INLIA
Asielaanvragen ten onrechte afgewezen door fouten in taalanalyse
(26-11-10)
Babylon-thumb
Taalkundig antropoloog Jan Blommaert van de universiteit van Tilburg
laat in een prijswinnend artikel in het wetenschappelijke tijdschrift
Current Anthropology zien dat asielaanvragen vaak worden afgewezen op
grond van een foutief oordeel over de taal.
In het artikel toont hij in een taalkundige reconstructie hoe de
asielaanvraag van een asielzoeker uit Rwanda door het Britse Home
Office door verkeerde aannames over taal wordt afgewezen. Dit overkomt
veel asielzoekers. Zij zijn bij voorbaat al kansloos omdat westerse
immigratiediensten de dominante taal in het land van herkomst als norm
stellen. Volgens Blommaert is deze normstelling te star en moet bij de
analyse de gebruikte taal niet alleen gekoppeld worden aan een plaats
(een land), maar ook aan tijd, zoals de persoonlijke
levensgeschiedenis. De gevolgen voor een foutieve afwijzing kunnen voor
de asielzoekers immers het verschil betekenen tussen leven of dood.
De problemen met de taalanalyse, die in Nederland vaak worden gedaan
door de Taalstudio, zijn al vaker ter sprake gekomen, bijvoorbeeld door
student Arabisch Joachim Detailleur. Hij noemt in zijn
doctoraalscriptie (oktober 2010) een tweetal rapporten met een
foutpercentage van 13 en 25 % bij het bepalen van de herkomst van
asielzoekers op basis van de taalanalyse. Het gevolg van deze fouten is
dat deze mensen het risico lopen te worden `teruggestuurd' naar landen
waar ze helemaal niet vandaan komen.
Een bijkomend probleem m.b.t. de taalanalyse, waarop op deze site al
eens is gewezen, is de vergoeding die het vertaalbureau krijgt: deze is
nl. sinds 1 maart 2009 door het COA verlaagd naar EUR 800,-, waardoor
de asielzoeker zelf ruim EUR 600,- op tafel moet leggen. De Taalstudio
is echter bereid voorlopig een lager tarief van EUR 995,- te hanteren
voor een beperkte contra-expertise, zie ook het onderstaande
pdf-bestand.