Verwachte leerlingenkrimp van twaalf procent in vijf provincies
25/10/2010 07:00
SBO
Tussen 2010 en 2015 krimpt in Groningen, Friesland, Drenthe, Gelderland en Limburg het aantal leerlingen van basisscholen naar verwachting met ongeveer twaalf procent. Landelijk ligt het gemiddelde waarschijnlijk op zeven procent. Vanaf 2015 krijgt ook het voortgezet onderwijs met een sterke krimp te maken. Dat blijkt uit de prognoseanalyse 'Krimp als kans. Leerlingendaling in het primair en voortgezet onderwijs' van het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) uit Den Haag. Veel scholen springen al op deze ontwikkelingen in. Met kennis over de verwachte daling van leerlingenaantallen kunnen scholen gerichter inspelen op toekomstige verwachte personele en materiële problemen. In de publicatie zijn zij ook aan het woord over hun oplossingsstrategieën.
SBO-directeur Freddy Weima: 'Als het leerlingenaantal terugloopt, daalt ook de rijksbijdrage die sterk gebaseerd is op het aantal inschrijvingen. Samen met de lopende en komende bezuinigingen op onderwijs, wordt dat een hard gelag voor scholen. De financiële problemen hebben ook personele gevolgen. Zo kunnen scholen waarschijnlijk moeilijk voldoende leraren vasthouden voor de vele vacatures die door de vergrijzing over twee, drie jaar weer gaan ontstaan.'
Grote regionale en lokale verschillen
Waar vijf provincies al te maken hebben met een leerlingenkrimp, kennen Utrecht en Flevoland nu nog een groei. Dat geldt ook voor de grote steden terwijl in de omliggende gemeenten en op het platteland het leerlingenaantal daalt. Landelijk heeft de helft van de basisscholen nu al te maken met krimp en vanaf heden gaat het bijna overal spelen. Deze trend zet zich in 2016 door in het voortgezet onderwijs, maar ook daar met regionale en lokale verschillen. Daarom zullen scholen op regionaal niveau naar oplossingen op maat moeten (blijven) zoeken.
Gevolgen onderwijskwaliteit
Dalingen van het leerlingenaantal zorgen voor toenemende problemen voor scholen. Omdat de rijksbijdrage afneemt, leidt het nu al tot bijvoorbeeld het vormen van combinatiegroepen, het snijden in 'remedial teaching' en het opheffen van kleine basisscholen. Hiermee komt de onderwijskwaliteit onder druk te staan. Om het lesgeven aan te kleine groepen te voorkomen, kunnen scholen van het voortgezet onderwijs gedwongen zijn een deel van het vakkenaanbod te laten vervallen. Daardoor hebben leerlingen minder keuze. Ook dit zal de onderwijskwaliteit en omvang van het onderwijsaanbod negatief beïnvloeden.
Samengaan, verhuur lokalen en mobiliteit
Op de vraag welke oplossingen scholen hanteren en/of zien voor de problemen door leerlingenkrimp, noemen zij vooral samenwerking en samengaan met andere scholen. Andere oplossingen zijn: verhuur van leslokalen, mobiliteit en uitstroom van personeel bevorderen en het personeelsbeleid beter afstemmen op toekomstscenario's en op de onderwijsvisie. Dit laatste biedt ook weer kansen op kwaliteitsverbetering binnen scholen. Verder zien individuele scholen een sterkere profilering als oplossing om zoveel mogelijk leerlingen te werven.
Analyse
ResearchNed heeft voor het SBO de analyse voor de prognoses van de leerlingendaling uitgevoerd. Daarnaast zijn in het rapport resultaten van een SBO-panelenquete over de ervaringen met krimp van schoolleiders en bestuurders verwerkt. Ook zijn ideeën van schoolleiders en -bestuurders voor het oplossen van knelpunten opgenomen.
http://www.onderwijsarbeidsmarkt.nl