Rijksoverheid
Antwoorden PF opm BFV 1/5
32 500 C Vaststelling van de begrotingsstaat van het
Provinciefonds voor het jaar 2011
Nr. ... VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 27 oktober 2010
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1,
belast met het voorbereidende onderzoek van dit voorstel van wet, heeft
de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de
daarop gegeven antwoorden.
De op 26 oktober 2010 voorgelegde vragen zijn, bij brief van ........... 2010,
beantwoord door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare
behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De fungerend voorzitter van de commissie,
Van Beek
De waarnemend griffier van de commissie,
Hendrickx
Nr Vraag Blz
van tot
1 Op welke terreinen, met vermelding van het betreffende ministerie, is sprake van cofinanciering
door provincies van rijksbeleid in de periode 2006 - 2010 (inclusief besluiten
daarover)? Welke bedragen per ministerie en per provincie zijn hiermee gemoeid? Staan
deze co-financieringsafspraken onder druk nu ¤ 330 mln. wordt gekort op het provinciefonds?
Staan deze cofinancieringsafspraken onder druk nu op een aantal terreinen
bezuinigingen op specifieke uitkeringen in het regeerakkoord staan aangekondigd? Welke
van deze co-financieringsafspraken hebben betrekking op zaken die naar de mening van het
nieuwe kabinet niet meer tot de kerntaken van de provincies kunnen worden gerekend?
Antwoord
De fondsbeheerders houden geen systematisch overzicht bij over co-financieringsafspraken
van provincies met verschillende ministeries. Hiervoor wordt verwezen naar de ministeries
zelf. Ik weet echter dat er cofinancieringsafspraken zijn. Deze afspraken zijn vaak gemaakt
in bestuurlijk overleg over onder andere verkeer en vervoer, ruimte, water en natuur en op
het terrein van bedrijventerreinen, de jeugdzorg, monumentenzorg en bibliotheken. De
jeugdzorg hoort overigens wat dit kabinet betreft niet tot de kerntaken van de provincies. Ik
neem aan dat u doelt op de uitname van 300 miljoen zoals al was aangekondigd bij
voorjaarsnota 2010. Wij gaan ervan uit dat andere overheden zoveel mogelijk hun
afspraken zullen nakomen. Over de gevolgen van het regeerakkoord voor provincies en de
prioriteitstelling zal nog overleg plaatsvinden met provincies.
0
2 Welk financieel toezicht gaat de regering uitoefenen op de provincies in de Randstad nu
een herziening van het provinciaal bestuur in de Randstad in het regeerakkoord is
aangekondigd?
Antwoord
Ook bij toekomstige opschaling van het provinciaal bestuur in de Randstad, blijft financieel
toezicht door de minister van BZK op het niveau van provincies het uitgangspunt. Voor een
eventueel herindelingsproces van provincies geldt op grond van de Wet arhi dat preventief
0
Antwoorden PF opm BFV 2/5
financieel toezicht wordt ingesteld op het moment dat de arhi-procedure is gestart.
3 Op welke wijze wil de regering bewerkstelligen dat provincies zich alleen met hun
kerntaken bezighouden?
Antwoord
Door buiten de kerntaken geen taken aan de provincies in medebewind te geven, door geen
taken meer door het Rijk te financieren en door afspraken te maken met de provincies in
een eventueel bestuursakkoord.
0
4 Hoe wordt het proces ingericht met betrekking tot de op te richten Vervoer en
Infrastructuurautoriteit in de Randstad, inclusief het overdragen en uitnemen van
provinciale taken en eigendommen?
Antwoord
De komende maanden zal over de invulling van een in te stellen
infrastructuurautoriteit nader worden beslist. Het kabinet zal u hierover begin
2011 informeren.
0
5 Hoe wordt - formeel en qua timing - het regeerakkoord in de onderhavige begroting
verwerkt? Kunt u aangeven hoe een zorgvuldige en integrale beoordeling van de begroting
Provinciefonds 2011 door de Tweede Kamer wordt gewaarborgd?
Antwoord
Voor het provinciefonds zijn er voor 2011 geen consequenties vanuit het regeerakkoord.
Voor zover nu in beeld zullen de eerste consequenties zich voor 2012 en verder voordoen.
Deze consequenties worden opgenomen in de eerste suppletore begroting (voorjaarsnota)
2011. Zorgvuldige en integrale beoordeling van de begroting 2011 provinciefonds kan dan
ook op basis van de ontwerpbegroting 2011 (Tweede Kamer, 2010-2011, 32 500 C).
0
6 Over welke uitkeringen bestaat een verschil van opvatting tussen de regering en de
provincies?
Antwoord
De besprekingen over mogelijke toekomstige decentralisaties zowel naar gemeenten als
naar provincies moet nog plaatsvinden onder andere in het kader van eventueel te sluiten
bestuurskoorden. Het is nu dan ook nog te vroeg om uitspraken te doen over mogelijke
verschillen van opvatting tussen Rijk en provincies.
0
7 In hoeverre wijkt het nieuwe verdeelmodel, vanaf 2012, af van het huidige verdeelmodel?
Antwoord
Het vorige kabinet heeft toegezegd dat zij bij het nieuwe verdeelmodel rekening houdt met
de vermogens van de provincies. Deze lijn wil ik voortzetten. Op dit moment wordt
gewerkt aan het nieuwe verdeelmodel en daarom kan ik nog niet aangeven in hoeverre het
nieuwe verdeelmodel afwijkt het van het huidige verdeelmodel. Ik streef ernaar om de
nieuwe verdeling 1 januari 2012 in te laten gaan.
4
8 Wanneer stelt het kabinet het nieuwe verdeelmodel voor het Provinciefonds vast? Op welke
wijze wordt de Kamer hierbij betrokken?
Antwoord
Het is mijn streven om het nieuwe verdeelmodel op korte termijn met uw Kamer te
bepreken, zodat de provincies uiterlijk in de meicirculaire van 2011 helderheid krijgen over
4
Antwoorden PF opm BFV 3/5
de verdeling voor 2012. Er wordt bestuurlijk overleg gevoerd met de provincies. Het doel is
echter niet om met alle provincies tot overeenstemming te komen over de herverdeling. In
een eerder stadium zijn de provincies er met elkaar niet uitgekomen en daarom is aan de
fondsbeheerders gevraagd de knoop door te hakken. Dat ga ik doen.
9 Wat is de stand van zaken om tot een nieuwe verdeelsystematiek van het Provinciefonds te
komen? Is de doelstelling nog steeds om het nieuwe verdeelsysteem per 1 januari 2012 in te
laten gaan? Hoe wordt er met en tussen de provincies overeenstemming bereikt over de
herverdeling van het eigen vermogen van provincies? Welke rol spelen het ministerie en de
fondsbeheerders hierin?
Antwoord
Zie antwoord bij vraag 8.
4
10 Welke aanleidingen zijn er om van tijd tot tijd de prioriteiten van provincies als
collectiviteit te herzien? Zijn er voor 2011 andere prioriteiten gesteld? Zo ja welke en op
grond waarvan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De aanleiding kan bijvoorbeeld zijn dat er een andere opvatting komt over de taken van
provincies. Bijvoorbeeld provincies concentreren zich voornamelijk op het fysieke terrein
en niet of minder op het sociale terrein (Commissie Lodders; Ruimte, Regie en
Rekenschap). Voor 2011 zijn er geen concrete andere prioriteiten gesteld voor de
provincies. De eerste verandering a.g.v. het regeerakkoord is waarschijnlijk pas in 2012 en
verder.
5
11 Hoe komt het dat er in 2015 een relatief grote daling is van de uitkering van het
Provinciefonds per inwoner (figuur 2.2.2)?
Antwoord
Dit komt voornamelijk omdat in 2014 een aantal grotere decentralisatie-uitkeringen
aflopen, zoals Bodemsanering, Externe Veiligheid, Investeringsbudget Stedelijke
Vernieuwing en Bedrijventerreinen. Zie hiervoor ook tabel 3.3.1 bladzijde 13.
7
12 Wanneer wordt het rapport verwacht waarin de fondsbeheerders, VNG en IPO de
normeringssystematiek hebben geëvalueerd?
Antwoord
Het evaluatierapport normeringssystematiek gemeentefonds en provinciefonds zal naar
verwachting in november aan de Tweede Kamer worden aangeboden.
7
13 Hoe verhoudt het aanzienlijk hoger bedrag dat in 2011 voor de decentralisatieuitkeringen is
ingeboekt, zich tot het opnieuw invoeren van de normeringssystematiek? Hoe vindt de
indexatie van het bedrag van decentralisatieuitkeringen plaats?
Antwoord
De decentralisatie-uitkeringen (DU) hebben als zodanig geen relatie met de
normeringssystematiek. De DU wordt vooral gebruikt als de verdeling van de bedragen
over de provincies niet binnen de bestaande maatstaven van de algemene uitkering kan
en/of als de uitkering tijdelijk is. Wel is het zo dat de DU's vallen onder de grondslag van
de berekening van het accres. Verdeling van het accres gebeurt echter via de algemene
uitkering. Indexatie van de DU's zelf vindt in het jaar van overboeking via het
overboekende departement plaats.
10
14 Waarom is gekozen voor een decentralisatieuitkering voor muskusrattenbestrijding en niet 11
Antwoorden PF opm BFV 4/5
voor een integratieuitkering, nu het toch juist gaat om het beperken van herverdeeleffecten
en het bevorderen dat de uitkering uiteindelijk in het provinciefonds wordt opgenomen?
Antwoord
De muskusratten betreft per saldo een uitname uit het provinciefonds van 19 miljoen. Om
de herverdeeleffecten voor de provincies zo klein als mogelijk te houden is er voor gekozen
om in 2011 de uitname te realiseren door een vermindering van de algemene uitkering van
31, 469 miljoen en een eenmalige uitkering in de vorm van een decentralisatie-uitkering
van 12,469 miljoen. Per saldo is dat een uitname van 19 miljoen. Voor 2012 wordt gekeken
in hoeverre deze uitname kan meelopen in het nieuwe verdeelmodel. Er is dan ook geen
sprake van dat de eenmalige decentralisatie-uitkering structureel in het fonds wordt
opgenomen.
15 Waarom is in 2011 geen bedrag opgenomen voor de decentralisatieuitkering
Bedrijventerreinen?
Antwoord
Voor de uitvoering van de provinciale herstructureringsprogramma's stelt het Rijk via een
decentralisatie-uitkering ¤ 101 mln. beschikbaar. Deze middelen worden in de periode 2010
t/m 2014 uitgekeerd conform een met de provincies overeengekomen kasritme. Hierbij
is rekening gehouden met de financieringsbehoefte van provincies. In 2011 vindt volgens
dit ritme geen betaling plaats.
12
16 Wat wordt bedoeld met de mededeling in het regeerakkoord dat de mogelijkheid van het
verhogen van opcenten op de motorrijtuigenbelasting verder wordt beperkt?
Antwoord
In het regeerakkoord is de aanscherping van de huidige wettelijke normering van de
provinciale opcenten op de motorrijtuigenbelasting gekoppeld aan kortingen op naar de
provincie gedecentraliseerde taken. De resterende onderdelen die na ombuigingen resteren
van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en Inrichting Landelijk Gebied (ILG) en de
Regionale Historische Centra worden immers gedecentraliseerd naar provincies met een
korting op het budget van 25%. Het kabinet wil voorkomen dat deze kortingen worden
afgewenteld op de autobezitters. De wijze van normering wordt door de minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretaris van Financiën nog bezien.
14
17 Waarom is er geen totaaloverzicht van de uitgavenclusters bij gemeenten en provincies?
Antwoord
De omvang van de uitgavenclusters van het gemeentefonds wordt jaarlijks gepubliceerd in
het 'Periodiek onderhoudsrapport gemeentefonds' die als bijlage is opgenomen bij de
begroting van het gemeentefonds. De omvang van de uitgavenclusters van het
provinciefonds wordt jaarlijks opgenomen in de publicatie 'De provinciale financiën, Een
interprovinciale vergelijking' van het ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties. Deze publicatie over 2010 wordt naar verwachting in november aan de
Kamer gestuurd.
14
18 Mogen provincies van u een eigen belastinggebied behouden? Hoe gaat die belasting eruit
zien?
Antwoord
Een eigen belastinggebied van een democratisch gelegitimeerd orgaan bevordert de
effectieve en efficiënte besteding van overheidsmiddelen. Het kabinet vindt het daarom van
belang dat de provincies hun enige substantiële eigen belastinggebied behouden. Het
regeerakkoord gaat dan ook uit van normering, maar behoud van de opcenten op de
14
Antwoorden PF opm BFV 5/5
motorrijtuigenbelasting. Voor het overige wordt geen invoering van nieuwe provinciale
belastingen voorzien.