Rijksoverheid
Datum 8 oktober 2010
Antwoorden op Kamervragen van de leden Verhoeven en Koser Kaya (D66)
Onze referentie
G&VW/GW/2010/18840
Uw referentie
2010Z11872
Hierbij zend ik u, mede namens de minister van Economische Zaken, de
antwoorden op de Kamervragen van de leden Verhoeven en Koser Kaya (D66)
over asbestslopers.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
J.P.H. Donner
Pagina 2 van 4
Datum
8 oktober 2010
Onze referentie
G&VW/GW/2010/18840
2010Z11872
Vragen van de leden Verhoeven en Koºer Kaya (beiden D66) aan de ministers van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Economische Zaken over
asbestslopers.
(Ingezonden 25 augustus 2010)
1
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat de nieuwe strengere eisen van het
ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid honderden sloop" en
verwijderingsbedrijven de kop dreigen te kosten? 1
Antwoord:
Ja.
2
Is het waar dat het invoeren van de regels niet mogelijk is als de branche, bij
monde van haar brancheorganisaties, hier geen fiat op geeft?
Antwoord:
Dat is niet waar. Het opstellen van de regels gebeurt vrijwillig door deskundigen
van betrokken partijen (o.a brancheorganisaties, vakbeweging en
woningcorporaties) in het Centraal College van Deskundigen Asbest. Dit College
heeft als taak om doeltreffende en werkbare regels op het gebied van
asbestsanering op te stellen en deze vervolgens ter vaststelling aan mij voor te
leggen. De risico's van het werken met asbest zijn zeer groot. Jaarlijks sterven ca.
1400 personen aan de gevolgen van het werken met asbest in het verleden. Ook
nu nog ontstaan mogelijk grote risico's voor werknemers omdat de huidige
voorschriften bij asbestsanering regelmatig worden ontdoken. Daarom en ook
omdat het hier gaat om wettelijk verplichte certificatie heb ik op voorhand een
aantal randvoorwaarden gesteld in het kader van de door mij vastgestelde
stelselwijziging certificatie arbeidsomstandigheden. Uiteindelijk stel ik zelf de
regels bij ministeriële regeling vast.
3
In hoeverre heeft u rekening gehouden met de eisen zoals die door de branche
zijn opgevoerd, waaronder het ontbreken van administratieoverdaad, een redelijk
boeteniveau, geen eenzijdige bedrijfssluiting van bovenaf en een redelijke
invoertermijn?
Antwoord:
Zoals bij het antwoord op vraag 2 is aangegeven houd ik in grote mate rekening
met de eisen zoals die door de branche zijn opgevoerd. Enerzijds gaat het hierbij
om het borgen van veilige en gezonde arbeidsomstandigheden bij asbestsanering.
Anderzijds dient de branche er voor te waken dat de eisen niet onnodig zwaar
zijn. De afweging van de diverse belangen ten opzichte van het te bereiken doel
dient in eerste instantie plaats te vinden in het College. Dat geldt met name ten
aanzien van de administratieve lastendruk. Ik zelf houd bij het vaststellen van de
regels uiteraard ook rekening met de kaders die het Kabinet heeft opgesteld om
onnodige regeldruk en de administratieve lasten tegen te gaan. De bestuurlijke
boetes die de Arbeidsinspectie op kan leggen vallen weliswaar buiten het stelsel
van certificering, maar worden eveneens door mij vastgesteld.
1 Trouw, 24 augustus 2010: "Asbestslopers failliet door nieuwe regels"
Pagina 3 van 4
Datum
8 oktober 2010
Onze referentie
G&VW/GW/2010/18840
De zeer ernstige gezondheidsrisico's die bij asbestsanering aan de orde zijn
rechtvaardigen dat bij feitelijk geconstateerde ernstige tekortkomingen,
certificaten onvoorwaardelijk ingetrokken worden en dat bedrijven dan voor een
bepaalde tijd deze werkzaamheden niet meer mogen doen. Deze tekortkomingen
worden tevoren bekend gemaakt en de bedrijven krijgen altijd gelegenheid eerst
hun eigen zienswijze in te brengen, op door de toezichthouder of certificerende
instelling geconstateerde feiten, alvorens het besluit tot intrekking door de
certificerende instelling wordt genomen.
De door mij vast te stellen regels voorzien in een overgangstermijn, waardoor
bedrijven voldoende tijd krijgen zich aan de regels aan te passen.
4
Welke concrete handelingen zult u verrichten om ervoor te zorgen dat het
asbestwerk voortaan altijd met vergunning kan verlopen?
Antwoord:
Het afgeven van vergunningen voor het verwijderen van asbest is een taak van
gemeenten. Het verwijderen van asbest mag alleen gedaan worden door
gecertificeerde bedrijven. Bij het antwoord op vraag 2 is aangegeven dat ik
eindverantwoordelijk ben voor de regels die aan gecertificeerde
asbestverwijderingsbedrijven worden gesteld in verband met veilige en gezonde
arbeidsomstandigheden.
5
Hoe zult u waarborgen dat de nieuwe regelgeving enerzijds zorgt voor betere
gezondheid voor de werknemers, een aanvaardbaar blootstellingrisico en een
beter zicht op de afvalstromen, zonder anderzijds tot gevolg te hebben dat veel
kleine zelfstandige bedrijven niet kunnen overleven, waardoor negatieve gevolgen
voor optimale concurrentie en een optimale prijs"kwaliteitverhouding kunnen
optreden?
Antwoord:
Met het aanpassen van de certificatieschema's voor de asbestinventariseerder en
de asbestverwijderaar verbeter ik het veilig en gezond werken bij asbestsanering.
Eenduidiger dan voorheen leg ik vast wanneer een certificaat aan deze bedrijven
kan worden verstrekt en moet worden ingetrokken door de certificerende
instelling. Naast het verbeteren van het toezicht op de certificaathouders,
verbeter ik ook het toezicht op de certificerende instellingen. Dit, in combinatie
met het toezicht op de uitvoering van sloopwerkzaamheden door gemeenten en
inspectiediensten, geeft mij voldoende vertrouwen dat werknemers niet worden
blootgesteld aan onaanvaardbare risico's.
Daarnaast houd ik zoals in het antwoord op vraag 3 is aangegeven in grote mate
rekening met de eisen zoals die door de branche zijn opgevoerd.
Hieruit ontstaat de overtuiging dat de meeste bedrijven op dit terrein ook uit
concurrentieoogpunt geen onoverkomelijke problemen zullen hebben met de
nieuwe regelgeving. Door een overgangstermijn zullen de bedrijven voldoende tijd
krijgen zich aan te passen. Uiteraard kan niet uitgesloten worden dat er toch
bedrijven zijn die hun werkzaamheden op dit vlak niet kunnen continueren.
Pagina 4 van 4
Datum
8 oktober 2010
Onze referentie
G&VW/GW/2010/18840
6
Wat gaat u doen om de branche weer aan tafel te krijgen om in goed overleg te
komen tot in alle opzichten aanvaardbare en werkbare nieuwe regelgeving op het
gebied van asbestsanering?
Antwoord:
Het overleg is niet afgebroken. Alle belanghebbende partijen nemen deel aan het
overleg van het Centraal College van Deskundigen van de Stichting Certificatie