Wageningen Universiteit en Researchcentrum
Verteerbaarheid en voederwaarde van graskuil en CCM bij biologische zeugen
26 okt 2010
Graskuil is een ruwvoer dat veel biologische bedrijven aan drachtige
zeugen verstrekken. De voederwaarde van graskuil is belangrijk om
mengvoer verantwoord te kunnen vervangen door graskuil. Door Corn cob
mix (CCM) samen in te kuilen met graskuil is mogelijk een nog groter
deel van het mengvoer te vervangen door mengkuil. Wageningen UR heeft
daarom onderzocht wat de chemische samenstelling, verteerbaarheid en
energiewaarde (EW) van verschillende kwaliteiten graskuilen en van CCM
is bij biologisch gehouden drachtige zeugen.
Het onderzoek is uitgevoerd op Varkensproefbedrijf Raalte. Een perceel
gras (met weinig klaver) was onderverdeeld in vijf deelstukken die op
verschillende momenten in het voorjaar voor de eerste keer werden
gemaaid. Hierdoor zijn vijf verschillende kwaliteiten graskuil
verkregen: 1,8 ton, 2,2 ton, 3,1 ton, 3,9 ton en 5,0 ton drogestof per
hectare. Zeugen lijken een voorkeur te hebben voor graskuil met een
laag drogestofgehalte. Daarom is gestreefd naar een drogestofpercentage
in de graskuilen van 25%.
De controlegroep kreeg dagelijks 2,31 kg drogestof uit mengvoer
verstrekt. De proefgroepen met graskuil of met CCM kregen 0,88 kg
drogestof uit mengvoer en daarnaast 1,43 kg drogestof uit graskuil of
CCM. De werkelijk opgenomen hoeveelheid drogestof uit graskuil was 200
tot 300 gram per dag lager dan gepland. De zeugen werden tweemaal daags
gevoerd.
Energiewaarde
In de onderzochte graskuilen lag het drogestofgehalte tussen de 21,3 en
24,9%, en de EW per kg drogestof lag tussen 0,78 en 0,95. De EW per kg
drogestof en de EW-opname waren het hoogst bij graskuil met een
drogestofopbrengst van 2,2 ton per ha en het laagst bij graskuil met
een drogestofopbrengst van 5,0 ton per ha. De EW per kg drogestof van
CCM is 1,49.
Er lijken relaties te zijn tussen enerzijds ruw-eiwitgehalte,
melkzuurgehalte, suikergehalte, NSP-gehalte en drogestofopbrengst per
ha en anderzijds EW per kg drogestof in de graskuilen. Dit zijn
relaties waar sprake lijkt te zijn van optimale gehalten. Bij een
hogere of lagere waarde daalt de EW. Dit maakt het lastig om de EW te
berekenen uit alleen de chemische samenstelling van de graskuilen.
Vervolgonderzoek
In een vervolgonderzoek wordt gekeken hoeveel graskuil en mengkuil
(gras ingekuild met CCM en gras ingekuild met gerst) drachtige zeugen
opnemen als ze dit onbeperkt krijgen naast een vaste mengvoergift.
Resultaten van deze opnameproef worden eind dit jaar gepubliceerd.
Downloaden rapport
Rapport 342 âVerteerbaarheid en voederwaarde van diverse kwaliteiten
graskuil en van CCM bij biologische zeugenâ van C.M.C. van der
Peet-Schwering et al. kunt u gratis downloaden via
http://edepot.wur.nl/150497
Contact
Carola van der Peet-Schwering
Tel. 0320 - 293 506