Rijksoverheid
Gerechtshof stelt Staat in het gelijk over status NEN-normen in Bouwbesluit
Nieuwsbericht | 17-11-2010
Het Gerechtshof Den Haag heeft zich op 16 november 2010 uitgesproken
over de status van NEN-normen in het Bouwbesluit 2003 en de Regeling
Bouwbesluit 2003. Het Gerechtshof heeft het eerdere vonnis van de
Rechtbank Den Haag vernietigd en geoordeeld dat NEN-normen, door
verwijzing ernaar in de bouwregelgeving, geen algemeen verbindende
voorschriften worden en niet gratis hoeven te worden verstrekt.
Het arrest van het Gerechtshof is gewezen in het kader van een civiele
procedure die door het bouwadviesbureau Knooble tegen onder andere de
Nederlandse staat is aangespannen. Knooble wil gratis de beschikking
krijgen over zogenaamde NEN-normen waarnaar in bouwregelgeving wordt
verwezen. De Rechtbank Den Haag stelde eerder in een vonnis van 31
december 2008 dat de bepalingen van het Bouwbesluit 2003 en de
Regeling Bouwbesluit 2003, voor zover daarin naar NEN-normen wordt
verwezen, niet verbindend zijn. De staat had tegen dit vonnis hoger
beroep aangetekend.
Het Gerechtshof geeft nu aan dat het feit dat in bouwregelgeving wordt
verwezen naar NEN-normen, niet betekent dat deze NEN-normen ook de
status krijgen van algemeen verbindend voorschrift. Het Gerechtshof
overweegt in dit kader dat NEN-normen niet zijn vastgesteld op grond
van een regelgevende bevoegdheid maar berusten op private afspraken
tussen vertegenwoordigers van organisaties in de bouwsector. Ook vindt
het Gerechtshof relevant dat de NEN-normen in de bouwregelgeving veelal
geen eisen stellen, maar slechts rekenmethodes bevatten. NEN-normen
zijn, zo stelt het Gerechtshof, voldoende kenbaar omdat ze kunnen
worden ingezien bij het Nederlands Normalisatie Instituut en tegen
betaling bij het NNI verkrijgbaar zijn. De kosten hiervan hebben voor
bedrijven in de bouw geen onaanvaardbare gevolgen. Een stelselwijziging
valt buiten de rechtsvormende taak van de rechter.
Het Gerechtshof oordeelt, in tegenstelling tot eerder de Rechtbank, dat
de NEN-normen in de bouwregelgeving algemeen geldend zijn en niet
bekend hoeven te worden gemaakt overeenkomstig de Bekendmakingswet.
Partijen kunnen tegen het arrest cassatie bij de Hoge Raad instellen.
Afzenders
* Ministerie van Veiligheid en Justitie
* Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie
* Ministerie van Justitie
Voor vragen aan de Rijksoverheid bel Postbus51: 0800-8051