CDA
Smilde: Waardering voor manier waarop Koningin taak uitoefent
donderdag 18 november 2010
Deze week sprak de Tweede kamer over de begroting van Algemene Zaken.
Namens de CDA fractie vroeg Margreeth Smilde zich af hoe de
minister-president zal optreden in een land met tegenstellingen en een
samenleving die onzeker is vanwege alle veranderingen die staan te
gebeuren. Smilde: âRegeren is meer dan ⬠18 miljard aan
bezuinigingen binnenhalen. Wij vragen de minister-president hoe hij dat
ziet'. De premier van alle Nederlanders moet er ook voor staan dat
mensen in vrijheid hun leven kunnen leiden, hun zegje kunnen doen, hun
geloof kunnen belijden, enzovoort. Het regeerakkoord geeft aan dat âde
vrijheid is begrensd door wettelijke regelsâ. Daar valt juridisch geen
speld tussen te krijgen, maar het is toch meer. Wordt de vrijheid van
iemand niet begrensd waar hij de vrijheid van de ander raakt? Het
voluit respecteren van de vrijheid van anderen valt toch niet in
wettelijke regels vast te leggen, dat zou echt te beperkt zijn. Volgens
het CDA ligt daar ook de crux of mensen zich werkelijk thuis voelen in
ons land. Of ze nu nieuwkomer zijn, of moeite hebben een opleiding te
doen, een baan te vinden of te moeten leven met een handicap of
chronische ziekte. 'Gaat de Minister President zich daarvoor
inzetten of vindt hij het voldoende dat de vrijheid wordt beperkt door
wettelijke regels?', zo vroeg Smilde zich hardop af.Â
Â
Ook was zij nieuwsgierig naar zijn kijk op zijn internationale rol.
Zijn voorganger, premier Balkenende, was enkele malen uitgenodigd voor
de G-20 top en heeft de positie van Nederland binnen de EU verstevigd,
zelfs na de deuk die ons imago binnen de EU had opgelopen na het
afwijzen van het Grondwettelijk verdrag in 2005.
Â
Veel aandacht was er voor de toekomstige positie van het Koninklijk
Huis. Veel fracties willen daaraan tornen, maar hoe, bleef
onduidelijk. Smilde gaf naar aanleiding van het verzoek van de PvdA
tot een moderniseringsnotitie aan dat het CDA dit verzoek niet zou
steunen omdat het 'onduidelijk bleef, waar de nota nu precies over
zou moeten gaan'. Een aantal andere partijen wil een ceremonieel
koningschap, maar dan blijft wel de ministeriële verantwoordelijkheid
bestaan. Hoe dit staatsrechtelijk gezien georganiseerd moet worden,
bleef ook onduidelijk. 'Het standpunt van het CDA is duidelijk: er is
brede waardering voor de wijze waarop de koningin haar taken vervuld en
zolang er geen goede reden is iets te veranderen, moeten we dat ook
niet doen', zo besloot Smilde. Â