Rijksoverheid
11 oktober 2010
Vaccinaties tegen hepatitis B en pneumokokkeninfecties binnen het
Rijksvaccinatieprogramma
Geachte voorzitter,
Met deze brief informeer ik uw Kamer over aanstaande ontwikkelingen binnen het
Rijksvaccinatieprogramma (RVP) met betrekking tot de vaccinaties tegen hepatitis
B en pneumokokkeninfecties.
In mijn brief d.d. 22 juli 20101 heb ik aangegeven dat ik tot algemene vaccinatie
tegen hepatitis B in het RVP over zal gaan, het advies van de Gezondheidsraad
hierover volgend2. In de bovengenoemde brief heb ik u toegezegd te melden
wanneer de algemene vaccinatie tegen hepatitis B onderdeel van het RVP wordt.
Dit zal ingaan voor kinderen geboren op of na 1 augustus 2011. Deze kinderen
zullen op de leeftijd van twee maanden hun eerste vaccinatie ontvangen. De
vaccinatie wordt gecombineerd met bestaande vaccinaties in het RVP en er hoeft
derhalve geen extra prik te worden ingevoerd3. De invoeringsdatum is met name
gekozen om voldoende voorbereidingstijd voor de uitvoering van de vaccinaties te
garanderen.
Op 10 maart 2010 heeft de Gezondheidsraad mij, op mijn verzoek, geadviseerd
over vaccins tegen pneumokokkeninfecties4. Het RVP voorziet al in vaccinatie
tegen pneumokokkeninfecties. Het Gezondheidsraadadvies was nodig omdat er
onlangs, ter vervanging van het huidige vaccin, twee nieuwe vaccins met bredere
dekking beschikbaar zijn gekomen. De Gezondheidsraad heeft geconcludeerd dat
met beide nieuwe vaccins een goede bestrijding van pneumokokkenziekte
mogelijk is. Naar aanleiding van het resultaat van een Europese
aanbestedingsprocedure is besloten het huidige vaccin te vervangen. Het
geselecteerde vaccin werd aangeboden tegen de beste prijs+kwaliteit verhouding5.
Deze wijziging van het RVP geldt voor kinderen geboren op of na 1 maart 2011.
Deze kinderen zullen op de leeftijd van twee maanden hun eerste vaccinatie
ontvangen. De invoeringsdatum wordt vooral bepaald door de beperkte
resterende beschikbaarheid van het huidige vaccin.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink