Gerechtelijke organisatie

Hof stuurt de mensenhandelzaak Sierra terug naar de rechtbank Alkmaar

Amsterdam, 25 oktober 2010 - Het gerechtshof Amsterdam heeft op 25 oktober 2010 beslist dat de rechtbank Alkmaar ten onrechte het openbaar ministerie niet ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank moet de zaken tegen vijf verdachten in het zogenoemde onderzoek âSierraâ âeen omvangrijk onderzoek naar mensenhandel- voortzetten.

Reden hoger beroep
De rechtbank vond dat de officier van justitie ondanks herhaalde aanmaning onvoldoende inzicht had gegeven in de totstandkoming van de strafdossiers. De verdediging had gezegd dat die dossiers onvolledig waren. De officier van justitie had ook bevelen van de rechtbank om stukken aan de omvangrijke dossiers toe te voegen, niet opgevolgd.

De rechtbank paste daarop de zwaarst mogelijke sanctie toe door de officier van justitie niet-ontvankelijk te verklaren. De officier van justitie was daartegen in hoger beroep gekomen en vond dat deze ernstige zaken inhoudelijk behandeld moesten worden.

Toetsingskader van het hof
Het hof stelt voorop dat in beginsel de taak en de verantwoordelijkheid is van het openbaar ministerie om het dossier samen te stellen. Dat moet ook tijdig gebeuren. In het dossier moeten zowel de belastende als de ontlastende stukken zitten die redelijkerwijs van belang kunnen zijn voor de beoordeling van de zaak. Daarnaast kan de rechter, ook op verzoek van de verdediging, de voeging van bepaalde stukken bevelen. In beginsel moet de officier van justitie daaraan voldoen. Het moet immers mogelijk zijn het opsporingsonderzoek te controleren.

Geen grondslag voor niet ontvankelijkheid van het openbaar ministerie De rechtbank had bevolen dat drie ordners met verslagen van afgeluisterde telefoongesprekken moesten worden toegevoegd. Dat was niet gebeurd. Het hof heeft vastgesteld dat die tapverslagen al wel in de dossiers waren opgenomen, maar in verschillende mappen in de dossiers. Kennelijk was dat de officier van justitie ontgaan. Het hof vindt de weigering van de officier van justitie laakbaar, maar onder deze omstandigheden een loze weigering. Gelet op de omvang van het ingewikkelde dossier en de ernst van de feiten is deze loze weigering geen grond voor niet ontvankelijkheid.

De rechtbank had ook een bevel gegeven dat âalle stukkenâ die betrekking hadden op het onderzoek Sierra in de dossiers moesten worden gevoegd. Het hof is van oordeel dat zoân ruim en algemeen geformuleerd bevel niet kon worden gegeven, omdat de rechtbank zich daardoor bevoegdheden en taken toe-eigent die bij uitstek door de officier van justitie worden uitgeoefend. Het bevel is ook zo vaag dat daaraan geen behoorlijke uitvoering kon worden gegeven. Het niet opvolgen van dit bevel kan dan ook geen grondslag voor niet ontvankelijkheid zijn.

Er is volgens het hof wel sprake geweest van gebrekkige informatievoorziening door de officier van justitie en late aanlevering van stukken, waardoor het geduld van de rechtbank danig op de proef is gesteld. Niet gebleken is dat bewust stukken zijn achtergehouden of de rechtbank is misleid.Het hof vindt de werkwijze van de officier van justitie niet zodanig laakbaar dat daar een niet-ontvankelijkverklaring op moet volgen, ook gelet op de ernst van de feiten waarvan de verdachten worden verdacht.

De rechtbank Alkmaar moet de behandeling van deze omvangrijke mensenhandelzaak nu voortzetten.

LJ Nummer

BO1660

Zie het origineel
Bron: Gerechtshof Amsterdam Datum actualiteit: 25 oktober 2010 Naar boven