Partij van de Arbeid
Den Haag, 2 november 2010
Vragen van het lid Recourt (PvdA) aan de minister van Veiligheid en Justitie
over een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens over de aanwezigheid van een advocaat bij het verhoor
1. Kent u de uitspraak in de zaak Brusco v. France van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (14 oktober 2010)?{1} en het artikel "Advocaat mag altijd bij verhoor"{2}
2. Kan de zinsnede "La Cour rappelle également que la personne placée en garde à vue a le droit d'être assistée d'un avocat dès le début de cette mesure ainsi que pendant les interrogatoires, et ce a fortiori lorsqu'elle n'a pas été informée par les autorités de son droit de se taire'" (cursivering toegevoegd) zo worden uitgelegd dat er ook tijdens het verhoor een recht op aanwezigheid van een advocaat bestaat? Zo ja, wat betekent dit voor de Nederlandse praktijk met betrekking tot de aanwezigheid van een advocaat voorafgaande en tijdens het verhoor? Zo nee, waarom niet en hoe moet die passage dan wel worden gelezen en uitgelegd?
3. Deelt u de mening van de in het bovengenoemde artikel aangehaalde strafpleiter dat "Vanaf nu {...} verhoren waarbij dat niet gebeurt zelfs {kunnen} worden uitgesloten van het bewijs. Zaak voor politie en justitie om een en ander onmiddellijk te gaan regelen." Zo ja, hoe gaat u dit "onmiddellijk regelen" en is uitsluiting van bewijs de enige sanctie in het geval dat er geen advocaat bij het desbetreffende verhoor aanwezig was? Zo nee, waarom niet?
{1} http://cmiskp.echr.coe.int/tkp197/view.asp?action=html&documentId=875630&portal=hbkm&source=externalbydocnumber&table=F69A27FD8FB86142BF01C1166DEA398649
{2} www.telegraaf.nl , 2-11-2010
Partij van de Arbeid