UMC Utrecht
Luchtwegproblematiek vaak over het hoofd gezien
De opsporing en behandeling van arbeidsgerelateerde luchtwegklachten
blijft in Nederland achter ten opzichte van ons omringende landen.
Nauwere samenwerking tussen bedrijfsartsen, ziekenhuizen en
wetenschappers kan dat verbeteren. Frits van Rooy concludeert dat in
zijn proefschrift.
In Nederland melden bedrijfsartsen minder gevallen van beroepsastma dan
op basis van getallen uit ons omringende landen te verwachten is.
Bedrijfsarts en promovendus Frits van Rooy denkt dat bedrijfsartsen
arbeidsgerelateerde luchtwegaandoeningen niet goed genoeg herkennen en
niet goed weten wat ze met de ziekte aan moeten. Het betekent dat
diagnose, behandeling en preventie van deze luchtwegklachten
achterblijven.
In zijn promotieonderzoek analyseerde Van Rooy luchtwegproblemen in
diverse bedrijven, onder meer een chemische fabriek, een fabriek voor
vloeibare wasmiddelen en een aluminiumgieterij en in de bakkerijbranche
. Zijn onderzoek suggereert een rol voor de stof diacetyl bij het
ontstaan van de "popcorn¬werkerslong", een ernstige longziekte die
voorkomt bij werknemers in de voedingsmiddelen¬industrie. Verder blijkt
blootstelling aan vloeibare wasmiddelenzymen bij te dragen aan
allergische astma en piekblootstelling aan irriterende stoffen bij
aluminiumgieters aan luchtwegproblematiek. Daarnaast blijkt vroege
opsporing van beroepsastma in de bakkerijbranche mogelijk te zijn.
In al deze gevallen zochten bedrijfsartsen de samenwerking met
wetenschappers omdat zij er niet in slaagden luchtwegklachten terug te
brengen tot concrete situaties in het bedrijf. Dankzij samenwerking
tussen arbeidsgeneeskunde, arbeidshygiëne, epidemiologie en klinische
gezondheidszorg slaagde dat wel.
Volgens Van Rooy pleiten zijn resultaten voor betere samenwerking
tussen bedrijfsartsen, de academische wereld en de gewone
gezondheidszorg. "De huidige bedrijfsgezondheidszorg is zelden gefocust
op het herkennen en voorkomen van arbeidsgerelateerde aandoeningen. De
bedrijfsarts richt zich nu voornamelijk op ziekteverzuim. Op die manier
zal het weinig toegevoegde waarde hebben bij de betere opsporing en
behandeling van arbeidsgelateerde luchtwegklachten."
Van Rooy denkt dat luchtwegproblematiek vaak over het hoofd gezien
wordt door zowel bedrijfsartsen als artsen in de gewone gezondheidszorg
. "Dit geldt voor veel werknemers die tijdens hun werk blootgesteld
kunnen worden aan mogelijk schadelijk stoffen in de lucht. Dat is dus
heel breed, het varieert van de chemische industrie tot aan de
bouwnijverheid."
Bedrijfsarts Frits van Rooy werkt bij het Utrechtse Institute for Risk
Assessment Sciences (IRAS), het Nederlands Kenniscentrum Arbeid en
Longaandoeningen en de Arbo Unie. Hij promoveert op 16 november aan het
UMC Utrecht.
maandag 15 november 2010