Raad van State
Mediagevoelige uitspraken
Mediagevoelige uitspraken
Wekelijks doet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op
de woensdagen in een groot aantal zaken een uitspraak. De
persvoorlichters van de Raad van State maken op maandag een selectie
van de uitspraken die interessant kunnen zijn voor de media. Deze
selectie vindt u op deze pagina en wordt iedere maandag om 14.00 uur
vernieuwd. Een overzicht van alle uitspraken die op de woensdag worden
gedaan, staat in de rubriek Hoofdzaken.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van
de Raad van State.
Op woensdag kunt u vanaf 10.15 uur de volledige tekst van deze
uitspraken lezen.
10 uitspraken gevonden
pagina: 1
1. 200910269/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 10 november 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Wegenwet
inhoudsindicatie:
(Onttrekking aan openbaarheid deel woningbouwproject Plan Van Gool in
Amsterdam)
Uitspraak over het besluit van de stadsdeelraad van Amsterdam-Noord om
de woonstraten, galerijen, onderdoorgangen en verbindingsbruggen van
het Plan Van Gool aan de openbaarheid te onttrekken. Het Plan Van Gool
is een woningbouwproject van architect Van Gool dat eind jaren zestig
in Amsterdam-Noord is gerealiseerd. Het bevat ruim elfhonderd woningen
in totaal elf woonblokken van vijf woonlagen. Op de derde verdieping
van de woonblokken liggen woonstraten die onderling aan elkaar zijn
verbonden door verbindingsbruggen. Op de begane grond bevinden zich
galerijen die in verbinding staan met onderdoorgangen en wandelpaden
door openbaar groen. Een van de karakteristieken van het Plan Van Gool
is het openbare karakter ervan. Volgens het stadsdeel zal het afsluiten
van de verschillende onderdoorgangen en trappenhuizen tot een situatie
leiden waarbij de veiligheidsbeleving van een aanmerkelijk deel van de
bewoners wordt vergroot. Daarom heeft het stadsdeel hiertoe besloten op
verzoek van de woningbouwcorporaties Ymere en Eigen Haard. Als gevolg
hiervan zijn de woonstraten en de verbindingsbruggen alleen nog maar
voor bewoners en bezoekers van de woonblokken toegankelijk. Twee
bewoners zijn het niet eens met het besluit van de stadsdeelraad.
Volgens hen heeft het stadsdeel niet onderbouwd waarom afsluiting leidt
tot toename van de veiligheid en de veiligheidsbeleving. Het zal
volgens hen juist tot nog meer onveiligheid leiden. Ook zullen de
brievenbussen aan de bovenstraten naar de begane grond moeten worden
verplaatst. De bewoners zijn het niet eens met de extra loopafstand.
Daarom zijn zij in hoger beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zie ook de uitspraak met
zaaknummer 200910313/1 die de Raad van State eveneens op 10 november
2010 openbaar maakt. Die zaak gaat over de bouwvergunning die het
stadsdeel Amsterdam-Noord heeft verleend voor het plaatsen van dertien
entreegebouwen ter plaatse van de hoofdtrappenhuizen van het Plan Van
Gool. De Raad van State heeft beide zaken op 15 juli jl. op zitting
behandeld.
2. 201000284/1/M2
datum van uitspraak: woensdag 10 november 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Vee en andere dieren
inhoudsindicatie:
(Milieuvergunning nertsenhouderij in Gemert-Bakel)
Uitspraak over de milieuvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Gemert-Bakel heeft verleend voor een nieuwe
nertsenhouderij in Elsendorp. De vergunning maakt het mogelijk bijna
18.000 nertsen te houden op een locatie waar eerder een melkveehouderij
was gevestigd. De Stichting Bont voor Dieren en twee omwonenden zijn
tegen deze vergunning in beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij vrezen voor
geluidsoverlast. Volgens hen worden de geluidsvoorschriften al
regelmatig overtreden, en kan vooral aan de nachtelijke geluidsnorm uit
de vergunning niet worden voldaan. De Raad van State heeft zich in
april 2009 al eerder uitgesproken over deze vergunning. Die uitspraak
met zaaknummer 200802417/1 is te vinden op deze site. Naar aanleiding
van die uitspraak moest het gemeentebestuur een nieuw besluit nemen.
Over dat besluit gaat deze uitspraak. De Raad van State heeft de zaak
op 20 september jl. op zitting behandeld.
3. 201002051/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 10 november 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Wet openbaarheid van bestuur
inhoudsindicatie:
(Openbaarmaking bedrijfsnamen op internet na boetebesluit OPTA)
Uitspraak over de openbaarmaking van een boetebesluit van OPTA. In
november 2007 heeft OPTA aan vijf bedrijven en particulieren een totale
boete van EUR 1.000.000 opgelegd vanwege overtreding van de
telecommunicatieregels. Na oplegging van de boete heeft OPTA op grond
van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) besloten om het boetebesluit
openbaar te maken op de website van de OPTA, zonder daarbij de
bedrijfsnamen te anonimiseren. Wel zijn bedrijfsvertrouwelijke gegevens
en persoonsgegevens weggelaten. Openbaarmaking van de bedrijfsnamen in
een boetebesluit kort nadat de boete is opgelegd, dient volgens OPTA
een groot, publiek belang. Het zou de betrokken bedrijven weerhouden om
weer in de fout te gaan en potentiële overtreders afschrikken. Verder
is naar de mening van OPTA publicatie van de namen van overtreders van
belang om consumentenbelangen te beschermen. De bedrijven zijn het hier
niet mee eens. Zij vinden dat OPTA te ver gaat door hun bedrijfsnamen
te publiceren en dat OPTA haar doel, preventie en bescherming, ook op
een andere manier kan bereiken. Door de openbaarmaking van hun
bedrijfsnamen zouden de bedrijven schade lijden en zouden potentiële
klanten worden afgeschrikt. Ook wordt met de publicatie van de
bedrijfsnamen in zo'n vroeg stadium vooruitgelopen op een rechterlijk
oordeel over de rechtmatigheid van de boete. Ten slotte zouden de
bedrijven door openbaarmaking van hun naam extra worden gestraft. De
rechtbank in Rotterdam oordeelde in januari 2010 dat de bedrijven
mogelijk ernstige en onherstelbare schade lijden bij openbaarmaking van
hun naam, zeker wanneer de rechter nog niet definitief geoordeeld heeft
of de boete terecht is opgelegd. Ook had OPTA naar het oordeel van de
rechtbank beter moeten motiveren waarom openbaarmaking zo kort na het
opleggen van het boetebesluit gerechtvaardigd is met het oog op de
preventie en de bescherming van de belangen van anderen. OPTA is het
niet eens met deze uitspraak en is daartegen in hoger beroep gekomen
bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die heeft de
zaak op 6 september jl. op zitting behandeld.
4. 201002475/1/H2
datum van uitspraak: woensdag 10 november 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Verordeningen
inhoudsindicatie:
(Onenigheid over bomenlijst van de gemeente Cromstrijen)
Uitspraak over de vaststelling van de 'bomenlijst Cromstrijen' door het
college van burgemeester en wethouders van die gemeente. Op deze
bomenlijst is onder meer een rode beuk aan de Rijksstraatweg in
Klaaswaal als monumentale boom aangemerkt, omdat de boom ouder dan 80
jaar is. Gevolg van de plaatsing op de bomenlijst is dat de rode beuk
niet zonder kapvergunning gekapt mag worden. De eigenaar van de boom is
het niet eens met de plaatsing op de lijst. Hij vindt dat de kosten
voor het onderhoud van de boom te hoog zijn. Ook zou de boom
belemmeringen opleveren voor de omgeving. Deze omstandigheden hadden
voor het gemeentebestuur aanleiding moeten zijn om de rode beuk van de
lijst af te halen, aldus de man. Daarom is hij in hoger beroep gekomen
bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank
in Dordrecht verklaarde in februari 2010 een eerder beroep van de man
ongegrond. De Raad van State heeft de zaak op 27 oktober jl. op zitting
behandeld.
5. 201002921/1/H2
datum van uitspraak: woensdag 10 november 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Schadevergoeding
inhoudsindicatie:
(Schadevergoeding vanwege geluidsoverlast Schiphol)
Uitspraak over de schadevergoeding die het Schadeschap Luchthaven
Schiphol heeft toegekend aan een man uit Aalsmeer. De man woont binnen
de geluidszone van Schiphol en had vanwege de geluidsoverlast van het
luchtvaartterrein om schadevergoeding gevraagd. Die heeft hij gekregen,
maar hij is het niet eens met de hoogte daarvan. Volgens hem is het
schadeschap uitgegaan van een onjuiste berekeningsmethode. De rechtbank
in Haarlem stelde de man in februari 2010 in het gelijk. Naar haar
oordeel leidt de berekeningsmethode die het schadeschap hanteert tot
een aanzienlijk lagere schadevergoeding dan de berekeningsmethode die
bij planschade wordt gebruikt. Volgens de rechtbank is het schadeschap
er niet in geslaagd te motiveren waarom voor deze, voor bewoners
nadeliger methode, is gekozen. Tegen deze uitspraak is het Schadeschap
Luchthaven Schiphol in hoger beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ook de man is in hoger
beroep gekomen, omdat de rechtbank hem niet op alle punten in het
gelijk heeft gesteld. De Raad van State heeft de zaak op 6 juli jl. op
zitting behandeld.
6. 201003568/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 10 november 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
inhoudsindicatie:
(Ontmanteling hennepkwekerij in Meerdervoortstraat in Rotterdam)
Uitspraak over het besluit van het dagelijks bestuur van de
deelgemeente Feijenoord om een hennepkwekerij in een pand aan de
Meerdervoortstraat in Rotterdam te ontmantelen en de kosten van de
ontmanteling op de eigenaar van het pand te verhalen. De eigenaar van
het pand is van mening dat hij onterecht als overtreder is aangemerkt.
De man bezit meerdere panden in Rotterdam en dit pand had hij verhuurd.
Het dagelijks bestuur verwijt de eigenaar dat hij onvoldoende onderzoek
heeft gedaan naar de identiteit van de huurder en dat zijn
administratie niet op orde was. De eigenaar bestrijdt dat. Hij had de
woning ingrijpend gerenoveerd, de huurder was de eerste huurder die het
pand na de renovatie bewoonde, de huurpenningen werden tijdig betaald
en er waren geen klachten van omwonenden. De rechtbank in Rotterdam
heeft in maart 2010 een eerder beroep van de eigenaar gegrond verklaard
en het besluit van het dagelijks bestuur teruggedraaid. Naar het
oordeel van de rechtbank kon de eigenaar in de gegeven omstandigheden
niet weten dat de door hem verhuurde woning werd gebruikt als
hennepkwekerij. Het dagelijks bestuur is het niet eens met de uitspraak
van de rechtbank en is in hoger beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die heeft de zaak op 7
oktober jl. op zitting behandeld.
7. 201003722/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 10 november 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Vrijstelling bestemmingsplan
gebruik
inhoudsindicatie:
(Vrijstelling voor toegangsweg op tunneldak Sijtwendetunnel in
Voorburg)
Uitspraak over de vrijstelling die het college van burgemeester en
wethouders van Leidschendam-Voorburg heeft verleend van het
bestemmingsplan om een toegangsweg voor hulpdiensten aan te leggen op
het tunneldak van de Sijtwendetunnel naar de hoofdingang van het
appartementencomplex 'Hoog Haasburg' in Voorburg. Deze weg ligt tussen
dit appartementencomplex en het appartementencomplex 'De Elsberg'. Het
gemeentebestuur heeft ook vrijstelling verleend voor een weg die naast
de tunnel ligt en naar het appartementencomplex 'Hoog Haasburg' leidt.
De Vereniging van Eigenaren van appartementencomplex 'De Elsberg' is
het niet eens met de vrijstelling voor de toegangsweg voor
hulpdiensten. De VvE betwijfelt de noodzaak van de toegangsweg.
Bovendien vindt zij een weg van 3,5 meter te breed voor een
brandweerauto of ambulance. Volgens de VvE is haar destijds
voorgespiegeld dat de omgeving een groen karakter zou krijgen, vrij van
gemotoriseerd verkeer. De rechtbank in Den Haag heeft een eerder beroep
van de VvE tegen de vrijstelling gegrond verklaard. Naar het oordeel
van de rechtbank had het gemeentebestuur het vrijstellingsbesluit beter
moeten onderbouwen. Volgens de rechtbank heeft het gemeentebestuur niet
duidelijk gemaakt dat het belang van de VvE bij een groene omgeving
moet wijken voor het belang van de gemeente bij een toegangsweg, aldus
de rechtbank. Daarom moest het gemeentebestuur een nieuw besluit nemen.
Dat heeft het inmiddels gedaan. Het gemeentebestuur is het niet eens
met de uitspraak van de rechtbank en is in hoger beroep gekomen bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die heeft de zaak
op 22 oktober jl. op zitting behandeld.
8. 201004070/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 10 november 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Vrijstelling bestemmingsplan
gebruik
inhoudsindicatie:
(Bouwvergunning voor vier lichtmasten bij voetbalvereniging in
's-Gravenmoer)
Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Dongen heeft verleend voor vier lichtmasten van zestien
meter hoog. Deze masten staan aan het B-veld van de voetbalvereniging
ONI aan de Wielstraat in 's-Gravenmoer. Omdat het bestemmingsplan dat
op het voetbalterrein van toepassing is, lichtmasten van maximaal tien
meter hoog toestaat, heeft het gemeentebestuur een vrijstelling van het
bestemmingsplan verleend. Een omwonende vreest voor verstoring van zijn
uitzicht, toename van licht- en geluidshinder, en inbreuk op de privacy
en avondrust. Daarom is hij in hoger beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank in Breda
verklaarde in maart 2010 een eerder beroep van de man ongegrond. De
Raad van State heeft de zaak op 3 november jl. op zitting behandeld.
9. 201004854/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 10 november 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bestuursdwang / Dwangsom
inhoudsindicatie:
(Verzoek KHN om maatregelen tegen drankkeet in Zwartewaterland)
Uitspraak over de afwijzing door het college van burgemeester en
wethouders van Zwartewaterland van het verzoek van Koninklijke Horeca
Nederland (KHN) om op te treden tegen een jongerenkeet in de gemeente.
De afdeling Kampen/Zwartewaterland van KHN heeft de gemeente gevraagd
maatregelen te nemen tegen de keet, omdat er sprake zou zijn van een
volwaardig café met een bar, een vaste tapinstallatie, een
muziekinstallatie en een kassa, terwijl de keet niet beschikt over een
drank- en horecavergunning. Het gemeentebestuur is van mening dat het
hier gaat om een 'verlengde huiskamer' waarvoor geen vergunning nodig
is. Volgens het gemeentebestuur komt een vaste vriendengroep van
ongeveer 16 personen iedere week op zaterdagavond in de keet en worden
de consumpties op basis van een rooster bij toerbeurt verzorgd door
twee jongeren. De aanwezige jongeren betalen vervolgens niet voor de
alcoholhoudende drank, aldus het gemeentebestuur. De rechtbank in
Zutphen heeft in april 2010 het beroep van KHN tegen de weigering om op
te treden, gegrond verklaard. Naar het oordeel van de rechtbank heeft
de keet op grond van de Drank- en Horecawet wel een vergunning nodig.
Het college van burgemeester en wethouders van Zwartewaterland is het
niet eens met de uitspraak van de rechtbank en is hiertegen in hoger
beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State. Die heeft de zaak op 6 september jl. op zitting behandeld.
10. 201005426/1/M1
datum van uitspraak: woensdag 10 november 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - enkelvoudig
rechtsgebied: Kamer 2 - Milieu - Overige
inhoudsindicatie:
(Verzoek om gedeeltelijke intrekking milieuvergunning tankstation in
Harlingen)
Uitspraak over de afwijzing door het college van burgemeester en
wethouders van Harlingen van het verzoek om de milieuvergunning van
Kuwait Petroleum voor het tankstation aan de Stationsweg wat betreft de
LPG-activiteiten in te trekken. De Stichting v/h De Bouwvereniging en
de Maritieme Academie Harlingen (MAH) hadden het gemeentebestuur om de
intrekking verzocht, omdat er sprake zou zijn van een zogenoemde
urgente saneringssituatie. De afstand tussen een LPG-vulpunt en
omliggende gebouwen moet minimaal 25 meter zijn als de doorzet van LPG
minder dan 500 m3 bedraagt. Als er toch gebouwen dichterbij het
LPG-station liggen, moet het gemeentebestuur ervoor zorgen dat binnen
een bepaalde periode alsnog aan de vereiste afstand wordt voldaan. De
fietsenstalling van de scholengemeenschap Simon Vestdijk ligt op minder
dan 25 meter afstand. Volgens het gemeentebestuur heeft de
scholengemeenschap toegezegd de fietsenstalling te zullen verplaatsen.
Het terrein binnen 25 meter afstand van het LPG-station mag inmiddels
niet meer voor schoolactiviteiten worden gebruikt. Het gemeentebestuur
vindt dan ook dat geen sprake meer is van een urgente
saneringssituatie, zodat het ook geen reden had om een deel van de
milieuvergunning in te trekken. De stichting en de MAH zijn het niet
eens met deze beslissing en zijn in beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die heeft de zaak op 15
oktober jl. op zitting behandeld.
pagina: 1
rss feeds disclaimer links sitemap the
council of state le conseil d'état der staatsrat