Rijksoverheid
Toespraak Opstelten bij uitreiking politiemedailles Rijksrecherche
Toespraak | 02-11-2010
Toespraak minister van Veiligheid en Justitie, ter gelegenheid van de
uitreiking politiemedailles Rijksrecherche, Den Haag, Pulchri Studio, 1
november 2010
Dames en heren,
Als je als bestuurder te maken krijgt met de Rijksrecherche, is dat
doorgaans iets om je zorgen te maken. Vandaag ligt dat gelukkig anders.
Ik ben bijzonder verheugd hier in deze fraaie Pulchri Studio in uw
midden te zijn. Verheugd, omdat ik iets mag gaan 'rechtzetten' wat in
het verleden is misgegaan.
Wat was er aan de hand? In 2006 trad er een Koninklijk Besluit in
werking, met als strekking dat alle jubilerende politieambtenaren een
decoratie zouden ontvangen van de toenmalige Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties. Ik zeg alle, maar juist dáár, bij dat
woord, bleek een addertje onder het gras te zitten. Dat bleek niet
geheel juist: in dat Koninklijk Besluit werd de Rijksrecherche niet
genoemd. En dat had tot gevolg dat de Rijksrechercheurs buiten de boot
vielen - en in eerste instantie dus niet in aanmerking kwamen voor zo'n
mooie politiemedaille.
Een wat pijnlijke kwestie, vervelend voor alle betrokkenen - niet in de
laatste plaats voor u als Rijksrechercheurs. Maar goed: bij de
Rijksrecherche bent u op dit punt wel wat gewend. Uw dienst wordt wel
vaker gezien als een 'vreemde eend' in de politiebijt - en dat komt
natuurlijk door uw bijzondere positie.
Aan de ene kant is uw dienst is een politieorganisatie, doet als
zodanig aan opsporing en valt ook onder de politie-cao. Daar stond
echter tegenover dat de Rijksrecherche niet - zoals de 'normale'
politiekorpsen - ressorteerde onder de Minister van Binnenlandse Zaken,
maar onder die van Justitie. Dit had soms voordelen, maar soms ook
nadelen, zoals u als Rijksrechercheurs in de dagelijkse praktijk wel
eens kon ervaren.
De Rijksrecherche doet kwalitatief hoogwaardig onderzoek. Daarover
hebben we ook de afgelopen weken in de media weer het een en ander
kunnen vernemen. De speciale positie van de Rijksrecherche, onder de
vlag van het Openbaar Ministerie, heeft als voordeel dat u onpartijdig,
los van enige belangenverstrengeling, kunt rechercheren binnen de
politie. Daarin bent u goed geslaagd. U hebt uw werk integer en
onafhankelijk van de politieorganisatie gedaan. Misschien dat men
daardoor heeft kunnen vergeten dat de Rijksrecherche wel degelijk deel
uitmaakt van de politieorganisatie.
Ik zal het u maar eerlijk bekennen: het is niet om die reden dat dit
nieuwe kabinet heeft besloten om het beheer van de gehele Nederlandse
politie - dus inclusief de Rijksrecherche - voortaan onder te brengen
bij één en dezelfde minister, die van Veiligheid en Justitie. Maar het
helpt wel: voortaan zult u niet meer over het hoofd worden gezien. Ik
zal er dan ook persoonlijk op toezien dat dergelijke vormen van
'ongelijke behandeling' niet meer voorkomen.
Maar daarvoor, ik kondigde het al aan, moet ik eerst iets rechtzetten.
Het staat buiten kijf dat u als Rijksrechercheurs, net als uw collega's
van de 'reguliere' politie, recht had én hebt op een politiemedaille
en/of jaarteken. Het doet mij deugd u te kunnen melden dat het
Koninklijk Besluit inmiddels is aangepast. Met terugwerkende kracht
vanaf 1 april 2006 is ook voor Rijksrechercheurs de erkenning geregeld
- inclusief de jubilarissen in uw gelederen die inmiddels al met
pensioen zijn.
Dames en heren, als Minister voor Veiligheid en Justitie acht ik het
mijn taak om de aanpak van financieel-economische criminalteit hoog op
de agenda te hebben en houden. Een van de doelstellingen binnen het
Finec-programma is het ontwikkelen van een speciale organisatie binnen
de politie, die deze versterkte aanpak ook op langere termijn kan
borgen. Met het oog daarop wordt tussen 2008 en 2010 de politie in het
kader van het Finec-programma uitgebreid met circa 100 fte.
U als Rijksrecherche bent een belangrijke speler in de aanpak van
integriteitschendingen binnen de overheid. En hoewel u beheersmatig
valt onder het beheer van het Openbaar Ministerie, heeft ook de
Rijksrecherche middelen ontvangen voor de beoogde versterking. Ja, u
hoort het goed, u bent op dit punt niet vergeten. Die extra middelen
stellen de Rijksrecherche in staat haar opsporingscapaciteit
aanzienlijk uit te breiden - met 17 fte eind 2012. Ook kunt u meer
investeren in de kennis en kunde van de rechercheurs, o zo een stevige
impuls te geven aan de informatiegestuurde opsoring.
Dat zal u ongetwijfeld als muziek in de oren klinken. Maar laat ik
terugkeren naar de reden waarom wij hier vandaag bij elkaar zijn. Ik
zal u niet langer in spanning laten zitten; u hebt al zo lang moeten
wachten op datgene wat u - geheel verdiend - toekomt.
Het is mij een waar een genoegen u als jubilarissen van de
Rijksrecherche - nog in dienst of reeds gepensioneerd - vandaag te
kunnen feliciteren met uw medaille en oorkonde, als dank voor uw
jarenlange trouwe dienst bij de Nederlandse Politie. U deed én doet
zeer belangrijk werk. Hulde!
Afzender
* Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Voor vragen aan de Rijksoverheid bel Postbus51: 0800-8051