Eerste Kamer voert debat over mensenrechten en democratie in Europa
27 oktober 2010
De Eerste Kamer voerde dinsdag 26 oktober een debat met de Voorzitter
van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa, Mevlüt
Çavusoglu. Als gast van de Staten-Generaal had Çavusoglu op 25 en 26
oktober ontmoetingen met Leden van de Eerste en Tweede Kamer, en sprak
hij met staatssecretaris Knapen van Europese Zaken en
Ontwikkelingssamenwerking. Op dinsdagochtend werd Çavusoglu officieel
ontvangen door Voorzitter Verbeet van de Tweede Kamer en Voorzitter Van
der Linden van de Eerste Kamer. In de middag werd de plenaire
vergadering van de Senaat grotendeels gewijd aan een openhartige
gedachtewisseling met de Voorzitter van de Parlementaire Assemblee van
de Raad van Europa (PACE).
Zorg om 'populistische retoriek'
In een toespraak tot de Eerste Kamer waarschuwde Mevlüt Çavusoglu in
krachtige bewoordingen voor wat hij beschrijft als "de recente toename
van extremisme, racisme en xenofobische retoriek in meerdere landen van
de Raad van Europa." Het thema van de discriminatie van de Roma is
slechts de top van de ijsberg, stelde Çavusoglu. Hij signaleerde dat
bij recente verkiezingen in verschillende van de 47 lidstaten die zijn
aangesloten bij de Raad van Europa racistische opvattingen een rol
speelden in de politieke campagnes.
Volgens PACE-Voorzitter Mevlüt Çavusoglu proberen populistische
partijen in heel Europa munt te slaan uit zorgen over veiligheid in de
samenleving. Daarbij stellen zij immigratie gelijk aan onveiligheid en
criminaliteit. "We zien dat gevestigde politieke partijen deels het
radicale en discriminerende gedachtegoed van de populistische partijen
overnemen, in een poging om de steun van de kiezers te herwinnen. Dit
is een bijzonder zorgwekkende ontwikkeling. Wij mogen ons niet
verschuilen achter populistische retoriek", aldus Çavusoglu in zijn
toespraak tot de Eerste Kamer.
Zestig jaar EVRM
Kamervoorzitter Van der Linden wees in zijn welkomstwoord tot Çavusoglu
op het feit dat hij de eerste voorzitter is van de parlementaire
assemblee van de Raad van Europa die niet afkomstig is uit een
West-Europees land, en als persoon tevens een moslim. "Uw
voorzitterschap is een garantie voor de voortzetting van de dialoog
tussen culturen en religies. Dit is een belangrijk signaal in
uitdagende tijden voor de multiculturele samenlevingen van Europa",
aldus Van der Linden.
De Voorzitter van de Eerste Kamer prees de belangrijke rol die de Raad
van Europa vervult bij het waarborgen van democratie en mensenrechten
in de 47 lidstaten die bij de Raad van Europa zijn aangesloten. Van der
Linden: "De Raad en de parlementaire assemblee zien niet alleen toe op
het nakomen van de bestaande overeenkomsten, maar leveren met hun
verklaringen en resoluties ook een wezenlijke bijdrage aan de verdere
ontwikkeling van burgerrechten en democratische verhoudingen op het
Europese continent."
De fundamentele waarden die de bij de Raad van Europa aangesloten
landen met elkaar delen, staan dit najaar extra in de belangstelling
vanwege het zestigjarig jubileum van het Europees Verdrag voor de
Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM). Dit verdrag
werd op 4 november 1950 werd, kort na de oprichting van de Raad van
Europa. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens, waarin rechters
van alle verdragslanden zitting hebben, ziet toe op de naleving van het
EVRM.
---
Eerste Kamer der Staten Generaal