UMC St Radboud
Radboud Expertisecentrum onderzoekt langdurige moeheid na Q-koorts
26-11-2010
Q-koorts onderzoek
Het Radboud Q-koorts Expertisecentrum start wetenschappelijk onderzoek
naar de oorzaak en behandeling van langdurige moeheid na Q-koorts. Het
onderzoek wordt gesubsidieerd door ZonMW.
Hoewel de Q-koorts epidemie in 2010 is afgenomen, kampen veel patiënten
met een ernstige vermoeidheid. Niet duidelijk is waarom sommige
patiënten wel ernstige of langdurige moeheid ontwikkelen na acute
Q-koorts en andere niet. Ook is niet duidelijk welke behandeling het
beste resultaat geeft. Infectiologen van het Radboud Q-koorts
Expertisecentrum onderzoeken of bijzondere responsen van het
immuunsysteem leiden tot langdurige moeheid. Zo wordt gekeken of de
Q-koortsbacterie zich ergens nestelt en ook na langere tijd aanwezig
blijft in het lichaam.
Tot op heden is er voor patiënten nog geen goede behandeling. Daarom
focust het onderzoek zich ook op verschillende behandelmogelijkheden.
Een groep deelnemers krijgt gedurende 24 weken cognitieve
gedragstherapie. Deze therapie werpt goede vruchten af bij patiënten
die door andere oorzaken kampen met chronische vermoeidheid. Een tweede
groep wordt langdurig behandeld met antibiotica en een derde groep
ontvangt geen gerichte therapie of antibiotica, maar krijgt een
placebo. In het onderzoek wordt samengewerkt met deskundigen van het
Nijmeegs Kenniscentrum voor Chronische Vermoeidheid, onderdeel van het
UMC St Radboud, met de GGD Nijmegen en GGD Hart voor Brabant.
Immuunsysteem
Naast onderzoek naar moeheid na Q-koorts subsidieert ZonMW, met een
totaalbedrag van bijna 1 miljoen euro, drie andere Q-koorts onderzoeken
van het UMC St Radboud. Zo bekijken wetenschappers welke factoren uit
het immuunsysteem een rol spelen bij de afweer tegen Q-koorts en welke
factoren bijdragen aan het ontstaan van complicaties of ernstige vormen
van acute of chronische Q-koorts. Niet alleen het immuunsysteem van
mensen wordt hierbij onderzocht, maar ook dat van geiten, de
belangrijkste bron van Q-koorts in Nederland. Hoe de afweer tegen
Q-koorts verloopt in mens en geit is onvoldoende bekend en vormt de
basis voor het ontwikkelen van nieuwe opties om Q-koorts beter te
herkennen en behandelen.
In deze onderzoeken wordt nauw samengewerkt met respectievelijk het
Leids Universitair Medisch Centrum (immuunsysteem) en het Centraal
Veterinair Instituut (geitenonderzoek).
Tot slot ontwikkelt en beoordeelt het UMC St Radboud een nieuwe
bloedtest die Q-koorts kan aantonen. Onderzocht wordt of deze nieuwe
test betrouwbaarder en eenvoudiger te gebruiken is dan de huidige
bloed- en huidtesten, die vaak moeilijk te interpreteren zijn. Vanaf
januari 2011 kunnen risicogroepen in Nederland gevaccineerd worden
tegen Q-koorts. Het vaccin mag echter alleen toegepast worden bij
mensen die niet eerder Q-koorts hebben doorgemaakt. Omdat niet iedereen
ziek wordt van een Q-koorts bacterie, maken sommige mensen de ziekte
door zonder dit te merken. Het toedienen van een vaccin kan dan
ernstige gevolgen hebben. Het is daarom essentieel om voorafgaand aan
een vaccinatie op zo betrouwbaar mogelijke wijze te testen of iemand
eerder Q-koorts heeft gehad.
Radboud Q-koorts Expertisecentrum
Al ruim twee jaar behandelen infectiologen van het UMC St Radboud
mensen met chronische Q-koorts en mensen met langdurige klachten na
Q-koorts. Deze kennis en ervaring zijn sinds 2010 gebundeld in het
Radboud Q-koorts Expertisecentrum. Naast diagnostiek en behandeling
richt het Expertisecentrum zich op wetenschappelijk onderzoek. Hierbij
wordt nadrukkelijk samenwerking met ziekenhuizen en andere partners
gezocht.
Q-koorts epidemie
Sinds 2007 is er sprake van een Q-koorts uitbraak in Nederland, die
zich concentreert in de regio Brabant en Gelderland-Zuid. De ziekte is
inmiddels bij zo'n 4000 mensen vastgesteld. Bij een zeer groot deel van
de mensen verloopt de ziekte zonder al te veel problemen. Echter, een
deel van de patiënten krijgt last van ernstige moeheid na Q-koorts.
Daarnaast ontwikkelt een kleine groep patiënten, soms maanden tot jaren
na het oplopen van een infectie, chronische Q-koorts. Dit laatste komt
vooral voor bij mensen met afwijkingen aan hart of bloedvaten of een
verminderde afweer.