Rijksoverheid
Speech van de minister van Infrastructuur en Milieu, Melanie Schultz van
Haegen, congres Transport en Logistiek Nederland, Hilversum, zaterdag 20
november 2010
Toespraak | 22-11-2010
Versterking van de economie, meer vrijheid voor regio's en ondernemers
en een krachtige uitvoering met vereenvoudigde regels. Die drie
elementen krijgen prioriteit in het beleid van minister Schultz van
Haegen. De minister schetste haar ambities voor de komende jaren
tijdens het congres van Transport en Logistiek Nederland op 20
november. "Ik focus op de regio's die cruciaal zijn voor onze nationale
economie. Dat zijn de gebieden waar de meeste ondernemers actief zijn,
de meeste mensen wonen en het meeste geld verdiend wordt. Concreet gaat
het om Amsterdam/Schiphol/Utrecht, Rotterdam/Den Haag en
Eindhoven/Venlo." De minister riep de transportondernemers op verder te
kijken dan de weg. "Ik investeer niet voor niets honderden miljoenen in
vaarwegen, spoor en multimodale knooppunten. Dan verwacht de
belastingbetaler ook dat vervoerders daar maximaal gebruik van maken."
Meneer Sakkers, dames en heren,
Fijn dat ik aan het slot van een drukke zaterdag in uw midden kan zijn.
Het was even passen en meten met de agenda. Maar mede dankzij de
flexibiliteit van TLN is het gelukt.
Het is goed dat we elkaar ontmoeten.
Want we beleven een spannende tijd.
De crisis die eind 2008 begon, heeft er bij u fors ingehakt.
2009 was een heftig jaar voor de duizenden transportbedrijven in
Nederland.
De vervoersvraag kromp met meer dan 10 procent.
Uw winstmarges kwamen onder grote druk te staan.
Voor een aantal van u was het echt erop of eronder.
Ik herinner me nog goed dat vorige winter, ondanks weeralarm en chaos
op de weg, de schappen in de winkels gewoon gevuld waren.
Dankzij u!
Ongelofelijk hoe u óók in gure tijden `on the move' blijft.
Gelukkig schemert er economisch gezien wat licht door de wolken.
Ik zeg niet dat uw zorgen voorbij zijn.
Maar het goederenvervoer trekt weer aan.
U bent weer op zoek naar nieuw personeel.
En misschien denkt u zelfs weer voorzichtig na over nieuw materieel.
In ieder geval meldt DAF Trucks in Eindhoven dat de truckmarkt weer op
toeren komt.
Hoe diep de crisis was, blijkt uit cijfers van het Kennisinstituut voor
Mobiliteitsbeleid.
Dat voorspelt dat het goederenvervoer pas in 2015 weer op het niveau
zal zijn van vlak voor de crisis.
Het is geen dip geweest, maar een krater.
Herstel komt niet vanzelf. Het vereist hard werken.
Van u. En van ons als bestuurders.
Ik wil ervoor zorgen dat ons prille herstel niet geremd wordt door
oplopende files en vertragingen.
Files kosten ons land een kleine 3 miljard euro per jaar. En een derde
daarvan komt ten laste van u (het vrachtverkeer).
Zonde van uw tijd. Zonde van het geld.
Ik kan me voorstellen dat u wilt weten welke lijn ik de komende jaren
ga volgen.
Weest u gerust: aan het eind van een welbestede zaterdag ga ik geen
lange redevoering afsteken.
Maar een paar hoofdlijnen wil ik u graag meegeven.
In mijn aanpak staan drie elementen centraal:
* Versterking van onze economie;
* Vrijheid waar dat mogelijk is;
* Krachtige uitvoering.
Versterking economie
Versterking van onze economie is essentieel.
Ik kan een euro van de belastingbetaler (ook van ú dus), maar één keer
uitgeven. Bovendien staan we als kabinet voor grote ombuigingen.
De totale begroting van mijn ministerie is ongeveer even groot als het
bedrag dat het rijk jaarlijks kwijt is aan rentebetalingen op de
nationale schuld (rond de 12 miljard euro).
Als ondernemer begrijpt u: daar moet iets aan gebeuren.
Daarom focus ik op de regio's en de verbindingen die cruciaal zijn voor
onze nationale economie.
Dat zijn de gebieden waar de meeste ondernemers actief zijn, waar de
meeste mensen wonen en waar het meeste geld verdiend wordt.
Concreet gaat het om:
* regio Amsterdam-Schiphol-Utrecht;
* regio Rotterdam-Den Haag;
* regio Eindhoven-Venlo.
Voor capaciteitsuitbreidingen van wegen, vaarwegen, spoor en regionaal
OV is de komende 10 jaar in totaal zo'n 40 miljard euro gereserveerd.
Hiervan is ruim de helft bestemd voor wegen.
In ieder geval komt er tot 2015 minstens 800 kilometer aan rijstroken
bij.
Dat is zo'n 6 procent van het totaal aantal rijstrookkilometers op het
hoofdwegennet.
Daarnaast wil ik kijken of we meer privaat geld kunnen aantrekken voor
infrastructuur.
De afgelopen jaren is een begin gemaakt met publiek-private
samenwerking.
Daarbij dagen we de markt uit met efficiënte en effectieve oplossingen
te komen. Oplossingen op het gebied van ontwerp en bouw, maar ook van
beheer, financiering en onderhoud van infrastructuur.
De overheid is de regisseur; de markt is de creatieve kracht die het
wáármaakt.
Ik wil goed kijken naar de mogelijkheden om pensioenfondsen, banken en
andere private partijen meer te betrekken bij het vergroten van de
capaciteit van onze infrastructuur. Tolheffing is daarbij een optie.
Maar laat één ding duidelijk zijn: dat geldt alléén voor nieuwe, extra
infrastructuur.
Op het gewone wegennet gaan we geen tol heffen. Mensen hebben al voor
wegen betaald via de belastingen. Ze hoeven niet nóg een keer te
betalen.
Dus ook geen kilometerheffing.
Onze zuiderburen willen alleen voor vrachtwagens een kilometerheffing
invoeren. Het kabinet is daar tegen.
Mark Rutte heeft dat helder gezegd bij zijn kennismaking met de Vlaamse
minister-president Kris Peeters.
Een kilometerheffing voor vrachtwagens is niet de beste manier om files
te bestrijden.
Wij kiezen voor investeren in infrastructuur en voor een efficiënt
gebruik daarvan.
Ik doe ook een beroep op u om de infrastructuur die we bouwen zo goed
mogelijk te benutten.
Mijn mensen van Rijkswaterstaat en onze aannemers werken 's nachts en
in het weekend keihard om wegen te verbreden en te onderhouden.
Allemaal om de doorstroming op gang te houden.
U kunt meehelpen door de schaarse en dure capaciteit zo slim mogelijk
te gebruiken.
Bijvoorbeeld door meer gebruik maken van de rustige uren. En door zo
efficiënt mogelijk te werken en vracht te bundelen.
Daarbij hoort ook: verder kijken dan de weg.
Ik investeer niet voor niets honderden miljoenen belastinggeld in
multimodale knooppunten en versterking van vaarwegen en spoor.
Dan verwacht de belastingbetaler óók dat vervoerders daar maximaal
gebruik van maken.
We moeten over grenzen durven heen kijken. U wordt van vervoerder
steeds meer regisseur. Veel verladers zijn op zoek naar transporteurs
en logistieke dienstverleners die hun totale vervoerbehoefte regelen.
Het is niet de vervoerswijze die centraal staat, maar de vraag hoe de
goederen zo snel en slim mogelijk van A naar B komen.
Logistiek moet een economisch topgebied van Nederland blijven, en ik
ben blij dat Transport en Logistiek Nederland die ambitie ondersteunt.
Vrijheid waar mogelijk
Dames en heren, versterking van onze economie staat centraal. Maar er
is meer.
Een tweede pijler van de aanpak die mij voor ogen staat is: zoveel
mogelijk vrijheid voor regio's, ondernemers en burgers om hun eigen
oplossingen te creëren.
We moeten af van het idee dat Nederland een marionettentheater is dat
vanachter Haagse bureaus wordt bespeeld. Daarom ga ik veel ruimtelijk
beleid decentraliseren. Nederland is een land van verscheidenheid, en
dat mag in het ruimtelijk beleid méér tot uiting komen.
Concreet betekent dat: geen bestuurlijke filevorming. Twee
bestuurslagen die zich ergens mee bemoeien is genoeg.
Dat biedt meer kansen voor ú om samenwerking te zoeken met partners in
de regio en samen nieuwe initiatieven van de grond te krijgen.
Krachtige uitvoering
De derde pijler van mijn agenda is: vereenvoudiging van regels en
procedures, om een krachtige uitvoering mogelijk te maken.
Besluitvorming in Nederland is nog steeds waden door stroop.
Natuurlijk moeten we zorgvuldig zijn. Infrastructuur moet goed ingepast
zijn in de omgeving. En de normen op het gebied van luchtkwaliteit en
geluid moeten worden gehaald.
Maar zorgvuldigheid mag nooit verworden tot besluiteloosheid.
Infrastructuur en milieu zijn bondgenoten, geen tegenpolen.
Files en vertragingen zijn bijzonder slecht voor het milieu! Dat wordt
wel eens vergeten.
De Crisis- en herstelwet wordt daarom permanent als het aan mij ligt.
Daarmee besparen we overbodige rompslomp en kunnen we projecten sneller
realiseren.
Ook gaan we de hele besluitvorming op een nieuwe manier inrichten:
sneller en beter. Daarmee kunnen we de totale looptijd van projecten
halveren van 14 tot 7 jaar.
En natuurlijk gaan we door met het verminderen van administratieve
rompslomp voor u.
De ministeries van Verkeer en Waterstaat en van VROM hebben de
afgelopen vier jaar de administratieve lasten voor het bedrijfsleven
met een kwart teruggedrongen.
Op die weg moeten we voort.
Tot slot
Dames en heren, versterking van de economie, vrijheid bieden waar dat
mogelijk is en een krachtige uitvoering.
Dat zijn mijn hoofdlijnen voor de komende periode.
Een periode waarin we samen uit het dal gaan klimmen.
Gemakkelijk wordt het allemaal niet.
Het geld klotst niet tegen de plinten.
We kunnen geen oplossingen kopen door de geldkraan open te zetten.
Maar dat is misschien eerder een voordeel dan een nadeel.
Door de beperkte middelen wordt een zwaar beroep gedaan op onze
creativiteit.
Op onze bereidheid samen te werken en alle mogelijkheden die er wèl
zijn, maximaal te benutten.
Het komt aan op karakter de komende jaren.
Als ik zie hoeveel veerkracht en moed u heeft getoond sinds 2008, dan
heb ik alle vertrouwen in onze samenwerking.
Ik heb er enorm veel zin in samen met u aan de slag te gaan.
Dank u wel.
Verantwoordelijk ministerie
* Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Voor vragen aan de Rijksoverheid bel Postbus51: 0800-8051