het geven van nader
commentaar.
Den Haag, 29 november 2010
LJ Nummer
BO5290
Zie het origineel
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 29 november 2010 Naar boven
Gerechtelijke organisatie