Uitspraak Hoge Raad op 22 oktober over beperking toetsing WOZ-waarde
(Fierensmarge)
Deze zaak betreft een regeling die met ingang van 1 januari 2005 is
ingevoerd in artikel 26a van de Wet waardering onroerende zaken (Wet
WOZ). De Wet WOZ regelt de waardebepaling van onroerende zaken met het
oog op de heffing van diverse belastingen. De vaststelling van de
WOZ-waarde door de gemeenten leidt tot een groot aantal
bezwaarschriften en daarop volgende beroepsprocedures voor de
belastingrechter. De regeling van artikel 26a van de Wet WOZ is
ingevoerd om het aantal bezwaar- en beroepschriften over de
waardevaststelling te beperken. De regeling geldt voor gevallen waarin
de gemeente de waarde van een onroerende zaak vaststelt op een hoger
bedrag dan de waarde volgens de normen van de Wet WOZ, maar de
afwijking binnen een bepaalde - beperkte - marge blijft. Artikel 26a
van de Wet WOZ komt erop neer dat de waarde die door de gemeente is
vastgesteld in deze gevallen niet via bezwaar en beroep kan worden
betwist. Deze marge wordt in de praktijk de Fierensmarge genoemd; de
regeling is in de wet opgenomen op grond van een amendement van het
Tweede Kamerlid Fierens.
Achtergrond
In deze zaak (zaaknr. 08/02324) is de WOZ-waarde van een onroerende
zaak (een woning) door de gemeente vastgesteld op EUR 99.000. De
eigenaar van de woning was het niet met deze vaststelling eens. Na
overleg zijn de eigenaar en de gemeente het erover eens geworden dat de
waarde van de woning EUR 95.000 bedraagt. De gemeente heeft de
vastgestelde waarde echter niet verminderd naar EUR 95.000, omdat de
afwijking ten opzichte van de vastgesteld waarde van EUR 99.000 blijft
binnen de Fierensmarge, die in dit geval 5% bedraagt. De gemeente heeft
daarom de vaststelling van de WOZ-waarde op EUR 99.000 gehandhaafd.
Uitspraken van rechtbank en hof
De eigenaar van de woning heeft beroep ingesteld bij de rechtbank
Rotterdam. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gemeente de
vastgestelde waarde terecht niet heeft aangepast omdat de afwijking van
de waarde binnen de Fierensmarge valt (zie voor de uitspraak van 6 juli
2006, LJN AY4939).
In hoger beroep heeft ook het hof 's-Gravenhage de gemeente in het
gelijk gesteld. Het hof heeft de door de gemeente vastgestelde
WOZ-waarde niet aangepast, en verwijst daartoe naar de Fierensmarge.
Het hof is van oordeel dat artikel 26a van de Wet WOZ niet in strijd is
met het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de mens en
de fundamentele vrijheden (EVRM). (uitspraak van 22 april 2008, LJN
BD0354).
Cassatieberoep van de belastingplichtige
Tegen die uitspraak van het hof heeft de eigenaar van de woning beroep
in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. In cassatie betoogt hij onder
meer dat de Fierensmarge in strijd is met artikel 1 van het Eerste
Protocol bij het EVRM. In dit artikel wordt het recht op het
ongestoorde genot van eigendom geregeld.
Conclusie van de advocaat-generaal
Op 29 december 2009 heeft advocaat-generaal mr. C.W.M. van Ballegooijen
zijn conclusie uitgebracht, dat is een onafhankelijk advies aan de Hoge
Raad (zie LJN BL1943). Hij is van mening dat het cassatieberoep van de
belastingplichtige gegrond moet worden verklaard. Naar zijn oordeel is
de Fierensmarge in strijd met het recht op ongestoord genot van
eigendom, omdat vaststelling van een te hoge waarde leidt tot
belastingheffing in strijd met de wet, en de betrokkene zijns inziens
geen redelijke mogelijkheid heeft om de rechtmatigheid van die
maatregel effectief te betwisten. Naar het oordeel van de
advocaat-generaal moet de WOZ-waarde in dit geval worden vastgesteld op
EUR 95.000.
Beslissing van de Hoge Raad
De Hoge Raad doet op vrijdag 22 oktober, 10.00 uur, uitspraak in deze
zaak. Rond 10.30 uur zal een samenvatting van de uitspraak naar de pers
worden gestuurd en op de website van de Hoge Raad worden gepubliceerd.
Zo snel mogelijk daarna zal ook de volledige uitspraak worden
gepubliceerd op rechtspraak.nl.
Persraadsheer mr. M.A. Fierstra zal op 22 oktober van 10.30 tot 12.00
uur bereikbaar zijn (ter plaatse en daarna via onderstaand
telefoonnummer) voor het geven van een toelichting.
Den Haag, 20 oktober 2010
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel 070-3611236
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 20 oktober 2010 Naar boven
Hoge Raad der Nederlanden