Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
Waddenzeedijk niet overal te laag
Publicatiedatum : 3 november 2010
De techniek staat niet stil: door toepassing van een nieuwe methode
waarin windrichting met golfhoogte en waterstand wordt gecombineerd
blijkt de Waddenzeedijk niet overal te laag, zoals eerder verwacht. We
gaan nu verder met het uitwerken van de plannen voor de versterking van
de dijk.
Hoogheemraad Kees Stam en gedeputeerde Rinske Kruisinga op de
Waddenzeedijk Eerder onderzoek wees uit dat de dijk op bijna alle
plaatsen mogelijk te laag is. Inmiddels is er echter een nieuwe methode
om golven en waterstand te voorspellen, waarbij gekeken wordt naar wat
er waarschijnlijk is: welke combinaties van windrichting, golfhoogte en
waterstand kunnen optreden? Hierbij wordt veel beter rekening gehouden
met de ligging van het eiland en de meteorologische omstandigheden.
Bij deze methode wordt ervan uitgegaan dat er minder hoge golven tegen
de dijk slaan; hierdoor is de dijk op een paar punten na voldoende
hoog. De nieuwe gegevens komen dicht in de buurt van de oorspronkelijke
uitgangspunten voor de dijkversterking. Daarom heeft het bestuurlijk
overleg tussen provincie, gemeente en hoogheemraadschap nu besloten
dat we de oplossingen die al in de startnotitie voor de
milieueffectrapportage (m.e.r.) stonden verder kunnen gaan uitwerken.
Prins Hendrikdijk
In het bestuurlijk overleg is ook gesproken over de Prins Hendrikdijk.
De Prins Hendrikdijk is aan de binnenkant niet stabiel genoeg. Ook
treedt 'piping' op: doordat er een waterstandsverschil is, loopt er
water door de dijk heen. Dit water neemt gronddeeltjes mee.
Op Texel gaat de voorkeur uit naar een versterking van de dijk, waarbij
vóór de huidige dijk, in zee, zand wordt aangebracht. Hiervoor heeft de
gemeente namens een aantal belanghebbenden een zienswijze ingediend.
Deze manier van versterken is echter veel duurder dan het aanpassen van
de dijk zelf door bijvoorbeeld het aanbrengen van een binnenberm of
damwand. Wij hebben geen geld voor deze manier van versterken: de
dijkversterking wordt betaald door het Rijk, en dat subsidieert alleen
de kosten die nodig zijn voor het op orde brengen van de veiligheid van
de dijk. Wij zijn ons bewust van de waarde die wordt gehecht aan een
versterking met zand. Daarom is afgesproken dat de gemeente onderzoekt
of ze financiers kan vinden voor een zandige versterking van de Prins
Hendrikdijk. Medio volgend jaar besluit het bestuurlijk overleg op
basis van de m.e.r. en het onderzoek van Texel of deze dijk
daadwerkelijk met zand kan worden versterkt.
Milieueffectrapportage
De provincie gaat nu over tot het vaststellen van de richtlijnen voor
de m.e.r. In deze rapportage onderzoeken we de effecten van de
dijkversterking op onder meer woon-, werk- en leefmilieu, landschap
en natuur. De richtlijnen geven aan hoe we dat moeten doen. Het
opstellen van de m.e.r. duurt tot halverwege volgende jaar. Op basis
van de milieueffectrapportage wordt uiteindelijk beslist op welke wijze
de Waddenzeedijk het beste versterkt kan worden. Naar verwachting start
de uitvoering van de versterkingswerkzaamheden niet eerder dan in 2013.
Carmen van der Kort