Rijksoverheid
Eén-EL&I-Internationaalweek
Toespraak | 02-11-2010
Speech Minister Verhagen, Eén-EL&I-Internationaalweek
Dames en heren,
Welkom bij het nieuwe ministerie van Economische Zaken, Landbouw en
Innovatie, het ministerie van EL&I! Welkom mensen van de posten, welkom
mensen van de ministeries in Den Haag en de instellingen in Brussel,
welkom mensen van Agentschap NL. Het afgelopen weekend is de wintertijd
ingegaan. Het is dus goed dat u even terug bent in Den Haag om de
klokken gelijk te zetten.
Dit is mijn derde week als minister op dit nieuwe departement. Jan
Peter Balkenende had mij voor het vorige kabinet al gevraagd voor de
post van Economische Zaken. Hoewel het met ú in de zaal voelt alsof ik
al jaren minister van EL&I ben, arriveer ik dus eigenlijk drie en een
half jaar te laat.
Velen van u ken ik uit mijn vorige functie. Onder meer van buitenlandse
reizen. Het is goed om u terug te zien.
De combinatie groen en groei, daar gaat het om op ons nieuwe
ministerie. Dat zijn thema's die je niet los van elkaar kunt zien.
Zonder groen geen natuur, geen planten, geen dieren, geen mensen, geen
economische groei, geen welvaart, geen mogelijkheden om te zorgen voor
mensen in de samenleving die daar zelf minder goed toe in staat zijn.
En zonder economische groei? Hetzelfde verhaal. Zonder economische
groei zijn we niet in staat om een antwoord te bieden op uitdagingen
als de vergrijzing en de klimaatverandering. En hebben we geen geld
voor goed natuurbeheer, voor een gezonde leefomgeving, voor gezonde,
welvarende mensen. Groen en groei horen dus bij elkaar; ze zijn beide
nodig om onze welvaart op peil te houden.
In het verleden heb ik veel te maken gehad met de thema's die in ons
nieuwe ministerie centraal staan. Onder meer als jonge hond en
kandidaat voor het Europarlement. Ik kan mij herinneren hoe ik in 1989
in Flevoland een zaal met 300 boze akkerbouwers moest toespreken. De
eieren en tomaten stonden klaar. Niet om uit te delen, maar om te
gooien. Ik kon wel onder de tafel kruipen.
Vraagstukken van energiezekerheid, gas, kernenergie, innovatie,
landbouw, buitenlandse handel, maatschappelijk verantwoord
ondernemen.... Ze kwamen al veelvuldig aan de orde tijdens mijn
ministerschap op Buitenlandse Zaken. Ik ben op werkbezoek geweest in
Energy Valley, bij Urenco, in Borssele, in Petten. Maar ook in het
Westland en de Greenport Venlo. Aan al deze onderwerpen en topgebieden
gaan we ook de komende jaren veel doen. Handelsbevordering,
handelspolitiek, het aantrekken van internationale investeringen en ook
landbouw vormen daarbij een samenhangend pakket.
Een paar woorden over de stand van de Nederlandse economie, de
uitdagingen die er liggen, en uw bijdrage op de posten aan het verder
aanzwengelen van die Nederlandse economie. We krabbelen op dit moment
op uit de ernstigste economische crisis sinds de jaren dertig. Er is
dus werk aan de winkel. We moeten de komende jaren hard aan de slag om
economische groei mogelijk te maken. Onze schatkist op orde brengen.
Hard werken aan ondernemerschap. Hard werken aan innovatie. Want zonder
innovatie geen concurrentiekracht. Wiebe Draijer van McKinsey zal u er
straks meer over vertellen.
Dankzij de groei van de wereldhandel is de economische groei gelukkig
voorzichtig teruggekeerd. We zijn de zesde exporteur van goederen en de
elfde van diensten. We staan in de mondiale concurrentiekracht-top-10.
En we bekleden een leiderspositie in sectoren als de land- en tuinbouw
en de chemie. Daar mogen we trots op zijn!
Toch zal de economie op de middellange termijn waarschijnlijk langzamer
groeien dan we de afgelopen decennia gewend waren. Dat komt door het
mondiale en financiële karakter van deze crisis en door haar
historische omvang. Financiële crises kennen meestal een lange
herstelfase. Burgers, banken, bedrijven en landen hebben hun financiële
balans nu eenmaal niet van de ene op de andere dag weer op orde. Daar
is tijd voor nodig.
Daarnaast zijn er onzekerheden op de huizenmarkten, rond de
pensioenstelsels en de schuldposities van een aantal landen. En er zijn
maatschappelijke uitdagingen als de vergrijzing, de wereldwijde
schaarste aan grondstoffen en de klimaatverandering. Aan die
uitdagingen moeten we in nationaal, Europees en mondiaal verband
blijven werken.
Dames en heren,
Het wel en wee van onze Nederlandse economie wordt voor een groot deel
bepaald door het buitenland en door de wereldeconomie. Juist een open
economie als Nederland profiteert daarom van open grenzen en een gelijk
speelveld. Daar horen natuurschoon, gezond voedsel en levenskwaliteit
bij. Daar hoort respect bij voor mens, dier en milieu. En een actieve
internationale opstelling binnen de Europese Unie, de WTO en andere
internationale fora. Ik kan het allemaal niet alleen en heb - behalve u
- een sterke staatssecretaris nodig. Die heb ik gevonden in Henk
Bleker. U ontmoet hem morgen.
Een paar woorden over ons regeerakkoord. In het innovatie- en
ondernemerschapsbeleid maakt dit kabinet een omslag. We moeten af van
het begrip `verdelende rechtvaardigheid'. Dat lijkt sociaal, maar je
haalt niet het beste uit je mensen en je maakt onvoldoende gebruik van
de financiële middelen.
Daarom gaan we snijden in subsidies. Daarvoor in de plaats komen er
meer garanties en leningen uit een revolving fund, dat zichzelf gaat
financieren uit succesvolle investeringen. Een deel van de winst gaat
terug naar het fonds, waardoor andere ondernemers kansen krijgen.
Tegelijkertijd stimuleren we innovatieve investeringen extra via de
belastingaftrek.
Maar we doen nog veel meer. We scheppen randvoorwaarden voor
toonaangevende topgebieden, zoals high tech, chemie, life sciences,
voedsel en tuinbouw. We werken in de WTO en binnen Europa aan een
gelijk speelveld. We stimuleren de samenwerking tussen
kennisinstellingen en bedrijven, zodat uitvindingen worden omgezet in
winstgevende producten. We creëren samen met andere Europese landen één
digitale interne markt. En we werken aan een Europese economie die
minder fossiele energie gebruikt, minder CO2 uitstoot en minder
afhankelijk is van andere landen.
Sommige mensen zeggen dat natuur en milieu de dupe zijn van dit
kabinet. Dan kennen ze mij en het CDA nog niet. Een partij die
maatregelen gaat steunen, maar niet aan de regering deelneemt, had
moeite met het woord duurzaamheid en wilde het eigenlijk niet in het
regeerakkoord. Maar u weet hoe dat gaat met onderhandelen, als je het
woord veertig keer in de tekst zet, blijft het uiteindelijk twintig
keer staan. En dus blijven we ons sterk maken voor voedselkwaliteit,
voedselzekerheid, rentmeesterschap, duurzaamheid en milieu.
Wat we zeker óók blijven doen, is internationaal ondernemen stimuleren.
Want als ik één ding zeker weet, dan is het dat het Nederlandse
bedrijfsleven nog veel meer kan profiteren van de kansen die de
wereldhandel biedt. Kansen in de opkomende markten en kansen in de
ontwikkelde markten. Kansen dus ook voor u.
Want u staat voor een toonaangevend Nederland in Europa en in de
wereld. Samen zet u Nederland op de kaart, bedrijft u economische
diplomatie, opent u deuren voor Nederlandse bedrijven. Die functie is
van groot belang. En die blijft van groot belang. Want Nederland
verdient 30 procent van zijn Bruto Nationaal Product over de grens. En
voor onze welvaart zijn we dus meer dan de meeste Europese landen
afhankelijk van internationaal ondernemen en goede economische relaties
met het buitenland. We moeten dus investeren in die relaties.
Juist ook van de posten vraagt dat om een ondernemende opstelling. U
bent onze ogen en oren in het buitenland. U kunt aangeven waar kansen
liggen, ons een signaal geven als optreden vanuit Nederland nodig is,
deuren helpen openen die zonder u gesloten zouden blijven. Door u in te
zetten voor bedrijven in sectoren waar de overheid een grote rol
speelt, zoals infrastructuur, water en energie. En door bedrijven te
helpen die aanlopen tegen ondoorzichtige wet- en regelgeving, en een
ongelijk speelveld. Zo versterkt u de positie van het Nederlandse
bedrijfsleven in het buitenland.
Dames en heren,
Deze week gaat u samen aan de slag met de uitdagingen voor de
Nederlandse economie. Aan de slag voor groen en groei. U gaat op bezoek
bij Nederlandse bedrijven die actief zijn over de grens. U gaat het
hebben over buitenlandse bedrijven die zich in Nederland willen
vestigen. Over waar die bedrijven tegen aanlopen. Over hun behoeften.
Hun problemen. En wat u in Den Haag en op uw posten kunt doen om
ondernemers kansen te laten pakken in hun werk over de grens.
EL&I kan het verschil maken voor de mensen en de ondernemers in ons
land. Zich inzetten voor sterke bedrijven, klein en groot. Een
toekomstperspectief bieden. Laten we daarom samen keihard werken aan de
fundamenten van onze welvaart, aan ons welzijn, aan een gezonde
landbouw, een goed natuurbeheer, een goed innovatie- en
ondernemersklimaat. Kortom: aan groen en groei! Dat is de uitdaging
voor ons allen. Hier in Nederland. En bij u op de posten.
Ik wens u een vruchtbare en inspirerende week toe!
Dank u wel.
Voor vragen aan de Rijksoverheid bel Postbus51: 0800-8051