De Nederlandse Bank

Serviceabonnement tussenpersoon kan verzekering zijn

Nieuwsbericht

Datum 2 november 2010

Als een serviceabonnement van een assurantietussenpersoon voorziet in belangenbehartiging bij schade, dan zal er meestal sprake zijn van een verzekering en zal de tussenpersoon vergunningplichtig zijn volgens de Wet op het financieel toezicht (Wft).

Dat is de uitkomst van een verkenning die De Nederlandsche Bank (DNB) heeft uitgevoerd naar aanleiding van de groeiende populariteit bij tussenpersonen van het aanbieden van zogeheten serviceabonnementen aan hun klanten. Ook vanuit de branche van assurantietussenpersonen werden in toenemende mate vragen gesteld over de toelaatbaarheid van deze abonnementen, die gelden als alternatief voor het bedrijfsmodel met provisies dat tot dusverre in de branche gebruikelijk is. Na deze verkenning blijft DNB zich op het standpunt stellen dat er sprake is van een verzekering zodra het abonnement voorziet in meer dan louter administratieve handelingen bij een toekomstig onzeker voorval.

Het is tussenpersonen niet toegestaan om zonder vergunning te verzekeren. Zij dienen hun activiteiten zo in te richten dat zij niet vergunningplichtig zijn. Zo vallen zij niet onder het toezicht van DNB dat dient ter bescherming van de belangen van verzekerden.

In overleg met de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en het Ministerie van Financiën is de assurantietussenpersonen inmiddels medegedeeld dat er ook mogelijkheden zijn om abonnementen te gebruiken zonder dat er sprake is van een verzekering. Zo kan een tussenpersoon er voor kiezen om

* handelingen die voortvloeien uit omstandigheden die ten tijde van het sluiten van het abonnement onzeker zijn, niet op te nemen in het abonnement,

* of het abonnement te beperken tot handelingen die een louter administratief karakter hebben.

Het is aan een tussenpersoon om er voor zorg te dragen dat indien hij op basis van abonnementen werkzaam wil zijn, hij niet kwalificeert als verzekeraar.