Persbericht 29 oktober 2010
Spreekrecht voor slachtoffers overwegend positief beoordeeld
Het wettelijk spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden, dat in
2005 van kracht werd, wordt vooral gebruikt door slachtoffers met
traumagerelateerde klachten. Het spreken tijdens de terechtzitting kan
positieve effecten bewerkstelligen, concluderen onderzoekers van de
Universiteit van Tilburg. Zij onderzochten het spreekrecht in opdracht
van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van
het Ministerie van Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en
Justitie heeft het onderzoeksrapport vandaag aangeboden aan de Tweede
Kamer.
Vooral voor slachtoffers met traumagerelateerde klachten voldoet het
spreekrecht aan een behoefte, stellen de onderzoekers van het Tilburgse
instituut INTERVICT voor victimologie. Slachtoffers ervaren het
spreekrecht als een bijdrage aan de (emotionele) verwerking van het
delict en zijn over het algemeen tevreden over hun gebruik hiervan.
Door te spreken tijdens de terechtzitting voelen slachtoffers zich
gehoord en partij in het strafproces.
De uitvoering van de wet verloopt echter nog niet in alle gevallen
probleemloos. Dat blijkt vooral uit het feit dat een kleine minderheid
van de slachtoffers het recht om te spreken wordt ontnomen. Deze
slachtoffers worden niet aan het woord gelaten door de rechtbank en
verlaten derhalve onverrichter zake de rechtszaal.
Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat veel rechters slachtoffers niet
beperken in hun vrijheid om te zeggen wat ze willen. In de wet is
bepaald dat slachtoffers zich alleen mogen uitlaten over de gevolgen
van het delict, maar slachtoffers worden niet onderbroken of opgeroepen
als getuige wanneer zij zich uitlaten over de gewenste strafmaat,
verwensingen uiten richting de dader of spreken over de feitelijke
omstandigheden van het delict.
Staatssecretaris Fred Teeven zegt in zijn brief aan de Tweede Kamer bij
het rapport te denken aan het opheffen van de beperking tot één
sprekende nabestaande en het toestaan van vertegenwoordiging van het
slachtoffer als dat niet in staat is zelf te spreken. Het opheffen van
de beperking alleen te spreken over de gevolgen van het delict lijkt de
staatssecretaris niet wenselijk.
Binnen INTERVICT (International Victimology Institute Tilburg) vindt
zowel fundamenteel als toegepast onderzoek plaats.Het kenmerkende van
INTERVICT is het interdisciplinaire karakter van het
onderzoeksprogramma; juristen en sociaal wetenschappers werken samen
aan hoogwaardig fundamenteel of toegepast onderzoek. Zie voor meer
informatie www.tilburguniversity.nl/intervict.
Universiteit van Tilburg