stand van zaken hulpverlening aan Haïti
Kamerbrief inzake de stand van zaken hulpverlening aan Haïti
Kamerbrief | 22 november 2010
Geachte Voorzitter,
Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste
commissie voor Buitenlandse Zaken met kenmerk 2010D34344 inzake de
stand van zaken van de hulpverlening aan Haïti.
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
Dr. B. Knapen
De Tweede Kamer is geïnformeerd over de situatie in Haïti per brief op
20 januari en 3 februari jl. Aansluitend vond destijds hierover een
Algemeen Overleg plaats op 4 februari jl. Tweede Kamerlid Voordewind
(ChristenUnie) bracht van 26 augustus - 2 september jl. op zijn
initiatief een werkbezoek aan Haïti. Zijn bezoekrapport is op 21
september jl. overhandigd aan het toenmalige kabinet, de vaste
commissie Buitenlandse Zaken, de Samenwerkende Hulporganisaties en het
ministerie van Buitenlandse Zaken.
In voorliggende Kamerbrief wordt ingegaan op de stand van zaken van de
humanitaire hulpverlening, wordt een doorkijk gegeven naar de
wederopbouw en tot slot de inzet van de EU en Nederland in Haïti
behandeld. Tevens is deze brief een inhoudelijke reactie op het rapport
van Tweede Kamerlid Voordewind.
Humanitaire hulpverlening 6 maanden na de aardbeving
Terugkijkend is volgens de VN, op basis van een uitgevoerde `real time
evaluation', de humanitaire hulpoperatie de eerste zes maanden na de
ramp relatief goed verlopen. Er is door de VN en de hulporganisaties op
grote schaal noodhulp verleend aan ruim 2 miljoen Haïtianen. De
noodhulp bestond onder meer uit voedsel, drinkwater, medische zorg,
onderdak en sanitaire voorzieningen. Er zijn kort na de aardbevingsramp
geen epidemieën uitgebroken.
In algemene zin is in een rampsituatie in de eerste plaats de overheid
van het getroffen land verantwoordelijk voor de organisatie en
coördinatie van de rampenrespons. De Haïtiaanse regering heeft kort na
de ramp de internationale gemeenschap onder leiding van de VN om
internationale hulp gevraagd. De Haïtiaanse overheid is namelijk zelf
zwaar getroffen door de aardbeving in zowel materiële als personele
zin. Het presidentieel paleis is grotendeels ingestort en een groot
aantal ministeries zijn zwaar beschadigd en onbewoonbaar verklaard. De
uitvoeringscapaciteit van de Haïtiaanse overheid was reeds voor de
aardbeving relatief laag, maar is door deze ramp verder verzwakt.
Tegelijkertijd zijn ook VN-organisaties, zoals de VN-vredesmissie
MINUSTAH, en andere hulporganisaties, die al aanwezig waren voor de
aardbeving, zwaar getroffen door het verlies van medewerkers en het
instorten van kantoren. De coördinatie was in de eerste weken in handen
van de VN in samenwerking met de VS, MINUSTAH en, in beperkte mate, de
Haïtiaanse overheid. De VS heeft vooral in de coördinatie van
logistieke zaken in de eerste weken na de ramp een cruciale rol
vervuld. Het mandaat van MINUSTAH is na de ramp uitgebreid met de
ondersteuning en de bescherming van de humanitaire hulpverlening.
Volgens de VN is de coördinatie van de noodhulp, in vergelijking met de
post-tsunami hulpoperatie in Azië, in algemene zin goed verlopen, na
aanloopproblemen in de eerste weken als gevolg van de beperkte
capaciteit aan Haïtiaanse en VN-zijde. De VN is tevreden over het
functioneren van de verschillende VN-coördinatieclusters, die na de
ramp relatief snel zijn opgezet, alsmede over de samenwerking met de
Haïtiaanse overheid.
De VN publiceerde drie dagen na de ramp het VN-hulpverzoek van 575
miljoen US dollar. Een maand later verhoogde de VN dit hulpverzoek naar
1,5 miljard US dollar. Naast de snelle bijdragen van diverse donoren,
waaronder Nederland, is snel 36 miljoen dollar bijgedragen uit het
VN-Noodhulpfonds (zogeheten `Central Emergency Response Fund ^^1 ')
waarvan Nederland een belangrijke donor is. Volgens de VN is momenteel
72% van het VN-hulpverzoek gedekt.
^
^Actuele humanitaire situatie
^De humanitaire hulpverlening is ruim 10 maanden na de aardbevingsramp
nog in volle gang. Er verblijven momenteel volgens de VN ruim 1,3
miljoen personen in opvangkampen. De hoogste concentratie ontheemden
bevindt zich in het dichtbevolkte Port-au-Prince, waar circa 1000
opvangkampen zijn. De humanitaire situatie in de kampen is volgens de
VN in vergelijking met de eerste maanden van de ramp aanzienlijk
verbeterd, maar behoeft voortdurende aandacht met het oog op de recente
uitbraak van cholera.
^
^Recent zijn de humanitaire inspanningen van de VN en hulporganisaties
geïntensiveerd na de uitbraak van cholera in eerste instantie in de
niet door de aardbeving getroffen regio Artibonite (Noord-Haïti). Er is
door de Haïtiaanse Minister van Gezondheid en WHO tevens cholera
vastgesteld in de hoofdstad Port-au-Prince. Het officiële dodental ligt
volgens de VN op 1.039 en 16.799 personen zijn in ziekenhuizen
opgenomen. De vrees van de VN en hulporganisaties is dat de cholera op
grote schaal in de opvangkampen uitbreekt. De Haïtiaanse overheid, met
steun van WHO, andere VN-organisaties, het Internationale Rode Kruis en
overige hulporganisaties, waaronder SHO-deelnemers nemen maatregelen
voor de snelle behandeling van cholerapatiënten en voor preventie van
verspreiding van de ziekte. Er wordt gewerkt aan verbetering van de
drinkwatervoorziening en van de sanitaire voorzieningen. Inwoners
worden op alle mogelijke manieren geïnformeerd over preventieve
maatregelen die zij zelf kunnen nemen om besmetting te voorkomen.
^
^Ook kan het orkaanseizoen dat tot ongeveer eind december duurt een
verdere negatieve impact hebben op de humanitaire situatie. De orkaan
Tomas die 5 november jl. op Haïti afkoerste heeft slechts een klein
deel van het eiland getroffen. Mede dankzij de preventieve maatregelen
die genomen zijn door de overheid, de VN en andere hulporganisaties,
waaronder ook SHO-deelnemers, is de schade in Port-au-Prince beperkt
gebleven. Getroffen maatregelen betreffen onder meer planning van
transportmiddelen, aanleggen van noodvoorraden, betere inrichting van
bestaande opvangkampen en de evacuatie naar veiliger plaatsen. De VN en
het Internationale Rode Kruis hebben noodteams paraat om in het geval
van calamiteiten direct noodhulp te verlenen.
^
^Naast de directe bestrijding van cholera liggen de belangrijkste
humanitaire noden op korte termijn op het terrein van puinruimen en het
bouwen van onderdak in stedelijke gebieden als Léogane (waar het
epicentrum van de aardbeving lag) en Port-au-Prince. De VN geeft aan
dat een permanent karakter van de grote opvangkampen in de hoofdstad
moet worden voorkomen. Echter de hoge bevolkingsdichtheid en grote
hoeveelheden puin bemoeilijken het bouwen van nieuw onderdak voor de
getroffenen in de opvangkampen. Bovendien bestaat er veel
onduidelijkheid over de eigendoms- en landrechten. De Haïtiaanse
regering werkt momenteel aan een plan voor de opbouw van de stad,
waarin naast nieuwbouw ook de reparatie van bestaande huizen en
gebouwen is opgenomen. De VN en internationale hulporganisaties
ondersteunen de Haïtiaanse overheid daarbij.
^Op het platteland is meer ruimte om tijdelijk onderdak voor de
getroffenen te bouwen. Op diverse locaties zijn de opvangkampen
verdwenen en zijn families teruggekeerd naar hun voormalige dorpen.
^
^Gezien de huidige humanitaire noden verwachten de VN, het
Internationale Rode Kruis en andere hulporganisaties dat de humanitaire
hulpfase voorlopig nog niet beëindigd kan worden. Door de
cholera-uitbraak is behoefte aan nieuwe specifiek daarop gerichte
noodhulp. Eventuele nog komende orkanen zouden de behoefte aan noodhulp
verder kunnen doen toenemen.
^
^Doorkijk naar wederopbouw
^De Haïtiaanse regering presenteerde tijdens een donorconferentie in
New York (31 maart jl.) het wederopbouwplan voor Haïti op basis van de
uitgevoerde `post disaster needs assessment' (PDNA). De kosten van het
totale wederopbouwplan voor de komende tien jaar bedragen ruim 11
miljard dollar. Het plan richt zich op de fysieke opbouw van het land
(huisvesting en infrastructuur), economische ontwikkeling (landbouw en
andere exportsectoren), sociale opbouw (onderwijs en sociale zekerheid)
en institutionele opbouw (democratische instituties, anti-corruptie en
versterking rechtsstaat).
^Tijdens de conferentie hebben donoren in totaal 10 miljard dollar
toegezegd voor de wederopbouw en ontwikkeling van Haïti, waarvan 5,3
miljard dollar door donoren is toegezegd voor de eerste 18 maanden van
het wederopbouwplan. De grootste donoren zijn VS, Canada, EU, `Inter
American Development Bank' (IDB) en Wereld Bank (`Haiti Reconstruction
Fund'). Volgens het kantoor van Bill Clinton, speciale
VN-vertegenwoordiger voor Haïti, is tot nu toe ruim 732,5 miljoen
dollar van de toegezegde bijdrage door donoren overgemaakt. De
verwachting is dat naarmate het wederopbouwproces vordert donoren hun
toegezegde bijdrage zullen overmaken.
^
^Momenteel bestaan humanitaire hulp en vroege wederopbouw naast elkaar.
De VN en EU verwachten dat in de loop van 2011 het accent meer komt te
liggen op de wederopbouw. Er is aandacht voor het bewerkstelligen van
een goede overgang van noodhulp naar wederopbouw.
^
^De institutionele structuren voor de vroege wederopbouw van Haïti
hebben langzamerhand vorm gekregen. In lijn met de afspraken van de
Haïti-conferentie in Montréal (25 januari jl.) is het uitgangspunt dat
de Haïtiaanse regering de centrale leiding en coördinatie heeft over de
wederopbouw, ondersteund door de internationale gemeenschap. Daartoe is
de `Interim Haiti Recovery Commission' (IHRC) door de Haïtiaanse
regering, onder het ministerie van Planning, opgericht (april 2010). De
covoorzitters van de IHRC zijn de Haïtiaanse premier Bellerive en Bill
Clinton, speciale VN-vertegenwoordiger voor Haïti.
^De IHRC heeft de centrale leiding en coördinatie over het
wederopbouwproces en toetst de ingediende wederopbouwprogramma's aan de
prioriteiten en kaders van het wederopbouwplan. De IHRC heeft een brede
opzet en bestaat uit vertegenwoordigers van de Haïtiaanse regering,
grootste donoren, private sector, vakbonden en lokale en internationale
NGO's. Tevens mobiliseert de IHRC de financiering van de omvangrijke
programma's via grote donoren, IDB en Wereld Bank. De IHRC komt
maandelijks bijeen om de ingediende voorstellen voor wederopbouw goed
te keuren.
^Recent heeft de derde zitting van het IHRC plaatsgevonden en zijn 18
nieuwe programma's goedgekeurd (in totaal 777 miljoen dollar) op het
terrein van basisonderwijs (puinruimen en herbouw scholen), private
sector ontwikkeling en de bestrijding van `gender based violence' via
het Haïtiaanse maatschappelijke middenveld. In totaal zijn sinds de
eerste IHRC-meeting in augustus jl. 49 projecten goedgekeurd binnen
diverse sectoren.
^
^De daadwerkelijke uitvoering van de omvangrijke wederopbouwprogramma's
bevindt zich vooralsnog in een beginfase. De goedgekeurde progamma's
moeten uitgevoerd worden onder complexe omstandigheden, zoals een
beperkte uitvoeringscapaciteit van de lokale overheid, het ontbreken
van eigendoms- en landrechten, beperkte infrastructuur, hoge mate van
armoede en corruptie. Naast de zwaarstgetroffen regio's door de
aardbevingsramp, richten de wederopbouwprogramma's zich tevens op
andere, armere, regio's in Haïti met beperkte infrastructuur.
^
^In aanloop naar de voorziene presidentsverkiezingen op 28 november
a.s. is er toenemende kritiek van de Haïtiaanse bevolking op president
Préval en zijn regering. De president zou onvoldoende regie hebben over
de wederopbouw en geen besluiten nemen over belangrijke zaken voor de
wederopbouw zoals de regeling van eigendomsrechten. De VN, EU en in het
bijzonder Bill Clinton oefenen in hun gesprekken met de president en de
Haïtiaanse regering voortdurend druk uit om te voorkomen dat de
wederopbouw wordt vertraagd, of dat er een kloof ontstaat tussen
humanitaire hulp en wederopbouw.
^
^De internationale gemeenschap ondersteunt de Haïtiaanse regering in de
voorbereidingen voor de verkiezingen. UNDP ondersteunt de Haïtiaanse
kiescommissie en de VN-vredesmissie MINUSTAH speelt een centrale rol in
de logistiek, alsmede bij het handhaven van de veiligheid tijdens de
verkiezingen. Op de verkiezingsdag is een gezamenlijke waarnemersmissie
van de `Organisatie van Amerikaanse Staten' (OAS) en de `Caribische
Gemeenschap' (CARICOM) aanwezig om de verkiezingen te monitoren.
^Nederland heeft binnen de EU gepleit voor het sturen van EU-waarnemers
naar Haïti. De EU heeft echter besloten geen EU-waarnemers te sturen
vanwege de beperkte financiële middelen en capaciteit. Wel ondersteunt
de EU de verkiezingen met een bijdrage van 5 miljoen euro aan UNDP en
stuurt de EU twee EU-verkiezingsexperts om het verkiezingsproces te
monitoren.
^
^EU-inzet
^De EU is actief betrokken bij de humanitaire hulpverlening en
wederopbouw. De EU behoort tot de groep van grootste donoren. ECHO
heeft tot nu toe 120 miljoen euro ter beschikking gesteld voor
humanitaire hulpverlening. In lijn met de toezeggingen van Hoge
Vertegenwoordiger Ashton in NY heeft de EU een lange termijn
betrokkenheid bij de wederopbouw en ontwikkeling van Haïti. De Europese
Commissie heeft voor de periode 2010-2013 tot nu toe in totaal 522
miljoen euro toegezegd voor de (vroege) wederopbouw en ontwikkeling van
Haïti. Momenteel werkt de Europese Commissie aan de herziening van het
`Country Strategy Paper' (CSP) voor Haïti. De vastgestelde prioriteiten
zijn: infrastructuur, begrotingssteun en capaciteitsopbouw (goed
bestuur en decentralisatie). Nederland pleit binnen de vastgestelde
prioriteiten voor meer aandacht voor de ontwikkeling van de
landbouwsector in algemene zin, alsmede de inzet van middelen voor de
ontwikkeling van rurale infrastructuur.
^
^Nederlandse inzet voor noodhulp en wederopbouw
^Haïti is geen OS-partnerland voor Nederland. De huidige betrokkenheid
van Nederland in Haïti is uitsluitend gelegen in de bijdrage aan
humanitaire hulp en de wederopbouw na de aardbevingsramp. Nederland
behoort niet tot de grootste donoren voor Haïti en heeft tijdens de
donorconferentie in New York geen nieuwe bijdrage toegezegd bovenop de
reeds toegezegde middelen voor humanitaire hulpverlening en wederopbouw
(via voornamelijk de SHO).
^
^Nederland heeft geen ambassade in Port-au-Prince en opereert vanuit de
Nederlandse ambassade in Santo Domingo. Vanaf 1 december a.s. wordt
deze ambassade tijdelijk uitgebreid met een Haïti-medewerker, die
frequent vanuit Santo Domingo in Haïti zal verblijven om de situatie in
het veld te monitoren. Ter voorbereiding van deze functie verbleef een
kwartiermaker van het ministerie van Buitenlandse Zaken afgelopen zomer
in Haïti. Nederland volgt tevens via de VN en EU de humanitaire
situatie en wederopbouwfase nauwgezet.
^
^Nederland heeft kort na de ramp via diverse kanalen substantieel
bijgedragen. Nederland heeft 1 miljoen euro via de Internationale
Federatie van het Rode Kruis (IFRC) en 1 miljoen euro via het
VN-Hulpverzoek (WFP) beschikbaar gesteld voor noodhulp aan de
getroffenen, zoals voedsel, drinkwater, medische zorg, onderdak en
logistiek. Ter ondersteuning van de Haïtiaanse reddingsoperaties heeft
Nederland een `urban search and rescue (USAR)-team' gestuurd, evenals
de Hr. Ms. Pelikaan van de Koninklijke Marine.
^
^Tevens heeft Nederland via de Wereldbank bijgedragen aan multilaterale
schuldkwijtschelding. Nederland heeft 1,85 miljoen dollar verstrekt aan
het `Debt Relief Trust Fund' van de Wereldbank dat is aangewend voor de
kwijtschelding van alle schulden van Haïti, in totaal 38,8 miljoen
dollar, aan de Wereldbank.
^
^Nederland onderschrijft het belang van de private sector in de
wederopbouw en ontwikkeling van Haïti. Daartoe heeft Nederland kort na
de ramp het `Programma Uitzending Managers' (PUM) opengesteld, waardoor
Nederlandse experts op diverse terreinen als landbouw en water ter
ondersteuning van het Haïtiaanse bedrijfsleven kunnen worden ingezet.
Momenteel wordt bezien of andere instrumenten ter ondersteuning van het
Nederlandse bedrijfsleven in Haïti kunnen worden opengesteld.
^
^Nederlandse steun aan de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO)
^Via een Publieksactie voor Haïti van de Samenwerkende Hulporganisaties
(SHO) werd ruim 111 miljoen euro bijeengebracht, waarvan 41,7 miljoen
euro is bijgedragen door de centrale Nederlandse overheid. Van deze
bijdrage is 12 miljoen euro bestemd voor humanitaire hulpverlening en
29,7 miljoen euro voor de wederopbouw. Het bedrag voor humanitaire hulp
is in mei jl. aan de SHO overgemaakt. De bijdrage voor wederopbouw
wordt op basis van een strategisch wederopbouwplan van de SHO vanaf
2012 in tranches uitbetaald. De noodzaak en mogelijkheid van een
eerdere uitbetaling in 2011 wordt onderzocht. In de tussenliggende
periode maakt de SHO gebruik van de andere gedoneerde gelden. De
wederopbouwfase zal naar verwachting tussen 2011 en 2015 plaatsvinden.
^
^Transparantie van de bestedingen en de bereikte resultaten staan
voorop. SHO heeft voor de leden een opzet gemaakt voor een duidelijke
verslaglegging over de besteding van het geld
(verantwoordingssystematiek) dat de basis is voor het Beheersplan
(eerder `auditplan' geheten). De Algemene Rekenkamer heeft de SHO
daarbij geadviseerd. Ook het ministerie van Buitenlandse Zaken was
daarbij betrokken. Het Beheersplan is ook de basis voor de
rapportageverplichtingen die vervolgens in de subsidiebeschikking van
het ministerie van Buitenlandse Zaken aan SHO zijn opgenomen.
^SHO zal elk jaar een financiële- en inhoudelijke rapportage indienen
bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Deze rapportages gaan over
de besteding van de opbrengst van de SHO-publieksactie, inclusief de
bijdrage van het ministerie. De SHO rapporteert regelmatig aan het
publiek over de voortgang in uitvoering van de hulpactiviteiten ^^2 .
Ook zal SHO jaarlijks de jaarrekening van SHO en de
accountantsverslagen van de deelnemende organisaties indienen bij het
ministerie van Buitenlandse Zaken. Als ook de wederopbouwfase afgerond
is (eind 2015) zal SHO nog een inhoudelijke- en financiële
eindrapportage indienen. Daarnaast vindt er met regelmaat
voortgangsoverleg plaats. Ook zullen er (tussentijdse) evaluaties
worden uitgevoerd.
^
^Nederlandse bijdrage voor cholerabestrijding
^Nederland heeft een bijdrage toegezegd van 500.000 euro via UNICEF
voor het specifieke VN-noodhulpverzoek voor cholerabestrijding. De
totale omvang van dat noodhulpverzoek bedraagt 164 miljoen US dollar.
UNICEF speelt een zeer belangrijke en actieve rol bij cruciale aspecten
van de cholerabestrijding; het verstrekken van schoon drinkwater,
verbetering van de sanitaire voorzieningen en gezondheidszorg voor
jonge kinderen en hun moeders.
^
^Monitoring van de Nederlandse bijdragen voor humanitaire hulp
^Nederland blijft via diverse kanalen als de VN, het Internationale
Rode Kruis en andere hulporganisaties op de hoogte van de situatie en
voortgang van de hulpverlening. Voorts brengt ook de Nederlandse
ambassade in Santo Domingo rapportages uit. Tevens werden vanuit het
ministerie van Buitenlandse zaken diverse korte en langere bezoeken
gebracht aan Haïti. Doel daarvan was zich ter plaatse te informeren
over de stand van zaken van de humanitaire hulp, in dialoog te treden
met de Haïtiaanse overheid, de betrokken VN-organisaties en andere
hulporganisaties, alsmede toezicht te houden op de uitvoering en
monitoring van activiteiten van de SHO.
^
^Bevindingen van deze bezoeken in de periode mei - augustus jl. zijn
dat de noodhulp en de VN-coördinatie goed zijn verlopen. Voorts wordt
de hulp geboden door professionele humanitaire organisaties, die kennis
en ervaring met grote humanitaire hulpoperaties koppelen aan ervaring
in het veld. Veel betrokken hulporganisaties (zoals SHO-leden) waren
reeds actief in Haïti en hebben hun lokale netwerk en kennis ingezet om
hulp te bieden. De VN en hulporganisaties werken samen binnen
zogenaamde clusters op elk deelgebied waarop hulp wordt verleend, zoals
onderdak, water, voedsel en logistiek. Tevens is in het OCHA-kantoor in
Port-au-Prince een NGO-coördinatiepunt opgericht, dat ondersteunt bij
de coördinatie van NGO's onderling, tussen NGO's en de VN en bij het
opnemen van (lokale) NGO's binnen de humanitaire coördinatiestructuur.
^Knelpunt is met name de overgang van noodhulp naar wederopbouw,
waarmee de zwakke capaciteit en de besluitvaardigheid van de Haïtiaanse
overheid een rol speelt. Ook belemmert de onduidelijkheid over
landrechten het bouwen van nieuw onderdak, naast het feit dat er in
Port-au-Prince door het puin nauwelijks ruimte is onderdak te bouwen.
VN en hulporganisaties voeren druk uit op de Haitiaanse overheid om
deze situatie te verbeteren.
^
^Nederland blijft de komende periode de situatie in Haiti nauwgezet
monitoren.
^1 Nederland draagt sinds 2006 jaarlijks 40 miljoen euro bij aan dit
VN-Noodhulpfonds
^2 www.haitinu.nl
^
Ministerie van Buitenlandse Zaken