Raad van State
Mediagevoelige uitspraken
Mediagevoelige uitspraken
Wekelijks doet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op
de woensdagen in een groot aantal zaken een uitspraak. De
persvoorlichters van de Raad van State maken op maandag een selectie
van de uitspraken die interessant kunnen zijn voor de media. Deze
selectie vindt u op deze pagina en wordt iedere maandag om 14.00 uur
vernieuwd. Een overzicht van alle uitspraken die op de woensdag worden
gedaan, staat in de rubriek Hoofdzaken.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van
de Raad van State.
Op woensdag kunt u vanaf 10.15 uur de volledige tekst van deze
uitspraken lezen.
9 uitspraken gevonden
pagina: 1
1. 200902326/1/R3
datum van uitspraak: woensdag 27 oktober 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - enkelvoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Limburg
inhoudsindicatie:
(Bestemmingsplan 'Projectvestiging glastuinbouw Siberië' van de
gemeente Maasbree)
Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Maasbree van
het bestemmingsplan 'Projectvestiging glastuinbouw Siberië'. Binnen de
provincie Limburg zijn de gebieden Californië en Siberië aangewezen als
locaties waar glastuinbedrijven zich kunnen ontwikkelen. De locatie
Siberië ligt ten noorden van Maasbree en bestaat uit een aantal fasen.
Fasen één en twee vormen het oostelijk deel van het glastuinbouwgebied
en zijn inmiddels afgerond. Het bestemmingsplan maakt de fasen drie en
vier mogelijk, waarbij het gebied aan de westkant wordt uitgebreid. De
eigenaren van een melkveebedrijf kunnen zich niet met het plan
verenigen, omdat hun bedrijf voor de uitbreiding van het
glastuinbouwgebied moet wijken. Zij vinden dat de gemeenteraad niet hun
bedrijfsgrond had mogen onteigenen, maar een nieuwe locatie voor hun
bedrijf had moeten zoeken. Verder vrezen zij voor schade door het
verleggen van de weg Siberië en de aanleg van een verkeerssluis bij de
aansluiting van die weg op de weg Rozendaal. Daarom zijn zij tegen het
bestemmingsplan in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State. Die heeft de zaak op 27 september jl. op zitting
behandeld.
2. 200904001/1/R2
datum van uitspraak: woensdag 27 oktober 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Utrecht
inhoudsindicatie:
(Bestemmingsplan 'Birkhoven-Bokkeduinen' van de gemeente Amersfoort)
Uitspraak over de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten
van Utrecht van het bestemmingsplan 'Birkhoven-Bokkeduinen' van de
gemeente Amersfoort. Het plan maakt een uitbreiding van het Dierenpark
Amersfoort met zeven hectare mogelijk. Het gebied waar de uitbreiding
van het dierenpark zal plaatsvinden, is aangewezen als Ecologische
Hoofdstructuur. De Vereniging Behoud Bos Birkhoven en Bokkeduinen is
het niet eens met dit plan en is tegen de provinciale goedkeuring
daarvan in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State. Zij vindt dat de uitbreiding van het dierenpark in
strijd is met het beleid van de provincie. Volgens haar wordt het
verlies van bestaand bosgebied ten onrechte gecompenseerd met het
gebied De Bokkenduinen dat naar haar mening al was aangeduid als
ecologisch en landschappelijk belangrijk gebied. Dit gebied is daarom
onterecht aangemerkt als nieuwe natuur, aldus de vereniging. Het
provinciebestuur is van mening dat met de uitbreiding van het
dierenpark een groot maatschappelijk belang is gemoeid en dat de
beperkte aantasting van de natuur voldoende wordt gecompenseerd door de
zogenoemde spoorwegdriehoek en de zone langs de Middelhoefseweg te
bestemmen als 'Natuurgebied'. De Raad van State heeft de zaak op 14
september jl. op zitting behandeld.
3. 200906468/1/R1
datum van uitspraak: woensdag 27 oktober 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Noord-Holland
inhoudsindicatie:
(Bestemmingsplan 'Banne Toren IJdoornlaan/Statenjachtstraat' van
stadsdeel Amsterdam-Noord)
Uitspraak over de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten
van Noord-Holland van het bestemmingsplan 'Banne Toren
IJdoornlaan/Statenjachtstraat' van stadsdeel Amsterdam-Noord. Het plan
maakt de bouw mogelijk van een woontoren met een hoogte van 37 meter.
De locatie wordt begrensd door de IJdoornlaan, de Statenjachtstraat en
het terrein van het BovenIJ ziekenhuis. Het ziekenhuis is het niet eens
met de komst van de woontoren en is tegen de provinciale goedkeuring
van het plan in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van
de Raad van State. Volgens het BovenIJ ziekenhuis is onvoldoende
bekeken wat de gevolgen zijn van de woontoren voor de bedrijfsvoering
en de toekomst van het ziekenhuis. Zo is het ziekenhuis onder meer bang
dat de woningen onvoldoende worden beschermd tegen geluidsoverlast. Het
provinciebestuur stelt zich op het standpunt dat de nieuwe woontoren
niet leidt tot een beperking van de huidige milieuvergunning van het
ziekenhuis. De Raad van State heeft de zaak op 16 september jl. op
zitting behandeld.
4. 200910105/1/H2
datum van uitspraak: woensdag 27 oktober 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Schadevergoeding
inhoudsindicatie:
(Hoogte schadevergoeding vanwege verdubbeling baanvak Woerden-Utrecht)
Uitspraak over het besluit van de gemeenteraad van Utrecht, waarbij aan
drie bewoners van de Titus Brandsmalaan in Vleuten een schadevergoeding
is toegekend. De gemeenteraad heeft de vergoeding toegekend in verband
met het besluit om het spoor op het baanvak Woerden - Utrecht te
verdubbelen en het station Vleuten te verplaatsen. Een nieuw
bestemmingsplan heeft dit mogelijk gemaakt. Op grond van de Wet op de
Ruimtelijke Ordening hebben de drie inwoners een verzoek om
schadevergoeding ingediend bij de gemeente. Zij zijn het niet eens met
de hoogte van de vergoeding. De rechtbank in Utrecht heeft in november
2009 hun beroep gegrond verklaard. Naar het oordeel van de rechtbank
heeft de gemeenteraad bij de vaststelling van het bedrag niet met alle
omstandigheden voldoende rekening gehouden. De rechtbank heeft de
gemeenteraad opgedragen een nieuw besluit te nemen. De gemeenteraad en
ProRail zijn het niet eens met deze uitspraak en zijn in hoger beroep
gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die
heeft de zaak op 10 september jl. op zitting behandeld.
5. 201001523/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 27 oktober 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Bouwzaken
inhoudsindicatie:
(Weigering bouwvergunning voor vestiging Aldi-supermarkt in Heiloo)
Uitspraak over de weigering door het college van burgemeester en
wethouders van Heiloo om een bouwvergunning te verlenen voor het
veranderen van een winkelgebouw aan de Kennemerstraatweg in Heiloo. Het
bouwplan voorziet in een verbouwing van de begane grond van een
winkelgebouw met het oog op het gebruik als Aldi-supermarkt. De
voorgevel van het gebouw moest daarvoor veranderen, de entreedeuren
naar links worden verplaatst en er moest aan de voorkant een toegang
tot de bevoorradingsruimte komen. Het bouwplan heeft betrekking op drie
naast elkaar gelegen panden. Een van de panden is vele jaren geleden in
gebruik geweest als Albert Heijn-supermarkt. Daarna zat er een B. en
W.-supermarkt in de panden en in de periode 2000-2007 bood het
winkelgebouw onderdak aan het Porseleinhuis. Sinds drie jaar staan de
panden leeg. Aldi wil het winkelgebouw volledig invullen met
verkoopruimten en een magazijn voor de supermarkt. Het gemeentebestuur
wil geen medewerking verlenen aan het plan van Aldi, omdat het
inmiddels van mening is dat een supermarkt op die locatie vanuit
planologisch en stedenbouwkundig oogpunt niet gewenst is. Volgens het
gemeentebestuur zal de Aldi-vestiging een extra en onevenredige toename
van de belasting voor de omgeving tot gevolg hebben. Het laden en
lossen van goederen zou tot verkeersonveilige situaties en tot
verkeersopstoppingen leiden, waarbij ook een groot risico bestaat dat
de doorgang voor hulpdiensten wordt belemmerd. De rechtbank in Alkmaar
heeft in december 2009 een eerder beroep van Aldi tegen de weigering
van het gemeentebestuur ongegrond verklaard. Aldi is tegen deze
uitspraak in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State. Die heeft de zaak op 16 september jl. op zitting
behandeld.
6. 201002155/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 27 oktober 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Overige
inhoudsindicatie:
(Afwijzing verzoek De Veste om uit bestel woningcorporaties te stappen)
Uitspraak over de weigering door de toenmalige minister voor Wonen,
Wijken en Integratie om Woningstichting De Veste uit Ommen toestemming
te geven uit het bestel van woningcorporaties te stappen. De stichting
werkt sinds 1963 binnen dit bestel en zet zich uitsluitend in op het
gebied van volkshuisvesting. In de woningwet zijn regels opgenomen waar
woningcorporaties binnen het bestel aan moeten voldoen. Volgens De
Veste leiden die regels ertoe dat zij haar bedrijf niet naar eigen
inzicht kan exploiteren. Zo zou de stichting belastingvoordeel mislopen
waardoor inbreuk wordt gemaakt op de eigendommen van de stichting. Dit
zou het volkshuisvestingsbelang schaden, aldus De Veste. Volgens de
minister staat de woningwet niet toe dat een bedrijf vrijwillig het
bestel van woningcorporaties verlaat, zodat zij de toestemming wel
moest weigeren. De rechtbank Zwolle-Lelystad oordeelde in januari van
dit jaar dat de woningwet weliswaar geen specifieke regels bevat voor
een situatie waarbij een woningcorporatie verzoekt om uit het bestel te
treden, maar dat dit niet betekent dat uittreding onmogelijk is. Naar
het oordeel van de rechtbank heeft de minister na afweging van alle
betrokken belangen echter toch kunnen besluiten de toestemming te
weigeren. Zowel De Veste als de minister kunnen zich niet vinden in de
uitspraak van de rechtbank en zijn daartegen in hoger beroep gekomen
bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Veste
blijft bij haar standpunt dat haar verzoek om vrijwillige uittreding
uit het corporatiebestel ten onrechte is afgewezen, terwijl de minister
vindt dat uit de wet volgt dat uittreding onmogelijk is. Zo bepaalt de
wet dat een woningcorporatie moet worden ontbonden zodra zij het bestel
heeft verlaten en dat haar woningvoorraad vervolgens over de overige
corporaties in het bestel moet worden verdeeld, aldus de minister. Van
een eenmaal 'toegelaten' woningcorporatie mag volgens de minister een
blijvende inzet worden gevraagd om de woningvoorraad te versterken. De
Raad van State heeft de zaak op 20 september jl. op zitting behandeld.
7. 201002608/1/R2
datum van uitspraak: woensdag 27 oktober 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - enkelvoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Utrecht
inhoudsindicatie:
(Bestemmingsplan 'Keervoorziening Molenvliet' van de gemeente Woerden)
Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Woerden van het
bestemmingsplan 'Keervoorziening Molenvliet'. Het bestemmingsplan maakt
de aanleg van een keervoorziening mogelijk voor de bestaande spoorlijn
Leiden - Woerden ter hoogte van de wijk Molenvliet in Woerden. Langs
het spoor wordt een keerspoor aangelegd om treinen op een veilige wijze
in de dienstregeling te laten keren, nadat zij station Woerden hebben
aangedaan. Het keerspoor maakt deel uit van het grotere project
'Randstadspoor'. Randstadspoor verbindt de belangrijkste gebieden
binnen de regio Utrecht over afstanden van 10 tot 30 kilometer. Een
aantal bewoners aan de Waardsedijk verzet zich tegen het plan en is
daartegen in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State. Hun woningen staan dichtbij het gebied waar het
keerspoor wordt aangelegd en zij vrezen dan ook vooral voor
geluidsoverlast. Volgens de bewoners verdrievoudigt het aantal treinen
dat langskomt. Bovendien zou het spoor dichterbij de woningen komen te
liggen en zouden ze te maken krijgen met meer remmende treinen die ook
meer geluid produceren. De Raad van State heeft de zaak op 28 september
jl. op zitting behandeld.
8. 201003290/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 27 oktober 2010
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Kamer 3 - Hoger Beroep - Overige
inhoudsindicatie:
(Aanwijzing van aantal gebieden in Amsterdam als
veiligheidsrisicogebied)
Uitspraak over de aanwijzing door de burgemeester van Amsterdam van
zogenoemde veiligheidsrisicogebieden. Het gaat om een besluit uit juli
2009 om de gebieden Amsterdam-Centrum, Amsterdam-Zuidoost, Groot Oost
en Holendrecht voor een periode van twaalf maanden aan te wijzen als
veiligheidsrisicogebieden. De burgemeester kan op basis van de
Gemeentewet en de Algemene Plaatselijke Verordening van Amsterdam bij
vrees voor verstoring van de openbare orde door wapengebruik, gebieden
als veiligheidsrisicogebied aanwijzen. Binnen deze gebieden kan de
officier van justitie dan een bevel geven om mensen preventief te
fouilleren. De gebieden Amsterdam-Centrum, Amsterdam-Zuidoost en Groot
Oost waren al eerder als veiligheidsrisicogebied aangewezen. Een man
uit Amsterdam vindt de aanwijzing onnodig, omdat tijdens vorige
fouilleringacties in de gebieden geen wapens zijn aangetroffen. De
rechtbank in Amsterdam verklaarde in maart jl. een eerder beroep van de
man ongegrond. Tegen die uitspraak is hij in hoger beroep gekomen bij
de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die heeft de
zaak op 5 oktober jl. op zitting behandeld.
9. 201004278/1/R3
datum van uitspraak: woensdag 27 oktober 2010
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Kamer 1 - RO - Zuid-Holland
inhoudsindicatie:
(Bestemmingsplan 'Centrum' van de gemeente Waddinxveen)
Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Waddinxveen van
het bestemmingsplan 'Centrum'. In Waddinxveen wordt al jaren gewerkt
aan een nieuw centrum. Dit bestemmingsplan is vastgesteld voor de
ontwikkeling van het nieuwe hoofdcentrum op het voormalige Be
Fair-sportterrein. Op dit terrein lagen de voetbalvelden van VV Be Fair
en tennisvelden van de Gouwe Smash. Deze zijn inmiddels verplaatst. Het
centrumplan maakt de bouw van maximaal 390 woningen mogelijk. Hiermee
valt het plan onder de werking van de nieuwe Crisis- en herstelwet. De
stichting Pensioenfonds van de Metalektro, een exploitant van een
supermarkt en enkele particulieren zijn bij de Afdeling
bestuursrechtspraak in beroep gekomen tegen de vaststelling van het
bestemmingsplan. Een van de bezwaren is dat het opzetten van een nieuw
hoofdcentrum verstrekkende gevolgen heeft voor het bestaande centrum,
gelegen in De Passage, en voor de winkels die daarin gevestigd zijn. De
bezwaarmakers vinden dat winkels die in De Passage zijn gevestigd, de
garantie hadden moeten krijgen dat zij zouden worden verplaatst naar
het nieuwe winkelcentrum. Nu dat niet is gebeurd, vrezen zij dat het
centrumplan tot grote schade zal leiden voor de winkeliers die
achterblijven in De Passage en zal leiden tot een verloedering van het
Passagegebied. Andere bezwaren zijn gericht tegen de hoogbouw die het
centrumplan mogelijk maakt en tegen de geluidsoverlast die het nieuwe
winkelcentrum meebrengt. De Raad van State heeft de zaak op 30
september jl. op zitting behandeld.
pagina: 1
rss feeds disclaimer links sitemap the
council of state le conseil d'état der staatsrat