PRESSE 286
PR CO 29
PERSMEDEDELING
3041e zitting van de Raad
Buitenlandse Zaken
Luxemburg, 25 oktober 2010
Voorzitter Catherine ASHTON
Hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en
veiligheidsbeleid
Voornaamste resultaten van de Raadszitting
De Raad heeft de situatie in de Sahel besproken en de rol die de EU zou
kunnen spelen om te helpen de regio te stabiliseren. De Raad heeft
besloten nauw met de staten in de regio, de Verenigde Naties, de
Afrikaanse Unie en andere internationale partners samen te werken bij
het bevorderen van de veiligheid, de stabiliteit, de ontwikkeling en
deugdelijk bestuur in de regio. De Raad heeft de hoge vertegenwoordiger
gevraagd om samen met de Commissie een strategie op te zetten voor de
Sahel voor begin volgend jaar.
De Raad heeft de situatie in het Midden-Oosten besproken, naar
aanleiding van het bezoek van de hoge vertegenwoordiger aan de regio en
haar contacten met de partijen in het vredesproces. Daarbij nam de Raad
tevens nota van de situatie in Libanon.
De ministers hebben de recente ontwikkelingen in Cuba besproken en de
hoge vertegenwoordiger verzocht te bezien hoe de betrekkingen met Cuba
zich verder zouden kunnen ontwikkelen.
De Raad heeft verdere beperkende maatregelen tegen Iran aangenomen,
zoals in juli in beginsel was overeengekomen; de maatregelen zijn
gericht op technologieën die verband houden met de nucleaire
programma's en raketprogramma's van Iran. Zij stroken met en gaan
verder dan de meest recente door de VN-Veiligheidsraad gewenste
maatregelen.
Ook heeft de Raad beperkende maatregelen tegen Belarus en de Republiek
Guinee verlengd en conclusies aangenomen over de republiek Moldavië,
Oezbekistan, Bosnië en Herzegovina en over het oostelijk partnerschap
van de EU.
INHOUD1
DEELNEMERS
BESPROKEN PUNTEN
CUBA
VOORBEREIDINGEN VOOR KOMENDE TOPBIJEENKOMSTEN
GEORGIË
SAHEL
MIDDEN-OOSTEN
EUROPEES NABUURSCHAPSBELEID
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID
* Beperkende maatregelen tegen Iran
* Beperkende maatregelen tegen Guinee
* Belarus - Beperkende maatregelen tegen bepaalde functionarissen -
Conclusies van de Raad
* Bosnië en Herzegovina - Conclusies van de Raad
* Republiek Moldavië - Conclusies van de Raad
* Oezbekistan - Conclusies van de Raad
GEMEENSCHAPPELIJK VEILIGHEIDS- EN DEFENSIEBELEID
* Bescherming van burgers in GVDB-missies en -operaties
DEELNEMERS
Hoge vertegenwoordiger
mevrouw Catherine ASHTON Hoge vertegenwoordiger van de Unie voor
buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid
België:
de heer Steven VANACKERE vice-eersteminister en minister van
Buitenlandse Zaken en Institutionele Hervormingen
Bulgarije
de heer Nickolay MLADENOV minister van Buitenlandse Zaken
Tsjechië
de heer Karl SCHWARZENBERG viceminister-president en minister van
Buitenlandse Zaken
Denemarken
mevrouw Lene ESPERSEN minister van Buitenlandse Zaken
Duitsland
de heer Guido WESTERWELLE minister van Buitenlandse Zaken
Estland:
de heer Urmas PAET minister van Buitenlandse Zaken
Ierland:
de heer Dick ROCHE minister van Europese Zaken
Griekenland:
de heer Dimitrios DROUTSAS minister van Buitenlandse Zaken
Spanje:
mevrouw Trinidad JIMENEZ minister van Buitenlandse Zaken
Frankrijk:
de heer Bernard KOUCHNER minister van Buitenlandse Zaken
Italië:
de heer Alfredo MANTICA staatssecretaris Buitenlandse Zaken
Cyprus
de heer Markos KYPRIANOU minister van Buitenlandse Zaken
Letland:
de heer Andris TEIKMANIS staatssecretaris, ministerie van Buitenlandse
Zaken
Litouwen :
de heer Audronius AZUBALIS minister van Buitenlandse Zaken
Luxemburg:
de heer Jean ASSELBORN viceminister-president, minister van
Buitenlandse Zaken en Immigratie
Hongarije:
de heer János MARTONYI minister van Buitenlandse Zaken
Malta:
de heer Tonio BORG viceminister-president en minister van Buitenlandse
Zaken
Nederland:
de heer Uri ROSENTHAL minister van Buitenlandse Zaken
Oostenrijk:
de heer Michael SPINDELEGGER minister van Europese en Internationale
Zaken
Polen:
de heer Mikol/aj DOWGIELEWICZ staatssecretaris voor Europese Zaken
Portugal:
de heer Luís AMADO minister van Buitenlandse Zaken
Roemenië:
de heer Bogdan AURESCU staatssecretaris voor Europese Zaken
Slovenië:
de heer Samuel ZBOGAR minister van Buitenlandse Zaken
Slowakije:
de heer Mikulas DZURINDA minister van Buitenlandse Zaken
Finland
de heer Alexander STUBB minister van Buitenlandse Zaken
Zweden:
de heer Carl BILDT minister van Buitenlandse Zaken
Verenigd Koninkrijk:
de heer William HAGUE Minister van Buitenlandse Zaken en
Gemenebestzaken
_____________________
Commissie:
de heer Andris PIEBALGS lid
de heer Stefan FÜLE lid
BESPROKEN PUNTEN
CUBA
De ministers hebben tijdens de lunch van gedachten gewisseld over
recente politieke en economische ontwikkelingen in Cuba en over de
opties die de EU heeft voor haar beleid ten aanzien van Cuba.
De ministers hebben besloten over de situatie na te denken en de hoge
vertegenwoordiger te vragen om, binnen het kader van het
gemeenschappelijk standpunt van de EU over Cuba, te bezien hoe de
betrekkingen met Cuba verder kunnen worden ontwikkeld, en hierover zo
spoedig mogelijk aan de Raad verslag uit te brengen.
VOORBEREIDINGEN VOOR KOMENDE TOPBIJEENKOMSTEN
De ministers hebben tijdens de lunch kort gesproken over de
voorbereidingen voor:
* de top EU-Verenigde Staten in Lissabon op 20 november
* de top EU-Oekraïne in Brussel op 22 november en
* de top van de Unie voor het Middellandse-Zeegebied, die gepland is
voor 20 en 21 november in Barcelona.
GEORGIË
De hoge vertegenwoordiger heeft tijdens de lunch verslag uitgebracht
over haar recente bezoek aan Georgië, waar ze de onderhandelingen over
een associatie-overeenkomst van de EU met Georgië heeft geopend.
De ministers hebben de toestand in Georgië besproken, evenals de
betrekkingen van dat land met buurlanden en met de EU.
SAHEL
De Raad heeft de toestand in de Sahel besproken, evenals het
veiligheidsrisico dat die regio, zowel ter plaatse als voor Europa,
vertegenwoordigt, en de rol die de EU zou kunnen spelen om te helpen de
regio te stabiliseren.
De Raad heeft onderstaande conclusies aangenomen:
"1. Net als in zijn conclusies van 27 oktober 2009 en in zijn
verklaring van 26 juli 2010 onderstreept de Raad dat de toenemende
transnationale dreigingen, zoals terrorisme en georganiseerde
criminaliteit, gekoppeld aan extreme armoede, onopgeloste interne
conflicten en de zwakte en broosheid van de Sahelstaten een steeds
grotere bedreiging vormen voor de stabiliteit van de regio en een
steeds groter probleem voor de Europese Unie. De bevolking en de staten
van de regio, met name Mauritanië, Mali en Niger, hebben rechtstreeks
onder deze dreigingen te lijden. Ook de veiligheid van de Europese
burgers is in het geding.
2. In nauwe samenwerking met de staten van de regio, de Verenigde
Naties, de Afrikaanse Unie en de andere internationale partners zal de
Europese Unie - naast de inspanningen van de Sahelstaten zelf en gevolg
gevend aan de besprekingen binnen de Commissie en in het
secretariaat-generaal van de Raad over een holistische en geïntegreerde
aanpak - op een coherente manier de verschillende instrumenten inzetten
waarover zij beschikt om de veiligheid, de stabiliteit, de ontwikkeling
en een goed bestuur in het Sahel- en Saharagebied te bevorderen. Zij
moedigt tevens aan tot sterkere samenwerking en dialoog tussen de
landen van de regio.
3. In dat licht verzoekt de Raad de hoge vertegenwoordiger van de
Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid om in
samenwerking met de Commissie voor begin volgend jaar een strategie
voor de Sahel uit te werken die de Raad zal bespreken."
MIDDEN-OOSTEN
De Raad heeft een gedachtewisseling gehouden over het Midden-Oosten en
over de toestand in Libanon.
De hoge vertegenwoordiger heeft verslag uitgebracht over haar recente
bezoek aan de regio en over haar contacten in verband met de
inspanningen van de internationale gemeenschap om Israel en de
Palestijnen aan te moedigen hun rechtstreekse onderhandelingen voort te
zetten en het vredesproces op koers te houden.
EUROPEES NABUURSCHAPSBELEID
De Raad heeft van gedachten gewisseld over het Europees
nabuurschapsbeleid van de EU, als onderdeel van een evaluatie van het
beleid en een bezinning over de verdere ontwikkeling ervan.
De evaluatie van het nabuurschapsbeleid moet leiden tot een
ministeriële conferentie met de partners van het Europees
Nabuurschapsbeleid in februari 2011.
Tevens heeft de Raad de conclusies over het oostelijk partnerschap in
doc. 15364/10 aangenomen.
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID
Beperkende maatregelen tegen Iran
De Raad heeft een besluit en een verordening vastgesteld voor een
vierde ronde van beperkende maatregelen tegen Iran die gericht zijn
tegen de ontwikkeling van gevoelige technologieën ter ondersteuning van
de nucleaire programma's en raketprogramma's van Iran.
De maatregelen betreffen de handel, de financiële diensten, energie en
vervoer en zijn een uitbreiding van de lijst van entiteiten en personen
waarvan de activa en economische middelen worden bevroren.
Over het pakket maatregelen was in juli dit jaar door de Raad een
principe-akkoord bereikt. De maatregelen vormen een bevestiging van de
sedert 2007 getroffen beperkende maatregelen en bevatten aanvullende
maatregelen, zodat wordt voldaan aan Resolutie 1929 (2010) van de
VN-Veiligheidsraad. Ook bevatten zij maatregelen waarmee wordt ingegaan
op de verklaring van de Europese Raad van juni 2010, waarin wordt
gevraagd om begeleidende maatregelen van de EU, die een aanvulling
vormen op en verder gaan dan de VN-maatregelen.
Deze beperkende maatregelen omvatten meer bepaald aanvullende
beperkingen op de handel in goederen voor tweeërlei gebruik en in
uitrusting die voor binnenlandse repressie kan worden gebruikt,
beperkingen op de handel in elementaire uitrusting en technologie die
worden gebruikt in de Iraanse aardolie- en aardgasindustrie, en op
investeringen daarin, beperkingen op Iraanse investeringen in
uraniumontginning en de nucleaire industrie, beperkingen op de
overdracht van kapitaal van en naar Iran, beperkingen ten aanzien van
de Iraanse banksector, beperkingen op de toegang van Iran tot de
verzekerings- en obligatiemarkt van de EU en beperkingen op het
verstrekken van een aantal diensten aan Iraanse schepen en
vrachtvliegtuigen.
Voorts moeten van bijkomende categorieën personen de tegoeden en de
economische middelen worden bevroren.
De beperkende maatregelen worden op 26 oktober in het Publicatieblad
bekendgemaakt.
Beperkende maatregelen tegen Guinee
De Raad heeft de beperkende maatregelen tegen de republiek Guinee met
een jaar verlengd. De beperkende maatregelen zijn voor het eerst
opgelegd op 27 oktober 2009 na het gewelddadige optreden van de
veiligheidstroepen tegen politieke betogers op 28 september 2009 en de
daarop volgende schendingen van de mensenrechten.
De beperkende maatregelen bestaan uit een wapenembargo en een
visumverbod dat tot doel heeft te voorkomen dat leden van de Nationale
Raad voor Democratie en Ontwikkeling en personen die banden met hen
hebben, en die verantwoordelijk zijn voor de gewelddadige repressie of
de politieke impasse in het land, het grondgebied van de EU
binnenkomen.
De maatregelen gelden tot en met 27 oktober 2011 en worden voortdurend
getoetst. Het besluit van de Raad wordt op 26 oktober in het
Publicatieblad bekendgemaakt.
Belarus - Beperkende maatregelen tegen bepaalde functionarissen -
Conclusies van de Raad
De Raad heeft een besluit aangenomen waarbij de in Gemeenschappelijk
Standpunt 2006/276/GBVB vervatte beperkende maatregelen tegen bepaalde
functionarissen van Belarus wegens het uitblijven van concrete
vooruitgang op de door de Raad vermelde gebieden verlengd worden tot en
met 31 oktober 2011 (14627/10).
Tegelijkertijd wordt ook de opschorting van de aan bepaalde
verantwoordelijken in Belarus opgelegde reisbeperkingen, met
uitzondering van de beperkingen die gelden voor degenen die betrokken
waren bij de verdwijningen in 1999-2000 en voor de voorzitter van de
centrale verkiezingscommissie, tot en met 31 oktober 2011 verlengd. Aan
het eind van die periode zal de Raad de beperkende maatregelen opnieuw
bezien, in het licht van de situatie in het land. In het licht van de
maatregelen die de Belarussische autoriteiten op het gebied van de
democratie en de mensenrechten mochten nemen, kan de Raad te allen
tijde besluiten de reisbeperkingen opnieuw toe te passen of in te
trekken.
De Raad heeft ook de onderstaande conclusies aangenomen
"1. De Raad wijst eens te meer op het belang van het kritisch
engagement waarmee de Europese Unie Belarus tegemoet treedt en merkt op
dat de voortzetting van de politieke dialoog op hoog niveau tussen de
EU en Belarus, de geïntensiveerde technische samenwerking en de
deelname van Belarus in het oostelijk partnerschap, moeten worden benut
om wederzijds begrip te kweken en kansen tot het bespreekbaar maken van
zorgpunten te creëren. Gelet op het belang van interpersoonlijke
contacten en indachtig zijn conclusies van 17 november 2009 ziet de
Raad uit naar voorstellen van de Commissie betreffende de
onderhandelingsrichtsnoeren voor met Belarus te sluiten overeenkomsten
inzake visumfacilitering en overname.
2. De Raad verklaart zich als steeds bereid de betrekkingen met Belarus
te verdiepen naarmate er zich in Belarus ontwikkelingen naar
democratie, mensenrechten en rechtsstatelijkheid voordoen; ook blijft
hij bereid Belarus bij het verwezenlijken van die doelstellingen bij te
staan. Onder voorbehoud van vooruitgang van Belarus op deze terreinen
is de Raad bereid maatregelen te nemen om de contractuele betrekkingen
met Belarus op een hoger plan te brengen. De Raad zet zijn besprekingen
voort over een samen met Belarus uit te voeren gezamenlijk interimplan
om prioriteiten voor hervormingen te bepalen, naar het voorbeeld van de
actieplannen die in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid
worden opgesteld. De Europese Unie zou kunnen overwegen om Belarus
macrofinanciële bijstand te verlenen, op voorwaarde dat de
noodzakelijke voorwaarden daartoe vervuld zijn, zoals de sluiting van
een nieuw programma met het IMF.
3. De Raad blijft evenwel bezorgd over de toestand van de democratie en
de mensenrechten in Belarus. De Raad betreurt het uitblijven van
vorderingen op de terreinen die hij in eerdere conclusies heeft
aangekaart, zoals de hervorming van de kieswet, de vrijheid van
meningsuiting en mediavrijheid, en de vrijheid van vergadering en
vereniging. De Raad ziet uit naar verdere gespreksronden in de
mensenrechtendialoog. Memorerend dat de Europese Unie resoluut tegen de
doodstraf gekant is, betreurt de Raad de terechtstelling van twee
burgers van Belarus in maart 2010, alsook de recente doodvonnissen in
Belarus; hij dringt er als steeds op aan dat Belarus, in afwachting van
volledige afschaffing, een moratorium op de doodstraf zou instellen.
4. In het licht van de situatie is de Raad niet in staat de beperkende
maatregelen die thans voor bepaalde functionarissen van Belarus gelden,
in te trekken; hij besluit derhalve de maatregelen tot 31 oktober 2011
te verlengen. De Raad heeft evenwel besloten om, tot aanmoediging van
vorderingen op de door de Europese Unie aangeduide terreinen, de
opschorting van de opgelegde reisbeperkingen eveneens tot dezelfde
datum te verlengen. Aan het eind van die periode zal de Raad de
beperkende maatregelen opnieuw bezien, in het licht van de situatie in
Belarus. In het licht van de maatregelen die de Belarussische
autoriteiten op het gebied van de democratie en de mensenrechten
mochten nemen, kan de Raad te allen tijde besluiten de reisbeperkingen
opnieuw toe te passen of in te trekken.
5. De Europese Unie zal ondersteuning blijven verlenen aan het
maatschappelijk middenveld in Belarus om de ontwikkeling van een
democratisch en pluralistisch klimaat in het land aan te moedigen.
6. De Raad neemt er nota van dat er op 19 december 2010 in Belarus
presidentsverkiezingen zullen plaatsvinden. Hij roept de Belarussische
autoriteiten ertoe op te verzekeren dat de verkiezingen verlopen
conform de internationale normen en standaarden voor democratische
verkiezingen en conform de verplichtingen die Belarus in de OVSE en de
VN is aangegaan. De Raad is ingenomen met de beslissing van de
Belarussische autoriteiten om een internationale
OVSE/ODIHR-verkiezingswaarnemingsmissie uit te nodigen en verzoekt hen
voluit met de OVSE/ODIHR samen te werken. Tevens verzoekt hij de
verantwoordelijke Belarussische autoriteiten om de aanbevelingen die de
OVSE/ODIHR bij herhaling heeft gedaan, onverkort uit te voeren. De EU
zal de ontwikkelingen aandachtig volgen en zij zal de situatie na de
verkiezingen opnieuw beoordelen. Duidelijk waarneembare vorderingen bij
het verloop van de verkiezingen zullen een nieuwe impuls geven aan het
engagement waarmee de Europese Unie Belarus tegemoet treedt."
Bosnië en Herzegovina - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"BOSNIË EN HERZEGOVINA
* De Raad was ingenomen met het ordelijk verloop van de verkiezingen
van 3 oktober 2010 in Bosnië en Herzegovina, die een grotere
opkomst kenden en, volgens de eerste beoordeling van de OVSE/ODIHR
en hun internationale verkiezingswaarnemingsmissie in het algemeen,
aan de internationale normen beantwoordden.
* De EU herhaalde dat zij zonder voorbehoud hecht aan het Europese
perspectief van Bosnië en Herzegovina. Tevens herhaalde zij dat
hetzelfde geldt voor de territoriale integriteit van Bosnië en
Herzegovina als soeverein en verenigd land.
* Vijftien jaar na de ondertekening van de vredesakkoorden van Dayton
en Parijs verdienen de burgers van Bosnië en Herzegovina dat hun
land een betekenisvolle stap voorwaarts doet op de weg naar
Europese integratie.
* De politieke leiders dienen nu een begin te maken met een
constructieve politieke dialoog en nieuwe regeringen te formeren
met een programma waarvan de EU-agenda de kern vormt.
* De verantwoordelijkheid voor concrete en tastbare vorderingen
berust thans in eerste instantie bij de leiders, ook waar het gaat
om de weg naar integratie in de EU, in een geest van compromis en
collectieve opbouwende actie, waarbij men zich dient te onthouden
van retoriek en acties die tot verdeeldheid leiden en de belangen
van de burgers van Bosnië en Herzegovina zouden schaden. Bosnië en
Herzegovina heeft reeds getoond dat het verbintenissen kan nakomen
wanneer de politieke wil daartoe voorhanden is. De EU is bereid een
helpende hand te bieden bij de dringend benodigde hervormingen,
onder meer in het kader van haar toekomstige versterkte
aanwezigheid. Bosnië en Herzegovina kan het zich niet veroorloven
nog meer tijd te verliezen.
* De Raad herhaalde dat hij de nagestreefde visumliberalisering op
basis van het voldoen aan alle benchmarks steunt, bracht de
stemming over dit onderwerp in het Europees Parlement op 7 oktober
in herinnering, en wees er met nadruk op dat hij voornemens is
hieromtrent op 8 november een besluit te nemen.
* Onder verwijzing naar zijn conclusies van 25 januari over de
operatie Althea bevestigde de Raad de toezegging van de EU om ook
in de toekomst, onder een nieuw mandaat van de VN, uitvoerende
militaire taken te verrichten teneinde de inspanningen van Bosnië
en Herzegovina ter handhaving van een veilig klimaat te steunen,
alsmede om, voortbouwend op de resultaten van Althea, steun op het
gebied van opbouw van niet-uitvoerende capaciteit en opleiding te
verlenen, als bijdrage tot de versterking van de eigen inbreng en
capaciteit van het land. De Raad kwam overeen op gezette tijden de
balans van de operatie op te maken, mede in het licht van de
situatie ter plaatse."
Republiek Moldavië - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
* De Raad neemt nota van de Europese aspiraties van de Republiek
Moldavië en waardeert haar streven naar politieke associatie en
economische integratie met de Europese Unie. Hij onderstreept dat
de betrekkingen tussen de EU en de Republiek Moldavië het afgelopen
jaar een zeer positieve dynamiek hebben gekend en dat de Republiek
Moldavië daartoe actief heeft bijgedragen.
* De Raad is verheugd dat de Republiek Moldavië belangstelling heeft
voor het oostelijk partnerschap en daaraan actief deelneemt. Hij
constateert met voldoening dat er bij de onderhandelingen over de
toekomstige associatieovereenkomst tussen de EU en Moldavië zeer
goede vorderingen worden gemaakt. De Raad is tevens verheugd dat de
Republiek Moldavië het Statuut van Rome inzake het Internationaal
Strafhof heeft bekrachtigd.
* De Raad uit zijn waardering voor de prestaties van de Republiek
Moldavië zoals die zijn weergegeven in het voortgangsverslag van de
Commissie van mei 2010, waarin de aandacht wordt gevestigd op de
inspanningen van het land om daadwerkelijk structurele hervormingen
door te voeren op basis van een regeringsprogramma dat geheel is
toegesneden op de doelstellingen van het actieplan EU-Republiek
Moldavië. De Raad ziet ernaar uit dat de Republiek Moldavië blijft
werken aan belangrijke uitdagingen als de versterking van de
democratie en de rechtsstaat, de verbetering van het
investeringsklimaat, de aanpassing aan de EU op alle onderdelen van
het actieplan EU-Republiek Moldavië, de bestrijding van corruptie
en georganiseerde misdaad en de strijd tegen de armoede. De Raad
beklemtoont dat de EU bereid is haar relatie met de Republiek
Moldavië te blijven verdiepen en passende technische en financiële
bijstand ter ondersteuning van de hervormingsinspanningen te
verlenen.
* De Raad bevestigt dat de EU bereid is de Republiek Moldavië te
blijven steunen, onder andere met macrofinanciële bijstand en
advies op hoog niveau aan de regering. In de komende weken zal een
begin worden gemaakt met substantiële macrofinanciële bijstand
- 90 miljoen euro in de vorm van subsidies - aan de
overheidsbegroting van de Republiek Moldavië.
* De Raad neemt er tevens nota van dat de Commissie binnenkort haar
kernaanbevelingen ter voorbereiding van de Republiek Moldavië op
een vergaande en veelomvattende vrijhandelsruimte aan het land zal
doen toekomen. Daardoor zullen de bedrijven van de Republiek
Moldavië een veel betere toegang tot de markt van de EU krijgen, na
de autonome handelspreferenties die de EU eerder heeft verleend.
Het zal tevens bijdragen tot het ontstaan van een aantrekkelijk
investeringsklimaat voor EU-ondernemingen in de Republiek Moldavië.
De Raad verzoekt de Commissie richtsnoeren op te stellen voor een
vergaande en veelomvattende vrijhandelsruimte waarover onderhandeld
moet worden als integrerend onderdeel van de
associatieovereenkomst. Die onderhandelingen zullen van start gaan
zodra aan de nodige voorwaarden is voldaan.
* De Raad beklemtoont opnieuw het belang van menselijke contacten en
is voldaan over het begin van de visumdialoog in juni 2010 over de
voorwaarden waaronder burgers van de republiek Moldavië op termijn
visumvrij naar de EU kunnen reizen. In het verlengde van de
verkennende fase van de dialoog wijst de Raad op de
verwezenlijkingen tot dusver, de bestaande problemen en op het
belang van verdere hervormingen door de Republiek Moldavië, en
verzoekt hij de Commissie om, in overeenstemming met de aanpak die
is uiteengezet in de punten 8 en 9 van de conclusies van de Raad
van 25 oktober 2010 over het oostelijk partnerschap, een ontwerp
van actieplan op te stellen dat alle voorwaarden bevat waaraan de
Republiek Moldavië moet voldoen voordat een regeling voor visumvrij
reizen kan worden ingevoerd, zodat de visumdialoog zo spoedig
mogelijk een volledig operationele fase kan ingaan. In het kader
van de Raad zullen de lidstaten van de EU volledig bij de
verschillende stappen van het proces worden betrokken, hetgeen ook
inhoudt dat zij zullen worden geraadpleegd over het ontwerp van
actieplan en beide reeksen ijkpunten. De effectieve uitvoering van
de overnameovereenkomst zal in dit verband belangrijk blijven.
* De Raad neemt er nota van de Republiek Moldavië het afgelopen jaar
belangrijke stappen heeft genomen om de democratie te consolideren.
In dit verband was het een bemoedigend teken dat het
constitutionele referendum op 5 september overeenkomstig
democratische normen werd georganiseerd. Het is van belang dat de
voor 28 november aangekondigde parlementsverkiezingen het land
verder brengen op deze weg en in alle opzichten voldoen aan de
internationale normen voor vrije en eerlijke verkiezingen.
* De Raad is voorts verheugd over het beleid van constructief
engagement van de Republiek Moldavië met betrekking tot het streven
naar een oplossing voor Transnistrië, onder andere door de steun
van de Republiek Moldavië voor vertrouwenwekkende maatregelen. De
Raad onderstreept dat de EU blijft bijdragen tot een duurzame
oplossing van het conflict in Transnistrië, op basis van de
beginselen van soevereiniteit en territoriale integriteit van de
Republiek Moldavië. Hij bevestigt dat de EU ertoe oproept de
officiële besprekingen over een oplossing in de 5+2 samenstelling
zo spoedig mogelijk te hervatten.
Oezbekistan - Conclusies van de Raad
De Raad heeft de volgende conclusies aangenomen:
"1. De Raad heeft de situatie in Oezbekistan met betrekking tot de
mensenrechten, de eerbiediging van de democratische beginselen en de
rechtsstaat, alsmede de stand van de samenwerking tussen de EU en
Oezbekistan, beoordeeld. De Raad is van mening dat nog aanzienlijke
vooruitgang moet worden geboekt alvorens de betrekkingen tussen de EU
en Oezbekistan tot volle bloei kunnen komen.
2. De Raad waardeert de constructieve aanpak van de Oezbeekse
autoriteiten bij de respons op de humanitaire crisis die veroorzaakt is
door het oplaaiend etnisch geweld in Zuid-Kirgizië. De Raad spoort
Oezbekistan aan met Kirgizië en andere landen in de regio betrekkingen
van goed nabuurschap te onderhouden, in het bijzonder door het
ontwikkelen van grensoverschrijdende samenwerking en intermenselijke
contacten, om op die manier bij te dragen tot de algemene stabiliteit
in Centraal-Azië.
3. De Raad is ingenomen met de constructieve samenwerking tussen de EU
en Oezbekistan op een aantal gebieden, zoals het rechtsstaatinitiatief,
het grensbeheer, onderwijs, milieu en energie, die mede in het kader
van de EU-strategie voor Centraal-Azië plaatsvindt. In dit verband ziet
de Raad uit naar vorderingen met betrekking tot de opening van een
EU-delegatie in Tasjkent, die een versterkte dialoog mogelijk zal maken
en zou bijdragen tot de intensivering van de samenwerking.
4. De Raad neemt nota van de inspanningen van de Oezbeekse autoriteiten
om enkele ernstige tekortkomingen van de mensenrechtensituatie in
Oezbekistan te verhelpen, in het bijzonder door middel van nauwere
samenwerking met de EU, VN-organisaties, de OVSE en andere
internationale organisaties op een aantal belangrijke gebieden zoals
hervorming van de strafrechtspraak, bestrijding van de mensenhandel,
mensenrechteneducatie en hervorming van het gevangeniswezen. De Raad is
verheugd over de vrijlating van Sanjar Umarov, de bemoedigende
samenwerking tussen de Oezbeekse autoriteiten en de EU rond concrete
projecten inzake de hervorming van de rechterlijke macht, alsmede hun
blijken van belangstelling voor het uitbreiden van de samenwerking bij
het bestrijden van folteringen.
5. De Raad blijft echter ernstig bezorgd over de algehele
mensenrechtensituatie, de democratisering en de rechtsstaat in
Oezbekistan en over het feit dat met betrekking tot de in de
Raadsconclusies van oktober 2009 genoemde punten van bezorgdheid geen
noemenswaardige vooruitgang is geboekt. De Raad roept de Oezbeekse
autoriteiten op dringend doeltreffende maatregelen te nemen om ter zake
voortgang te maken, in het bijzonder door alle gevangen gehouden
mensenrechtenverdedigers en gewetensgevangenen vrij te laten, de
niet-gouvernementele organisaties in het land in de gelegenheid te
stellen hun werk ongehinderd te verrichten, volledig samen te werken
met alle bevoegde speciale VN-rapporteurs, vrijheid van meningsuiting
en mediavrijheid te garanderen, concreet uitvoering te geven aan de
verdragen tegen kinderarbeid en het verkiezingsproces volledig in
overeenstemming te brengen met internationale normen. De Raad herhaalt
dat de EU bereid is de Oezbeekse autoriteiten hierbij een helpende hand
te bieden en de expertise van de EU ter beschikking te stellen, in het
bijzonder via de mensenrechtendialoog tussen de EU en Oezbekistan.
6. De Raad memoreert dat de EU, zoals in vorige Raadsconclusies is
verklaard, bereid is haar betrekkingen met Oezbekistan in aanzienlijke
mate te versterken, en onderstreept dat de intensiteit en de kwaliteit
van de samenwerking en de dialoog op alle niveaus afhankelijk zullen
blijven van de Oezbeekse hervormingen en vorderingen op de hierboven
genoemde gebieden. De Raad zal de situatie in Oezbekistan op de voet
blijven volgen."
GEMEENSCHAPPELIJK VEILIGHEIDS- EN DEFENSIEBELEID
Bescherming van burgers in GVDB-missies en -operaties
De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan herziene richtsnoeren over
de bescherming van burgers in missies en operaties in het kader van het
gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid van de EU.
De herziene richtsnoeren vervangen richtsnoeren uit 2003 over de
bescherming van burgers in door de EU geleide
crisisbeheersingsoperaties. De richtsnoeren geven aan in welke mate
beschermingsvraagstukken en de uitvoering van Resolutie 1894 (2009) van
de VN-Veiligheidsraad moeten worden meegewogen bij het plannen en
uitvoeren van GVDB-missies en -operaties.
European Union