beslissing subsidieverlening MFS II
Kamerbrief inzake beslissing subsidieverlening MFS II
Kamerbrief | 1 november 2010
Geachte Voorzitter,
Met verwijzing naar het verslag van het Schriftelijk Overleg van de
vaste commissie voor Buitenlandse zaken van 27 mei 2010, en conform de
toezegging in de brief van 23 april 2010 (31933, nr.13) om u te
informeren over de toekenning van subsidiegelden in het kader van het
Medefinancieringsstelsel II (MFS II 2011-2015) kan ik u als volgt
berichten.
De beoordeling vond plaats in twee fasen.
In de Kamerbrief van 23 april 2010 werd de uitslag van de eerste fase
uiteengezet en toegelicht. Van de 43 aanvragen die werden ontvangen,
vielen er 23 af. In 20 van de 23 gevallen zijn de indienende allianties
een bezwaarprocedure gestart. In drie gevallen is de alliantie in het
gelijk gesteld en uitgenodigd deel te nemen aan de tweede fase. Het
betreft hier de voorstellen die zijn ingediend door de penvoerders
Health Action International (HAI), International Union for the
Conservation of Nature (IUCN) en de organisatie Women in Europe for a
Common Future (WECF). Op één bezwaar is nog niet beslist. Dit is het
bezwaar van het KNCV/Tuberculosefonds. 16 Bezwaren zijn afgewezen.
Bij een van de drie nagekomen voorstellen (WECF) is de beoordeling nog
niet afgerond. Van de 22 beoordeelde aanvragen scoorden er drie niet
voldoende om voor subsidie in aanmerking te komen. In 19 gevallen is
wel een subsidie toegekend. Voor de volledige lijst van allianties die
meededen in fase II en de aan hen toegekende bedragen verwijs ik naar
Bijlage I.
Met deze subsidieverlening is een bedrag gemoeid van EUR 425 miljoen
per jaar gedurende vijf jaar. Dit is in overeenstemming met het in juni
2009 in de subsidieregeling gepubliceerde subsidieplafond. Wel heb ik
bij de toekenning een begrotingsvoorbehoud gemaakt. Pas als de
begroting voor 2011, met de daarin op basis van het Regeerakkoord voor
te stellen bezuinigingen, is goedgekeurd, kunnen de definitieve
subsidiebedragen worden vastgesteld.
Ik heb besloten de zogenoemde ` bandbreedte' , een extra subsidiebedrag
van ten hoogste EUR 75 miljoen per jaar, dat bij voldoende kwaliteit en
budgettaire ruimte additioneel beschikbaar kon worden gesteld, niet toe
te kennen. Hoewel de kwaliteit van de ingediende voorstellen gemiddeld
genomen hoog was, laat de lagere begroting een dergelijke extra
toekenning de komende jaren niet toe.
Doelstelling MFS
Conform de beleidsnotitie `Maatschappelijke organisaties: Samenwerken,
Maatwerk, Meerwaarde' (31 933, nr. 1), besproken met uw Kamer in het
Algemeen Overleg van 20 mei 2009 ( 31 933, nr. 3) is de overkoepelende
doelstelling van het MFS II het leveren van een bijdrage aan
armoedebestrijding middels de opbouw en de versterking van het
maatschappelijk middenveld in het Zuiden.
Het bevorderen van onderlinge samenwerking binnen het maatschappelijk
middenveld is een andere belangrijke doelstelling van het MFS II.
Middels de alliantievorming hebben de maatschappelijke organisaties
hieraan actief invulling gegeven. Dat is prijzenswaardig. Uit de
voorstellen blijkt tevens dat een professionaliseringsslag is gemaakt
doordat de programma's beter aansluiten op de lokale context waarin zij
worden gerealiseerd. Ook valt op dat de programma's in hoge mate zijn
afgestemd op wat andere donoren doen. Ik spreek hiervoor graag mijn
waardering uit.
Beoordeling
In de tweede fase van de procedure hebben de allianties in hun
programmavoorstellen moeten aangeven op welke wijze zij aan de
doelstellingen van MFS II invulling zullen geven. De voorstellen werden
specifiek op zeven aspecten beoordeeld:
* contextanalyse (per land van operatie)
* doel en strategie
* beoogde resultaten
* monitoring, verantwoording en evaluatie
* harmonisatie en complementariteit
* doelmatigheid
* duurzaamheid
Voor deze fase van beoordeling waren per voorstel maximaal 100 punten
te verdienen, waarbij een totaal van minder dan 60 tot automatische
afwijzing heeft geleid.
Om de kwaliteit, objectiviteit en consistentie van de beoordelingen
maximaal te kunnen garanderen doorliep elke beoordeling vier stadia. De
score van het beoordelingsteam werd getoetst door een controleteam.
Vervolgens werden de scores van beide teams besproken in een centrale
projectgroep die de beoordeling vaststelde.
Voor de onderwerpen "contextanalyse" en "harmonisatie en
complementariteit" is door de beoordelingsgroepen gebruik gemaakt van
bij relevante ambassades en beleidsdirecties vergaarde informatie.
De uiteindelijke ambtelijke beoordelingsrapporten zijn voorgelegd aan
een Externe Adviescommissie, onder voorzitterschap van de heer Wim
Deetman, voor toetsing op kwaliteit, consistentie en objectiviteit.
Monitoring en evaluatie
Bij monitoring en evaluatie van het programma vormt de centrale
doelstelling van het MFS II, te weten armoedebestrijding middels de
opbouw en versterking van het maatschappelijk middenveld in het Zuiden,
de toetssteen waaraan de resultaten worden gemeten.
De richtlijnen voor evaluatie zijn aangescherpt. Aan het eind van de
subsidieperiode moeten evaluaties zijn verricht die representatief zijn
voor 75% van het gesubsidieerde programma. Alle subsidieontvangers
zullen de komende maanden nul-metingen verrichten opdat de resultaten
ten opzichte van de uitgangssituatie in alle fasen die het programma
doorloopt inzichtelijk kunnen worden gemaakt. De Inspectie
Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) zal de allianties
ondersteunen en toezien op de kwaliteit van de evaluaties. De
resultaten van de evaluaties worden openbaar gemaakt.
Mix van thema's
Bij de beleidskeuzes die ten grondslag liggen aan het MFS II is bewust
gekozen voor selectie op kwaliteit, en niet op basis van thematische
oriëntering binnen de doelstelling van de versterking van het
maatschappelijk middenveld. Versterking van het maatschappelijk
middenveld in het Zuiden kan middels een breed scala aan activiteiten
worden bereikt. Het stond aanvragers, zolang zij binnen de termen
blijven van het subsidiebeleidskader, derhalve vrij de thema's te
kiezen waarop zij willen werken.
In de Kamerbrief van 23 april 2010 is een overzicht gegeven van de
thema's die de voorstellen beslaan en die doorgingen naar fase 2.
Daaruit bleek dat er binnen het MFS II een breed scala aan thema's aan
bod komt. Dat beeld is na afronding van fase II niet veranderd.
Externe Adviescommissie
De Externe Adviescommissie heeft in de tweede fase vooral het gevolgde
beoordelingsproces getoetst, en in mindere mate (zoals in de eerste
fase) de individuele beoordelingsrapporten. De Adviescommissie heeft
kwaliteit en consistentie van het beoordelingsproces onderzocht en de
onafhankelijkheid van de beoordeling. Daarnaast is een representatieve
steekproef van vier voorstellen nader onderzocht.
De Externe Adviescommissie komt tot de algemene conclusie "dat de
beoordeling van de aanvragen in het kader van MFS-II over het algemeen
voldoet aan in redelijkheid te stellen eisen van kwaliteit,
consistentie en onafhankelijkheid."
De Adviescommissie doet vier algemene aanbevelingen. De eerste
aanbeveling heeft betrekking op een betere kalenderplanning voor het
beoordelingsproces, waarbij de (zomer)vakantieperiode met oog op
beschikbare personeelscapaciteit vermeden zou moeten worden. Mocht er
in de toekomst opnieuw van een vergelijkbaar, ambtelijk uitgevoerd
beoordelingsproces sprake zijn, dan zal ik mij die aanbeveling graag
ter harte nemen. Twee van de aanbevelingen hebben betrekking op
respectievelijk de groepsdynamiek binnen de beoordelingsteams en de
instructie van de beoordelaars. Aan beide is voorafgaand aan - en
tijdens het beoordelingsproces veel aandacht besteed. Daarmee was de
consistentie in de beoordeling gewaarborgd. Dat neemt niet weg dat ik
het advies van de commissie om hier in een eventueel toekomstig geval
nog specifieker op toe te zien, met name op het punt van het
groepsproces, graag opvolg.
De laatste aanbeveling heeft betrekking op de wenselijkheid van het
door de interne accountantsdienst van het Ministerie periodiek te
verrichten onderzoek aangaande de naleving van de integriteitscode van
het Ministerie. Voor zover dit nog niet gebeurt, zal ik erop toezien
dat hierop actie wordt ondernomen.
Op twee punten zijn de opmerkingen voor het Ministerie aanleiding
geweest nadere actie te ondernemen:
* in die gevallen waar de financiële expert van de projectgroep ook
had deelgenomen aan een beoordelingsteam, zijn de betreffende
beoordelingen opnieuw door een andere financiële expert uitgevoerd;
* er zijn toelichtingen opgesteld voor die beoordelingsrapporten
waarin bij finalisering de projectgroep scores die in eerdere
stadia van beoordeling werden geïndiceerd, heeft gewijzigd.
Op deze punten is de nadere actie naar tevredenheid van de
Adviescommissie uitgevoerd.
Het rapport van de Externe Adviescommissie treft u aan als
Bijlage II.
Verdeelsleutel
In het Subsidiebeleidskader is bepaald dat de verdeling van de
beschikbare middelen plaats vindt aan het einde van fase 2. Die
toekenning heeft nu plaats gevonden. Omdat het aangevraagde bedrag,
ruim EUR 2.9 miljoen, het beschikbare bedrag met bijna 40% overtrof,
was het daarbij nodig op de aangevraagde bedragen een correctie toe te
passen. Daarbij was de kwaliteit van het voorstel zoals dat tot uiting
kwam in het in deze fase behaalde aantal punten, richting gevend. Ook
de mate waarin aan de beoogde onderlinge samenwerking binnen het
maatschappelijk middenveld vorm is gegeven, woog mee in de
uiteindelijke toekenning. Na deze weging was om binnen de budgettaire
marges te blijven nog een generieke correctie van ruim 11%
noodzakelijk.
De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken,
Dr. B. Knapen
Bijlagen
Overzicht van toegekende subsidiebedragen en van de afgewezen
voorstellen.
Rapport van de Externe Adviescommissie
Zie het origineel
Ministerie van Buitenlandse Zaken