Nationale Ombudsman
Den Haag, 14 oktober 2010
Trage doorzending van bekeuringen door CVOM lijkt opgelost
De Nationale ombudsman heeft zijn meerjarige onderzoek naar procedurele
hindernissen bij de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) afgerond.
Zijn onderzoek richtte zich op de vraag waarom de CVOM beroepschriften van
burgers tegen bekeuringen structureel te laat doorstuurde naar de
kantonrechter en hoe dit opgelost kon worden. Tijdens het onderzoek van de
ombudsman heeft dit onderwerp de volle aandacht gekregen van de CVOM en
lijken de problemen inmiddels opgelost. Ook de kantonrechters zijn tevreden.
De ombudsman heeft zijn onderzoek eind september afgerond met een aanbeveling
aan de CVOM.
Sinds 1 december 2005 is de CVOM verantwoordelijk voor het doorsturen
van beroepschriften tegen bekeuringen (de zogenaamde
Mulder-overtredingen) naar de kantonrechter. Opstartproblemen bij het
uitvoeren van deze nieuwe taak zorgden voor een vertraging in het
doorsturen van deze beroepschriften. Als gevolg hiervan ontving de
ombudsman vanaf begin 2007 met enige regelmaat klachten van burgers.
Zij gaven aan dat de CVOM de wettelijke termijn voor het doorsturen van
hun beroepschrift aan de kantonrechter ruimschoots overschreed. Daarop
stelde de ombudsman een onderzoek in.
Aanbeveling
De Nationale ombudsman heeft de CVOM de aanbeveling gedaan burgers
beter te informeren over de specifieke rol van de CVOM als zij tegen
hun bekeuring in beroep gaan bij de kantonrechter. Dit kunnen zij doen
door de bestaande informatie op de websites van het Centraal Justitieel
Incasso Bureau en het Openbaar Ministerie daarover uit te breiden. De
ombudsman heeft de CVOM gevraagd om uiterlijk eind november 2010 een
reactie op de aanbeveling te geven.
Noot voor de redactie,