Senternovem
11-10-2010 |
Europese Commissie steunt ambitieuze plannen industrie
De Europese Commissie (EC) heeft een nieuwe manier van werken
geïntroduceerd in het Zevende Kaderprogramma: de Public-Private
Partnerships. De commissie richt haar pijlen voortaan op minder, maar
zeer omvangrijke onderzoeksprogramma's, die gericht een kennisvraag van
de industrie beantwoorden. De EC heeft hiervoor onlangs een budget van
423 miljoen euro beschikbaar gesteld.
Erik van de Burgwal bij de TU Eindhoven Omdat de industrie in tijden
van crisis wel een duwtje in de rug kan gebruiken, heeft de EC de
publiekprivate samenwerking omarmd. De commissie zet het beschikbare
budget op strategische wijze in: ze legt de lat hoger door voor
meerdere jaren ambitieuze plannen te honoreren. `Een goede zaak',
volgens Erik van de Burgwal, adviseur van EG-Liaison - het
expertisecentrum van NL Innovatie voor het Zevende Kaderprogramma van
de EC.
Sinds 2009 zijn er vier Public-Private Partnerships (PPP's) van start
gegaan, die deze zomer voor een totaal aan 423 miljoen euro aan
oproepen hebben gepubliceerd. Zo legt de PPP Factories of the Future
(160 miljoen euro) zich toe op het versterken van de maakindustrie; zet
Energy efficient Buildings (85,5 miljoen euro) in op het energiezuinig
en duurzaam bouwen van nieuwbouw én het verbeteren van bestaande bouw.
Het European Green Cars Initiative (88 miljoen euro) moet de Europese
positie als ontwikkelaar van onder andere elektrische voertuigen
verbeteren en binnen de PPP Future Internet (90 miljoen euro) wordt
gewerkt aan het `internetgedreven' huishouden van de toekomst.
Consortia uit heel Europa werken momenteel aan projectvoorstellen. Tot
het eind van KP7 in 2013 zullen nog twee van dergelijke rondes volgen.
PPP's in de praktijk
Wat er precies verandert? In het verleden ontvingen veel
onderzoeksprojecten een beetje geld en hoefde de onderzoeksvraag niet
expliciet voort te komen uit de industrie. "Nu is dit laatste een
absolute must", verklaart Van de Burgwal, "De Europese Commissie zet in
op toegepast onderzoek met als eindresultaat een grote maatschappelijke
toegevoegde waarde. Ook moeten de PPP's leiden tot sterkere
samenwerkingsverbanden tussen sectoren en onderzoeksinstellingen in
Europa."
Bijzonder aan deze strategische koerswijziging van de EC is dat de
formele werkwijzen níet zijn veranderd. Volgens de EG-Liaison-adviseur
is dit een groot voordeel. Vooral omdat dergelijke wijzigingen in een
orgaan als de EC jarenlang kunnen duren. "Dit maakt de aanpak van de
Europese Commissie nog daadkrachtiger. En juist bij daadkracht is de
industrie op dit moment zo gebaat."
Voorproefje KP8
Een voorproefje op KP8 vanaf 2014, zo wordt de huidige koerswijziging
ook wel genoemd. Een forse verandering die met zijn vele voordelen voor
de grote industrie met name het mkb angst inboezemt. Angst die Erik van
de Burgwal begrijpelijk vindt. Toch is de adviseur zelf een stuk minder
negatief, hij ziet heel nieuwe mogelijkheden. En hij hoort ze ook, al
is het in de wandelgangen.
"De EC wil náást het versterken van de industrie óók inzetten op
innovatie - een terrein waar juist het mkb sterk in is", stelt Van de
Burgwal. "De commissie gaat hiervoor ook andere middelen zoals
structuurfondsen gebruiken." Daarom voorziet de adviseur een
programmaontwerp dat nog veel meer inspeelt op de behoefte van het mkb,
en op het versterken van de Europese samenwerking tussen het
bedrijfsleven en kennisinstellingen. "Waarschijnlijk verbetert dit de
situatie voor innovatieve ondernemers, vooral omdat het nieuwe
programma meer aansluit op de projecten die het mkb ontwikkelt."
Wijzigingsdatum |
11-10-2010