Verbod op houden van pelsdieren blijft boven de markt hangen
12 oktober 2010
De Eerste Kamer besloot op dinsdag 12 oktober de behandeling te
schorsen van het initiatiefwetsvoorstel voor een Verbod op
pelsdierhouderij (30.826). De fracties van CDA, VVD en SGP (samen goed
voor 37 van de 75 Kamerzetels) wilden aanvankelijk de behandeling van
het wetsvoorstel in de Eerste Kamer afronden met een besluit, om -
zoals zij betoogden - een einde te maken aan de onzekerheid waar met
name nertsenfokkers onder hebben te lijden.
Alle overige fracties in de Senaat gingen eerder al akkoord met het
verzoek van de Tweede Kamerleden Van Gerven (SP) en Dijsselbloem (PvdA)
om de behandeling van het wetsvoorstel te schorsen. Dit om beide
initiatiefnemers - die namens de Tweede Kamer het voorstel in de Senaat
verdedigden - de gelegenheid te geven om een aanvulling op het voorstel
uit te werken. Dit gebeurt in de vorm van een novelle, die eerst voor
goedkeuring moet worden voorgelegd aan de Tweede Kamer. Dijsselbloem
beloofde voor eind november een brief naar de Eerste Kamer te sturen
met de opvattingen van de initiatiefnemers over flankerend beleid. Dit
in verband met mogelijk schadeclaims van nertsfokkerijen. Het
initiatiefvoorstel wil het verbod op het fokken van pelsdieren laten
ingaan in 2024. Gerekend vanaf 2014 zouden de nertsfokkers tien jaar de
tijd hebben om zich op het beëindigen van hun bedrijf voor te bereiden.
Het jaar 2014 is gekozen, omdat tot dat jaar nog een
investeringsprogramma loopt van de regering dat voorziet in verbetering
van het dierenwelzijn in de pelsdierhouderij.
Reparaties aan wetsvoorstel
Tijdens de behandeling van het voorgestelde verbod in eerste termijn op
5 oktober lieten de fracties van VVD, CDA en SGP er geen misverstand
over bestaan dat zij het verbod afwijzen. Ook in de tweede termijn van
het debat op 12 oktober hielden hun woordvoerders vast aan verwerping
van het voorstel zonder nadere reparaties van- en aanvullingen op het
voorstel af te wachten. Minister Verburg van Landbouw Natuur en
Voedselkwaliteit (LNV) zei dat de ook de regering geen verbod wil.
Bovendien, zo verklaarde de minister, is er geen geld voor flankerend
beleid en is het niet realistisch om te verwachten dat een nieuw
kabinet dat inzet op forse bezuinigingen op de rijksuitgaven hiervoor
alsnog geld beschikbaar stelt. De fractie van de ChristenUnie in de
senaat heeft eerder met klem aangedrongen op flankerend beleid.
Fractieleider Schuurman pleitte onder meer voor een hardheidsclausule
bij voortijdige bedrijfsbeëindiging in verband met pensioenopbouw van
de nertsenfokkers.
In zijn beantwoording in tweede termijn concludeerde initiatiefnemer
Dijsselbloem dat de meerderheid in de Senaat voor een verbod is. Dit
kwam hem te staan op een stevige berisping van Kamervoorzitter Van der
Linden. "Of er in dit Huis een meerderheid vóór of tegen een voorstel
is, blijkt pas bij de stemming", aldus de Voorzitter. Dijsselbloem
beloofde de Kamer dat de initiatiefnemers voor eind november zullen
berichten of een zogenoemd 'kapstokartikel' in het wetsontwerp kan
worden opgenomen, waarmee het gevraagde flankerend beleid wordt
vastgelegd. In dat geval zal door de initiatiefnemers een tweede
novelle op het wetsvoorstel worden ingediend, en komt invoering van een
verbod andermaal aan bod in de Tweede Kamer.
Procedurefout
Vervolgens zou ook de Tweede Kamer alsnog aandacht kunnen besteden aan
de schriftelijke mededeling van minister Verburg van 25 september dat
er geen geld is voor flankerend beleid. Senator Schuurman betitelde het
als een procedurefout dat de Tweede Kamer deze brief tot nu toe niet
heeft besproken, terwijl de brief vooral een antwoord was op een door
de Tweede Kamer aangenomen motie Koopmans. "Als gevolg daarvan zitten
wij nu met een probleem", aldus Schuurman. Dit was voor zijn fractie
reden om in te stemmen met het verzoek tot schorsing van de behandeling
van het voorgestelde verbod op het houden van pelsdieren met ingang van
2024.
Eerste Kamer der Staten Generaal