Rijksoverheid
Datum 11 oktober 2010
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Ouwehand (PvdD)
over de ziekte Meervoudige chemische overgevoeligheid (MCS) (ingezonden 25
augustus 2010).
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Ouwehand over de ziekte
Meervoudige chemische overgevoeligheid (MCS).
(ingezonden 25 augustus 2010)
1
Heeft u kennisgenomen van de berichten, waarin wordt aangegeven dat veel
mensen allergisch zijn voor chemische stoffen? 1), 2)
Ja
2
Is het waar dat MCS in landen als Duitsland, Oostenrijk en Luxemburg als allergie
wordt geclassificeerd? Zo ja, op basis van welke feiten hebben zij dit gedaan?
Er zijn twee internationale systemen die ziekten en het menselijk functioneren
classificeren: de International Statistical Classification of Diseases and related
health problems van de WHO (ICD) en de WHO International Classification of
Functioning, Disability and Health, (ICF). MCS komt als zodanig in geen van
beiden voor. De verschillende klachten die worden toegeschreven aan MCS
kunnen elk afzonderlijk wel in de ICD of ICF voorkomen. Mogelijk worden in
andere landen klachten toegeschreven aan MCS door artsen vaker geclassificeerd
in bepaalde categorieën dan in Nederland. Omdat hier geen internationale
afspraken over zijn is het niet mogelijk gegevens tussen landen te vergelijken.
3
Kunt u aangeven waarom MCS in Nederland niet als ziekte wordt erkend?
In 1999 heeft de Gezondheidsraad op basis van uitgebreid literatuuronderzoek
geconcludeerd dat het niet mogelijk is om de klachten die worden toegeschreven
aan MCS medisch wetenschappelijk te verklaren. Echter, het erkennen van
bepaalde problemen als wel of geen ziekte is een verouderde wijze van kijken
naar ziekte en gezondheid, zoals ook blijkt uit het verslag van de Internationale
conferentie 'Wat is gezondheid' georganiseerd door de Gezondheidsraad en
ZonMW in 20091. Veel belangrijker is de mate waarin het functioneren van
mensen al dan niet wordt belemmerd door ervaren klachten en beperkingen.
Professionals werkzaam in de gezondheidszorg worden opgeleid om mensen te
ondersteunen in het vinden van een balans om optimaal te functioneren met de
beperkingen die zij ondervinden.
4
Bent u bekend met de registratie die de MCS Vereniging Nederland bijhoudt van
het aantal mensen dat kampt met de symptomen van MCS? Acht u het
toelaatbaar dat minstens duizend 3) mensen geen goede hulp krijgen omdat de
ziekte niet wordt erkend?
Ik ben bekend met de registratie van de MCS Vereniging. Ik bestrijd de stelling
dat minstens duizend mensen geen goede hulp kunnen krijgen omdat een ziekte
al dan niet wordt erkend. Mensen die verklaarde en onbegrepen
gezondheidsklachten ervaren worden in Nederland op vele manieren geholpen
door professionele hulpverleners, mantelzorgers en sociale netwerken, zoals
patiëntenverenigingen.
1 http://www.gezondheidsraad.nl/nl/adviezen/wat*gezondheid*verslag*van*een*
internationale*conferentie
5
Kunt u aangeven of, en zo ja welk, longitudinaal onderzoek in Nederland of
Europa plaatsvindt naar de gevolgen van blootstelling aan chemische stoffen
vanuit de landbouw en de industrie op de menselijke gezondheid?
Ja, er vinden talloze longitudinale onderzoeken plaats die naar de relatie kijken
tussen blootstelling aan chemische stoffen en gezondheidseffecten, in Nederland,
binnen Europa, maar vooral ook buiten Europa. Onder meer vinden onderzoeken
plaats op de werkvloer, over de relatie tussen de blootstelling van werknemers en
een bepaald gezondheidseffect bij deze werknemers. In Nederland is er o.a. het
PIAMA onderzoek dat gaat over de oorzaken, en over het voorkómen van astma
en allergie bij kinderen. PIAMA staat voor: 'Preventie en Incidentie van Astma en
Mijt Allergie'. In dit project wordt met name gekeken naar luchtvervuiling en
tabaksrook. Ook in Europese projecten wordt gekeken naar effecten van
blootstelling zoals bijvoorbeeld in het 7e kader EU project HITEA - "Health Effects
of Indoor Pollutants: Integrating microbial, toxicological and epidemiological
approaches". Verder is er in 2009 een door de industrie gefinancierd onderzoek
naar geurstoffenallergie gestart waar onder andere het UMC Groningen aan
meedoet.
6
Acht u het denkbaar dat de conclusies van de Gezondheidsraad uit 1999, namelijk
dat op basis van de op dat moment beschikbare informatie er geen medisch
wetenschappelijke onderbouwing is voor het bestaan van MCS als syndroom of
ziekte, aan revisie toe zijn?
Ik beschouw het als de expertise en derhalve de verantwoordelijkheid van
onderzoekers en professionals om nieuwe ontwikkelingen rondom diagnosestelling
en preventie of behandeling van klachten te signaleren. Indien er nieuwe
(medische) inzichten ontstaan, bijvoorbeeld op basis van wetenschappelijk
onderzoek, worden deze door de diverse betrokken beroepsgroepen indien
mogelijk en wenselijk omgezet in nieuwe richtlijnen voor diagnostiek en
behandeling. Ik vind het op dit moment niet nodig om de Gezondheidsraad om
een nieuw advies te vragen.
7
Deelt u de mening dat in het kader van de voorkoming van allergieën en ziekten
als MCS en ter bescherming van de gezondheid van mens, dier en milieu in het
algemeen, het gebruik van chemische stoffen in cosmetische en huishoudelijke
producten fors zal moeten worden teruggedrongen? Zo ja, op welke wijze gaat u
zich hiervoor inzetten? Zo neen, waarom niet?
Het is helaas te eenvoudig om te stellen dat complexe klachtenpatronen en
ziektebeelden kunnen worden verminderd door het treffen van algemene
maatregelen. Dit is alleen aannemelijk als uit wetenschappelijk onderzoek blijkt
dat er een directe relatie tussen klachten en uitlokkende factoren is.
In Nederland zijn diverse initiatieven genomen om neveneffecten van chemische
stoffen te beperken. De huidige wetgeving vereist dat producten op de markt
veilig zijn. Daarnaast is er specifieke wetgeving voor allergenen, die ertoe leidt dat
voor bepaalde stoffen niet, gelimiteerd of met etiketteringsplicht gebruikt mogen
worden. De VWA geeft al enkele jaren prioriteit aan het toezicht op de naleving
van deze verboden, limieten en etiketteringseisen voor allergene stoffen. Uit
onderzoek van het RIVM is gebleken dat de VWA een goed beeld heeft van de
productgroepen met allergene stoffen2.
Ik vind het belangrijk dat de kennis over producten en ingrediënten die kunnen
leiden tot allergie wordt uitgebouwd. VWA en VWS hebben daarom in 2009 het
RIVM opdracht gegeven om een meldpunt op te zetten. Iedereen kan klachten
over allergische reacties na het gebruik van cosmetica melden (CESES (Consumer
Exposure Skin Effects and Surveillance); www.cosmeticaklachten.nl). Dit geeft de
mogelijkheid om bij geclusterde en of ernstige klachten sneller te kunnen
ingrijpen. Ook kan op basis van deze meldingen worden getoetst of het huidige
Europese veiligheidsvangnet voor cosmetica voldoende werkt.
8
Welke inzet mag de Kamer van u verwachten op het gebied van MCS en de
mensen die hieraan lijden?
Ik ben van mening dat er in Nederland veel professionals werkzaam zijn in de
gezondheidszorg om mensen op individuele basis zo zorgvuldig mogelijk te
helpen. Ik ben ook van mening dat dit specifieke competenties vergt en wil mij
daarom zo min mogelijk mengen in de interactie tussen arts en patiënt. Ik voel
mij verantwoordelijkheid voor het bewaken van gelijke toegankelijkheid van de
gezondheidszorg, de betaalbaarheid van de zorg en de kwaliteit van de zorg. Dit
geldt voor alle mensen in Nederland ongeacht hun specifieke klachten.
1)
http://www.telegraaf.nl/vrouw/gezond_leven/7063171/__Zonnebrandcrmes_vaak
_schadelijk__.html
2) http://www.nu.nl/lifestyle/2248905/parfumbedrijven*verzwijgen*schadelijke*
ingredienten.html
3) Aantal geregistreerde personen bij de MCS vereniging Nederland
2 2008; http://www.rivm.nl/bibliotheek/rapporten/320025001.pdf