Wageningen Universiteit en Researchcentrum 4 nov 2010
Nummer: R

Akkervogels doen het slecht in ons land. Deze zomer nog een veldleeuwerik gehoord? Daarvoor is geld nodig, becijfert Jules Bos. Minstens twintig miljoen per jaar.

Eigenlijk bestaan akkervogels als groep helemaal niet, legt Bos uit. Hij werkt bij Plant Research International, onderdeel van Wageningen UR. Wij scharen vogels als de patrijs, veldleeuwerik en geelgors onder die noemer, omdat ze in ons land voornamelijk zijn aangewezen op akkers. Bos: 'Door de intensieve bewerking van grasland kunnen jongen daar niet meer groot worden gebracht. Alleen op akkers is er na zaai nog een rustperiode tot aan de oogst. Op akkerland kunnen ze zich daarom nog enigszins handhaven.'

Absolute ondergrens
Maar dat handhaven wordt steeds lastiger. In opdracht van het Planbureau voor de Leefomgeving heeft Bos samen met vogelonderzoekers van Sovon in kaart gebracht welke maatregelen nodig zijn om de akkervogels te redden. Dat kost geld. Minimaal twintig miljoen euro per jaar, zegt Bos. Dat bedrag, het dubbele van wat er nu wordt geïnvesteerd in het wel en wee van akkervogels, is volgens Bos de 'absolute ondergrens om de verdere teruggang tegen te houden'. Het geld is nodig om betere broed- en foerageerplaatsen te maken voor akkervogels. Bijvoorbeeld door de aanleg van onbespoten akkerranden. Dergelijke insectenrijke stroken langs akkers zijn ideaal voor vogels: naast voedsel bieden ze volop beschutting en bescherming. Om makkelijker de winter te overleven zouden boeren bovendien hun akkers na de oogst niet meteen om moeten ploegen. Goed beheerde graanstoppels zijn volgens Bos een rijke bron van wintervoedsel.

Biodiversiteitsdoelen
Weidevogels als de kievit en grutto staan volop in de belangstelling, maar voor akkervogels ligt dat anders. Bos begrijpt dat wel. 'Weidevogels zijn heel erg verbonden met het typische Nederlandse veenweidelandschap. De eerste grutto maakt veel los. En kijk eens naar alle aandacht voor het eerste kievitsei. Weidevogels zijn letterlijk zichtbaarder. Daar komt bij dat Nederland geen Europese verantwoordelijkheid heeft in de opvang en bescherming van akkervogels.'
Voor het halen van Europese biodiversiteitsdoelen is die bescherming van akkervogels volgens Bos hard nodig. In het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) van Europa ziet hij een goed middel. Bos: 'Nederland wil een vermaatschappelijking van dat beleid. Dat betekent dat boeren als tegenprestaties voor landbouwsubsidies meer moeten bijdragen aan publieke doelen zoals bescherming van de biodiversiteit.'

Inkomen
Bos is op dit moment bezig met een vervolgstudie voor het Planbureau. 'We hebben in kaart gebracht hoeveel geld er nodig is. Wat nog ontbreekt is de doorvertaling naar het landbouwbedrijf. Welke maatregelen moet een bedrijf in een bepaald gebied nemen en wat zijn de effecten op het inkomen van de boer onder verschillende scenario's van het GLB.' | Roelof Kleis

Bovenstaand bericht is geproduceerd door de redactie van Resource, het blad voor Wageningen UR (University & Research centre). Meer informatie bij Pers- en wetenschapsvoorlichting van Wageningen UR, e-mail: pers.communicatie@wur of bij de redactie van Resource, e-mail: resource@wur.nl. Zie ook www.resource.wur.nl.