ChristenUnie
Bijdrage Cynthia Ortega AO eerste voortgangsrapportage herzieningsoperatie
vanuit de WW
donderdag 04 november 2010 14:00
Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Voorzitter. Deze problematiek
begint op een soap te lijken. Steeds als het einde in zicht lijkt,
gebeurt er iets nieuws, waardoor er geen happy end kan komen. Daar heb
ik best wel problemen mee. Ik moet heel eerlijk zeggen dat mijn geduld
begint op te raken. Aangezien dit hoofdpijndossier onlangs aan deze
minister is overgedragen, wil ik vandaag in ieder geval openstaan voor
zijn antwoorden op mijn vragen.
De Kamer heeft er echt alles aan gedaan om ervoor te zorgen dat zij
samen met de minister een goede oplossing zou vinden voor deze
problematiek. De minister heeft toezeggingen gedaan en er zijn
afspraken gemaakt met de Kamer, maar tot mijn verbazing zijn een aantal
toezeggingen niet nagekomen. Daar wil ik vandaag wel helderheid over.
Om te beginnen zijn er signalen waaruit blijkt dat de herbeoordeling
niet onafhankelijk plaatsvindt. Bijna al mijn collega's hebben daar het
een en ander over gezegd. De minister heeft die onafhankelijkheid wel
toegezegd. In de brief van april 2010 schrijft de minister zelf dat
alle -- dus alle -- herzieningsverzoeken worden behandeld door een team
van juristen die niet eerder bij het dossier waren betrokken. Waarom is
dit nu toch anders gebeurd? Ik wil hierop graag een reactie van de
minister. Ook moet de minister zijn belofte waarmaken dat echt opnieuw
naar de zaken wordt gekeken. Nu horen wij dat de mensen die vroeger de
zaken hebben behandeld, bij de herbeoordeling zijn betrokken. Dat geeft
niet bepaald een gevoel van onafhankelijkheid of vertrouwen. Ik hoor
graag van de minister of hij dit beeld herkent. Is het waar dat
diezelfde mensen nu de herbeoordeling uitvoeren?
Andere geluiden zijn dat de verklaringen van cliënten het onderspit
delven bij de verklaring van de betrokken begeleiders. Volgens
betrokkenen wordt zelfs afgegaan op verklaringen van begeleiders die
zich nu plotseling weer allerlei zaken herinneren. Dus eerst hadden zij
geheugenverlies, maar nu niet meer. Laten wij vasthouden aan wat is
afgesproken: dossieronderzoek. Wat zwart op wit in het dossier staat:
dat telt. Kan de minister garanderen dat dit niet meer dan geruchten
zijn?
In de voorlichting over de statusregeling zijn grote fouten gemaakt.
Een omkering van de bewijslast is daarom absoluut op haar plaats. De
Nationale ombudsman heeft gezegd dat slechts in enkele gevallen echt
sprake was van fraude. Alle anderen zijn ten onrechte gedupeerd. Toch
volgt het UWV de omkering van de bewijslast nog steeds niet volledig.
Hier moet echt een einde aan komen. De minister heeft toegezegd
ruimhartig met de verzoeken om te gaan. Als het UWV niet kan aantonen
dat juiste en volledige informatie is gegeven, moet de gedupeerde een
positieve herbeoordeling krijgen. Gaat de minister dit eindelijk
regelen?
Het blijkt dat de boetes in sommige gevallen wel worden ingetrokken.
Dan wordt echter niet afgezien van terugvorderen. Ik kan mij herinneren
dat wij hierover een juridisch debat hebben gevoerd. De minister heeft
gezegd dat dit juridisch niet mogelijk is zonder dat de wet wordt
veranderd. Ik ben nu zover dat ik, net als de heer Klaver, zeg dat wij
de wet dan maar moeten veranderen. Graag hoor ik hierop een
klip-en-klare reactie van de minister. De minister moet ervoor zorgen
dat alle gedupeerden die gelijk hebben gekregen, niet maanden op hun
geld moeten wachten.
De criteria die worden toegepast om de herzieningen te beoordelen zijn
tot nu toe vaag. In de brieven die de gedupeerden ontvangen, is de
informatie hierover minimaal. Dit is ook tijdens de hoorzitting naar
voren gekomen. Na alles wat er is gebeurd, verwacht je toch een grotere
transparantie dan deze. Anders kan het vertrouwen nooit worden
hersteld. Dat kan wel door de cliënten een goed inzicht te geven in de
herziening. Het UWV moet per zaak duidelijk maken welke afwegingen er
per criterium in de beoordeling zijn gemaakt. Wil de minister dit
toezeggen?
De voorganger van deze minister heeft zich steeds niet zo flexibel
opgesteld. Na alles wat er is gebeurd, moeten wij echt actie ondernemen
opdat een oplossing wordt bereikt. De minister moet zich hier maximaal
voor inzetten. Ik roep de minister op om deze problematiek niet alleen
maar juridisch te bejegenen, maar ook te beoordelen uit een oogpunt van
deugdelijk bestuur en humaniteit. Ik ben het helemaal met mijn
collega's eens: laten wij alsjeblieft bekijken of de handleiding
inderdaad conform de motie-Ulenbelt c.s. wordt aangepast.
Cynthia Ortega