Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken van 25 oktober 2010
Kamerbrief inzake Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken van 25
oktober 2010
Kamerbrief | 11 oktober 2010
Graag bied ik u hierbij aan de geannoteerde agenda van de Raad Algemene
Zaken van 25 oktober 2010.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
G eannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken van 25 oktober
Voorbereiding Europese Raad van 28-29 oktober
De Raad Algemene zaken (RAZ) zal zoals te doen gebruikelijk, de
eerstvolgende Europese Raad (ER) voorbereiden, die deze maal op 28 en
29 oktober aanstaande plaatsvindt. Voorzitter Van Rompuy heeft
vooralsnog onderstaande vier onderwerpen op de agenda van de ER
geplaatst:
Eindrapport Van Rompuy groep
Zoals bekend heeft de ER van 25-26 maart jl. Van Rompuy opgedragen een
werkgroep voor te zitten die zich buigt over budgettaire en economische
coördinatie en crisisbeheersing. Het eindrapport, dat op dit moment nog
niet beschikbaar is, zal worden afgerond na de laatste bijeenkomst van
de werkgroep voorzien voor 18 oktober, en zal eveneens aan de orde
komen tijdens de EcoFin Raad van 19 oktober, waarna het de week daarop
via de RAZ zal worden voorgelegd aan ER.
Op 29 september heeft de Europese Commissie een pakket voorstellen
gedaan, dat complementair is aan het werk van de werkgroep-Van Rompuy.
Deze voorstellen behelzen versterking van het Stabiliteits- en
Groeipact (SGP), aanpak van macro-economische onevenwichtigheden en
regels voor nationale budgettaire raamwerken. U wordt op korte termijn
via BNC-fiches over deze voorstellen geïnformeerd.
De Nederlandse inzet voor de werkgroep-Van Rompuy is meermaals met uw
Kamer besproken ter voorbereiding van bijeenkomsten van de ER in juni
en september alsmede naar aanleiding van brieven van de minister van
Financiën. Versterking van de regels van het SGP -- met een sterker
automatisme, preventief optreden, aandacht voor overheidsschulden en
scherpere sancties -- vormde de hoofdlijn van de Nederlandse inzet.
Daarnaast heeft Nederland vanaf het begin ingezet op versterking van
budgettaire raamwerken op nationaal niveau (bij voorkeur door
betrokkenheid van onafhankelijke raminginstituten). Ook heeft de
Nederlandse inzet zich gericht op een effectieve aanpak van
macro-economische onevenwichtigheden voor zover deze gevolgen kunnen
hebben voor de financiële en economische stabiliteit van de Economische
en Monetaire Unie en de Unie als geheel. Het is de verwachting dat in
het definitieve eindrapport op belangrijke delen de Nederlandse inzet
terug zal zijn te vinden.
G20
Op 11-12 november a.s. zal in Seoel, Zuid-Korea, de volgende G20-top
plaatsvinden. Nederland werd nog niet uitgenodigd voor deze top.
Tijdens de G20-top zal de EU vertegenwoordigd worden door ER-voorzitter
Van Rompuy en Commissievoorzitter Barroso. De ER van oktober zal de
gezamenlijke Europese inzet voor de top bespreken.
In Seoel zal door het Zuid-Koreaanse G20-voorzitterschap nader ingegaan
worden op de resultaten van de Toronto-top van juni dit jaar. De G20
committeerde zich daar aan maatregelen om het economisch herstel te
bestendigen, banen te scheppen en meer evenwichtige economische groei
te realiseren. Het zwaartepunt van de bijeenkomst in Seoel zal liggen
op de werkzaamheden binnen het zogenaamde Framework for Strong,
Sustainable and Balanced Growth. Dit Frameworkis gericht op het
versterken van de mondiale economische groei. In het kader ervan worden
landenspecifieke beleidsaanbevelingen gedaan en kunnen landen elkaar
macro-economisch de maat nemen. Naast het Frameworkstaat de voortgang
ten aanzien van financiële sectorregulering op de agenda alsook het
vergroten van de legitimiteit en effectiviteit van het IMF. Zuid-Korea
heeft daarnaast zelf nog enkele punten aan de agenda toegevoegd:
ontwikkeling als resultaat van economische groei, global safety
nets(waarmee gecoördineerde en multilaterale actie wordt gebundeld om
bijvoorbeeld economische schokken op te vangen) en een bijeenkomst met
de CEO's van vooraanstaande internationale ondernemingen (de "Business
20", B20). Met dit laatste initiatief beoogt gastheer Zuid-Korea de
betrokkenheid van de private sector bij het economisch herstel te
borgen.
Nederland hecht veel waarde aan goede EU-coördinatie voorafgaand aan,
en een gedegen voorbereiding van G20-bijeenkomsten. Daarnaast moet er
bij G20-bijeenkomsten, indien mogelijk, gestreefd worden naar een
Europese taakverdeling. Nederland vindt goede terugkoppeling door
deelnemers aan de G20-bijeenkomsten aan (niet-deelnemende) lidstaten
van belang.
Het werk binnen de G20 met betrekking tot het Framework for Strong,
Sustainable, and Balanced Growthzal in Seoel momentum moeten behouden.
Verdere implementatie van het Frameworkis volgens Nederland een
belangrijke voorwaarde om het mondiale fragiele economisch herstel te
verankeren en te versterken. Committering van landen aan concrete
beleidsmaatregelen maakt het makkelijker elkaar de maat te nemen
("peer-review"). Nederland hecht verder veel waarde aan de
Zuid-Koreaanse wens om de relatie tussen ontwikkeling en economische
groei op de G20-agenda te krijgen. De Europese positie moet recht aan
dit initiatief doen. Ook vindt Nederland het Zuid-Koreaanse idee
interessant om te komen tot zogenaamde Global Financial Safety Nets.
Klimaatverandering
De ER zal Europese de inzet voor de klimaatonderhandelingen in Cancún
bespreken op basis van de conclusies van de Milieuraad van 14 oktober.
Nederlandse wil in Cancún aansturen op deelbesluiten over thema's
waarover overeenstemming mogelijk is en die directe actie stimuleren:
voorkomen van ontbossing (REDD+), adaptatie, technologie, financiële
architectuur en rapportage.
Voorbereiding externe toppen
De inhoudelijke voorbereiding van externe toppen zal plaatsvinden
tijdens de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) die aansluitend op de RAZ zal
plaatsvinden. Het betreft toppen van de Unie met de VS (20 november),
van de Mediterrane Unie (20-21 november) en van de Unie met Oekraïne
(22 november). De ER van 28-29 oktober zal de hoofdlijnen van de
Unie-positie voor de EU-VS top vaststellen. Ik verwijs u naar de
geannoteerde agenda voor de RBZ voor nadere informatie over de
voorbereiding van genoemde externe toppen en de Nederlandse inzet
daarvoor.
Uitbreiding: Servië
In vervolg op de discussie over Servië tijdens de Raad Algemene Zaken
(RAZ) van 13 september dit jaar (zie Kamerstuk 21 501-02 voor verslag)
zal de Raad spreken over het al dan niet doorzenden van de Servische
lidmaatschapaanvraag van 22 december 2009 aan de Commissie voor `avis'.
De Commissie en 26 EU-lidstaten willen tijdens de RAZ een positief
besluit hierover nemen, mede in het licht van de constructieve
Servische opstelling bij de op 9 september jl. aangenomen
AVVN-resolutie. De resolutie roept Servië en Kosovo op in dialoog te
gaan teneinde de onderlinge samenwerking te verbeteren, de veiligheid
en stabiliteit in de regio te bevorderen en praktische oplossingen te
vinden voor de inwoners van Kosovo.
Het kabinet meent dat eventuele verdere stappen in de toenadering van
Servië tot de Europese Unie in het teken moeten staan van volledige
samenwerking door Servië met het Joegoslavië-tribunaal. De regering zal
zich bij de definitieve standpuntbepaling over het al dan niet
doorzenden van de Servische lidmaatschapsaanvraag daarnaast laten
leiden door de voortgang in de dialoog tussen Servië en Kosovo.
Zoals Commissaris Füle ook stelde in de hoorzitting met de Vaste
Kamercommissie voor Europese Zaken op 6 oktober jl., is de Commissie
van mening dat besluitvorming over het doorsturen van een
lidmaatschapsaanvraag een procedureel/technisch vraagstuk is waarover
met meerderheid van stemmen kan worden besloten. Ook de meeste
lidstaten zijn deze mening toegedaan. Het EU-voorzitterschap zal
uiteindelijk moeten bepalen welke besluitvormingsprocedure wordt
gekozen.
Ministerie van Buitenlandse Zaken