De Nederlandse Bank
Ten geleide van het ECB Maandbericht oktober 2010
Nieuwsbericht
Datum 15 oktober 2010
Tijdens zijn op 7 oktober 2010 gehouden vergadering was de Raad van
Bestuur op basis van zijn reguliere economische en monetaire analyses
van oordeel dat de huidige basisrentetarieven van de ECB passend zijn,
en besloot daarom ze onveranderd te laten. Met inachtneming van alle
nieuwe gegevens en analyses die sinds zijn vergadering van 2 september
2010 beschikbaar zijn gekomen, blijft de verwachting van de Raad van
Bestuur dat de prijsontwikkelingen op de voor het beleid relevante
middellange termijn gematigd zullen blijven.
Recente economische gegevens voor het eurogebied zijn in
overeenstemming met de verwachting van de Raad van Bestuur dat het
herstel zich in de tweede helft van dit jaar in gematigd tempo zou
moeten voortzetten, waarbij de onderliggende dynamiek positief zal
blijven. Tegelijkertijd heerst er nog steeds onzekerheid. De monetaire
analyse bevestigt dat de inflatoire druk op de middellange termijn
beperkt blijft, zoals blijkt uit de zwakke groei van de geldhoeveelheid
en de kredietverlening. De Raad van Bestuur verwacht dat de
prijsstabiliteit op de middellange termijn zal worden gehandhaafd,
waarmee de koopkracht van huishoudens in het eurogebied zal worden
ondersteund. De inflatieverwachtingen blijven stevig verankerd in
overeenstemming met de doelstelling het inflatiecijfer op de
middellange termijn onder maar dicht bij 2% te houden. De stevige
verankering van de inflatieverwachtingen blijft van essentieel belang.
Al met al blijft de huidige monetairbeleidskoers accommoderend. De
monetairbeleidskoers, de liquiditeitsverschaffing en de
toewijzingsmethoden zullen zo nodig worden aangepast, waarbij rekening
zal worden gehouden met het feit dat alle buitengewone maatregelen die
tijdens de periode van acute onrust op de financiële markten zijn
genomen, volledig in overeenstemming zijn met het mandaat van de ECB
en, gezien de opzet ervan, tijdelijk van aard. De Raad van Bestuur zal
daarom alle ontwikkelingen gedurende de komende periode zeer
nauwlettend blijven volgen.
Om te beginnen met de economische analyse, is het reële bbp van het
eurogebied op kwartaalbasis met een stijging van 1,0% in het tweede
kwartaal van 2010 krachtig gegroeid, voornamelijk ondersteund door de
binnenlandse vraag maar ook deels als gevolg van tijdelijke factoren.
Recente statistische publicaties en enquêteresultaten bevestigen over
het algemeen de verwachting van een matiging in de tweede helft van dit
jaar, zowel in het eurogebied als elders. Desalniettemin blijft de
positieve onderliggende dynamiek van het herstel in het eurogebied
bestaan. Het mondiaal herstel zal zich naar verwachting voortzetten, en
dit zou een aanhoudende positieve invloed op de vraag naar uitvoer uit
het eurogebied moeten hebben. Tegelijkertijd zou de binnenlandse vraag
in de particuliere sector zich geleidelijk moeten versterken,
ondersteund door de accommoderende monetairbeleidskoers en de
maatregelen die zijn genomen om de werking van het financiële stelsel
te herstellen. Het herstel van de bedrijvigheid zal naar verwachting
echter worden geremd door het proces van balansaanpassing dat in
diverse sectoren plaatsvindt.
Naar het oordeel van de Raad van Bestuur zijn de risico's voor deze
economische vooruitzichten licht neerwaarts gericht, waarbij er nog
steeds onzekerheid heerst. Enerzijds zou de wereldhandel sneller kunnen
blijven groeien dan verwacht, waarmee de uitvoer van het eurogebied
wordt ondersteund. Anderzijds blijft er bezorgdheid bestaan over het
weer opleven van onrust op de financiële markten. Verder houden de
neerwaartse risico's verband met hernieuwde prijsstijgingen van
aardolie en andere grondstoffen, protectionistische druk, en de
mogelijkheid van een onordelijke correctie van mondiale
onevenwichtigheden.
Wat betreft de prijsontwikkeling, bedroeg volgens de voorlopige (flash)
raming van Eurostat de HICP-inflatie in het eurogebied op jaarbasis in
september 1,8%, vergeleken met 1,6% in augustus. De stijging van de
inflatie was voorzien en weerspiegelt basiseffecten in voornamelijk de
energiecomponent. In de volgende paar maanden zal het
HICP-inflatiecijfer rond het huidige niveau blijven zweven alvorens in
de loop van het volgend jaar weer te matigen. Over het geheel genomen
zou de inflatie in 2011 gematigd moeten blijven, profiterend van een
lage binnenlandse prijsdruk. De inflatieverwachtingen voor de
middellange tot langere termijn blijven stevig verankerd in
overeenstemming met de doelstelling van de Raad van Bestuur om de
inflatie op de middellange termijn onder maar dicht bij 2% te houden.
De risico's voor de vooruitzichten voor de prijsontwikkeling zijn licht
opwaarts gericht. Ze hangen vooral samen met het beloop van de
energieprijzen en de prijzen van grondstoffen met uitzondering van
olie. Voorts kunnen stijgingen van indirecte belastingen en door de
overheid gereguleerde prijzen sterker zijn dan thans wordt verwacht als
gevolg van de noodzaak van begrotingsconsolidatie in de komende jaren.
Tegelijkertijd zijn de risico's voor de binnenlandse prijs- en
kostenontwikkeling beperkt.
Wat de monetaire analyse betreft, steeg de twaalfmaands groei van M3 in
augustus 2010 tot 1,1%, van 0,2% in juli. Het groeitempo op jaarbasis
van leningen aan de particuliere sector steeg eveneens en kwam uit op
1,2%, van 0,8% in de voorgaande maand. In beide gevallen weerspiegelt
de stijging relatief sterke maandstromen. De nog steeds lage
groeicijfers blijven steun bieden aan de beoordeling dat het
onderliggend tempo van de monetaire expansie gematigd is en de
inflatoire druk op de middellange termijn beperkt.
De rendementscurve is behoorlijk steil gebleven, maar de neerwaartse
invloed hiervan op de monetaire groei neemt geleidelijk af. Bovendien
zijn, hoewel de ecarts tussen verschillende korte rentes in het
algemeen nog steeds klein zijn, de ecarts tussen de rentetarieven voor
kortlopende termijndeposito's en die voor girale deposito's enigszins
groter geworden. Ten gevolge hiervan is de twaalfmaands M1-groei
blijven dalen vanaf hoge niveaus, uitkomend op 7,7% in augustus 2010,
terwijl het groeitempo op jaarbasis van andere kortlopende deposito's
minder negatief is geworden.
De stijging van de groei op jaarbasis van bancaire leningen aan de
niet-financiële particuliere sector weerspiegelt zowel een verdere
lichte toename van de positieve groei van leningen aan huishoudens als
een geleidelijk minder negatieve groei op jaarbasis van leningen aan
niet-financiële vennootschappen. De laatste ontwikkelingen zijn in
overeenstemming met de vertraagde reactie van het
kredietverleningsbeloop op de economische bedrijvigheid gedurende de
conjunctuurcyclus zoals die ook in conjunctuurcycli in het verleden te
zien is geweest.
Banken hebben recentelijk de totale omvang van hun balansen geleidelijk
vergroot, maar het blijft een uitdaging voor banken om de
beschikbaarheid van krediet voor de niet-financiële sector te vergroten
wanneer de vraag verder aantrekt. Om aan deze uitdaging het hoofd te
bieden dienen banken waar nodig hun winsten te behouden, de markt aan
te spreken om hun kapitaalbasis verder te versterken of de
steunmaatregelen van overheden voor herkapitalisering ten volle te
benutten.
Kortom, de huidige basisrentetarieven van de ECB blijven passend. De
Raad van Bestuur heeft derhalve besloten ze onveranderd te laten. Met
inachtneming van alle nieuwe gegevens en analyses die sinds zijn
vergadering van 2 september 2010 beschikbaar zijn gekomen, blijft de
verwachting van de Raad van Bestuur dat de prijsontwikkelingen op de
voor het beleid relevante middellange termijn gematigd zullen blijven.
Recente economische gegevens zijn in overeenstemming met de verwachting
dat het herstel zich in de tweede helft van dit jaar in een gematigd
tempo zou moeten voortzetten, waarbij de onderliggende dynamiek
positief blijft. Tegelijkertijd heerst er nog steeds onzekerheid. Een
onderlinge toetsing van de resultaten van de economische analyse aan
die van de monetaire analyse bevestigt dat de inflatoire druk op de
middellange termijn beperkt blijft, zoals blijkt uit de zwakke groei
van de geldhoeveelheid en de kredietverlening. De Raad van Bestuur
verwacht dat de prijsstabiliteit op de middellange termijn zal worden
gehandhaafd, waarmee de koopkracht van huishoudens in het eurogebied
zal worden ondersteund. De inflatieverwachtingen blijven stevig
verankerd in overeenstemming met de doelstelling het inflatiecijfer op
de middellange termijn onder maar dicht bij 2% te houden. De stevige
verankering van de inflatieverwachtingen blijft van essentieel belang.
Wat betreft het begrotingsbeleid neemt de Raad van Bestuur notitie van
de recente aankondigingen door enkele landen van het eurogebied met
betrekking tot maatregelen ter bestrijding van de bestaande
begrotingsonevenwichtigheden. Een aantal landen moet aan grote
uitdagingen het hoofd bieden, en onmiddellijke, ambitieuze en
overtuigende actie ter correctie is vereist. Geloofwaardige meerjarige
consolidatieplannen zijn nodig en deze zullen kracht geven aan het
vertrouwen onder het grote publiek ten aanzien van het vermogen van
regeringen om terug te keren naar duurzame overheidsfinanciën, de
risicopremies in rentetarieven te verlagen en op die manier duurzame
groei op de middellange termijn te ondersteunen. Wat betreft alle
landen van het eurogebied dienen de begrotingen voor 2011 uitdrukking
te geven aan het vastberaden streven naar ambitieuze
begrotingsconsolidatie overeenkomstig de door de landen gedane
toezeggingen in het kader van hun buitensporige-tekortprocedure.
Eventuele positieve begrotingsontwikkelingen als gevolg van factoren
zoals een gunstiger dan verwacht macro-economisch klimaat, dienen te
worden aangegrepen om snellere vooruitgang te boeken met
begrotingsconsolidatie.
De urgente tenuitvoerlegging van verstrekkende structurele hervormingen
is van essentieel belang om de vooruitzichten voor hogere duurzame
groei te verbeteren. Belangrijke hervormingen zijn met name nodig in
die landen die in het verleden aan concurrentievermogen hebben ingeboet
of die kampen met hoge begrotings- en externe tekorten. Het wegnemen
van rigiditeiten op de arbeidsmarkten en het versterken van de
productiviteitsgroei zouden het aanpassingsproces van deze economieën
verder ondersteunen. Toenemende concurrentie op de productmarkten, met
name in de dienstensector, zou eveneens industriële herstructurering
vergemakkelijken en innovatie en het invoeren van nieuwe technologieën
bevorderen.
De Engelstalige uitgave van dit nummer van het Maandbericht bevat een
artikel, waarin beschreven wordt hoe de ECB, in het kader van haar op
de middellange termijn gerichte monetairbeleidsstrategie, heeft
gereageerd op de verschillende fasen van de crisis in de financiële
markten.
---