Rijksoverheid
1
2010Z15864
Antwoorden van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op de vragen van het
lid W. Hachchi aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over 'de
wervingscampagne van het Rijk terwijl er grootschalige bezuinigingen en inkrimpingen op het
ambtenarenapparaat zijn aangekondigd' (Ingezonden 4 november 2010).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht 'Het Rijk werft weer, voor 58 vacatures?'
Antwoord 1:
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat het Rijk onlangs een nieuwe campagne is gestart voor de werving van personeel?
Antwoord 2:
De huidige arbeidsmarktcampagne van de Rijksoverheid loopt sinds september 2007. In die
periode zijn er gemiddeld twee campagneperioden per jaar geweest. De campagne richt zich zowel
op werving als positionering van de Rijksoverheid als werkgever. Omdat het aantal vacatures bij de
Rijksoverheid sterk is teruggelopen is de campagne sterk versoberd. In de eerste twee weken van
december zal er online nog een kleine campagne gevoerd worden, gericht op positionering van de
Rijksoverheid als werkgever; daarna houdt deze campagne op. Begin 2010 is een nieuwe
arbeidsmarktstrategie voor de Rijksoverheid geformuleerd, die rekening houdt met veranderende
omstandigheden op de arbeidsmarkt en bij de Rijksoverheid. Het contract met de uitvoerder van
de huidige campagne is per 1 november afgelopen. Er is recent een Europese aanbesteding
afgerond om een contract met een nieuwe partij voor de komende jaren af te sluiten. Samen met
deze nieuwe uitvoerder wordt gewerkt aan een passende nieuwe arbeidsmarktcampagne.
Vraag 3
Hoe verhoudt de doelstelling om het imago van het Rijk als werkgever in stand te houden zich tot
de realiteit van aangekondigde bezuinigingen en inkrimpingen van het personeelsbestand van het
Rijk?
Antwoord 3:
Het blijven investeren in de positionering en imago van het Rijk als werkgever vereist voor de
lange termijn permanente aandacht. Weliswaar is op de korte termijn slechts een beperkt aantal
vacatures te verwachten, maar op de lange termijn zal het Rijk weer beroep moeten doen op de
arbeidsmarkt. Wanneer het Rijk daar nu niet herkenbaar blijft als aantrekkelijk en onderscheidend
werkgever, is in de toekomst een grote investering nodig om het imago weer van af het begin op
te bouwen.
Vraag 4
Is, alle argumentatie van de campagnemanager van Expertisecentrum Arbeidsmarktcommunicatie
Rijk meegenomen, een campagne met posters op treinstations gepast indien er maar 58 vacatures
op de site van de Rijksoverheid staan en een groot aanbod aan vacatures voorlopig niet verwacht
kan worden?
Antwoord 4:
Zoals het antwoord op vraag 2 al aangeeft, is deze imagocampagne van het Rijk niet gericht op de
werving voor vacatures, maar op positionering van de Rijksoverheid als werkgever.
Vraag 5
Deelt de mening dat met, het oog op de grootschalige bezuinigingen op het aantal ambtenaren,
deze campagne een onjuiste suggestie wekt bij het publiek over werkmogelijkheden bij het Rijk en
het daarmee ongepast is op deze wijze zichtbaar te willen blijven als aantrekkelijke aanbieder op
de arbeidsmarkt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5:
Nee, ik deel die mening niet. Een grote werkgever dient op zijn minst zichtbaar te blijven op de
arbeidsmarkt. Wel is relevant op welke wijze dit zal gebeuren. Dit is onderdeel van de nieuwe
arbeidsmarktcommunicatiestrategie van de Rijksoverheid, die begin 2010 is geformuleerd. Deze
strategie vormt de richtlijn bij de uitwerking van een nieuwe arbeidsmarktcampagne voor de
2
Rijksoverheid, zodat veranderende omstandigheden op de arbeidsmarkt en bij de Rijksoverheid
daarbij worden betrokken.
Vraag 6
Op welke termijn denkt u dat er bij het Rijk weer veel vacatures te vinden zijn gelet op het in het
artikel aangevoerde argument dat de overheid zichtbaar moet blijven zodat werknemers het Rijk
snel weten te vinden op het moment dat er weer veel vacatures te vinden zijn? Waar baseert u
deze verwachting dit op?
Antwoord 6:
Op grond van de samenstelling van het personeel bij het Rijk eind 2009 zal de grote uittocht bij het
Rijk op grond van pensionering zijn hoogtepunt bereiken na 2020. Ter illustratie: tot 2015 zullen
naar verwachting gemiddeld ruim 1.200 mensen per jaar met pensioen gaan. In de periode 2015
tot 2020 gaat het om ruim 3000 mensen en in de periode na 2020 is dat naar verwachting
opgelopen tot gemiddeld 4.000 per jaar. Daarbij is rekening gehouden met verhoging van de
pensioenleeftijd naar 66 in 2020. Daarnaast zal uiteraard ook normale uitstroom plaatsvinden.
Vooral het feit dat jongere ambtenaren een kortere verblijfsduur in de rijksdienst hebben dan hun
oudere collega's maakt, dat werving van vooral jongeren noodzakelijk blijft.
Vraag 7
Verwacht u over vier of vijf jaar dat er hoge nood bij het Rijk zal ontstaan vanwege het vertrek van
een groot aantal ambtenaren in verband met het behalen van pensioengerechtigde leeftijd? Zo ja,
waar baseert u deze verwachting op?
Antwoord 7:
Op grond van de resultaten, vermeldt in de beantwoording van vraag 6 verwacht ik over vier of vijf
jaar nog geen hoge nood vanwege het vertrek van grote aantallen ambtenaren. Wel zal vanaf die
tijd het aantal ambtenaren dat met pensioen gaat jaarlijks flink stijgen. Of dit tot hoge nood leidt is
mede afhankelijk van de keuzes die gemaakt worden bij de voorliggende bezuinigingstaakstelling
en van de samenstelling van het personeelsbestand van afzonderlijke diensten.
Vraag 8
Kunt u inzicht bieden in de verwachte kostenpost die de beoogde leegloop gaat opleveren wat
betreft de dan uit te zetten wervingstrajecten? Hoe verhouden deze kosten zich tot de door het
kabinet beoogde bezuiniging op en inkrimping van het ambtenarenapparaat?
Antwoord 8:
Dat is moeilijk te zeggen. Het hangt af van de wervingsmethoden en de wervingskosten op dat
moment.
Vraag 9
Hoe zorgt u er voor dat talentvolle ambtenaren die relatief kort bij het Rijk werken behouden
worden, zodat zij over vier of vijf jaar kunnen doorstromen naar de vacante functies?
Antwoord 9:
Ook in tijden van krimp is behoud van kwaliteit van groot belang. Binnen de mogelijkheden die het
sociaal flankerend beleid biedt zal zoveel mogelijk geprobeerd worden (jonge) talentvolle
medewerkers uit de bedoelde categorie voor het Rijk te behouden. Overigens blijkt uit onderzoek
dat jongere werknemers zich anders gedragen op de arbeidsmarkt, ze hechten minder aan vaste
banen en zijn sneller mobiel. Het zou dus kunnen dat zij eerder reageren op de verwachte krimp
door zich te oriënteren op werken buiten het Rijk.