CIDI - Centrum Informatie en Documentatie Israël
Kamer vraagt door over afzeggen burgemeestersreis
Wed 06-10-2010
Christen Unie, PVV en SGP willen van demissionair BuZa-minister
Verhagen horen wat nu echt de aanleiding was een studiereis af te
lasten van Israelische burgemeesters, onder wie ook burgemeesters van
nederzettingen op de Westbank . VNG-directeur Ralph Pans zegt dat de
Nederlandse ambassade in Tel Aviv direct contact opnam om te
waarschuwen, maar Verhagen zei in antwoord op kamervragen dat het
Ministerie slechts 'desgevraagd' contact opnam. Zij verschuilen zich
achter elkaar, maar hoe zit het nu?
CIDI-directeur Ronny Naftaniel reageerde verontwaardigd op het afzeggen
van een burgemeesterreis naar Nederland, waaraan ook leiders van
nederzettingen zouden deelnemen. "In de delegatie zaten ook Arabische
burgemeesters", aldus Naftaniel. "Het was een non-politieke reis,
bedoeld om de kennis te vergroten. Juist burgemeesters uit de Westbank
hadden hier veel kunnen leren. Dit is een gemiste kans voor de VNG om
haar opinie te uiten over nederzettingen."
Ook in Israel ontstond grote ophef over het afzeggen van de reis en in
Nederland stelden SGP, VVD, CDA en PVV er kritische vragen over.
"Terwijl Israel en de Palestijnen onderhandelen, besluit Nederland vast
waar de grenzen zullen lopen", zei een boze commentator.
Er was goede reden om kamervragen te stellen: was dit nu een actie van
de VNG, van de Nederlandse Ambassade in Israel, of misschien nieuw
beleid van Verhagens demissionaire ministerie? De lezingen bleven
verdeeld, ook na Verhagens antwoorden op de Kamervragen. Gisteren
stelden CU, PVV en SGP de volgende vervolgvragen.
1. Heeft u kennis genomen van het artikel in NRC-Handelsblad dd 21
september waarin VNG directeur Pans zegt dat de Nederlandse
Ambassade in Tel Aviv direct contact met de VNG heeft opgenomen om
te waarschuwen over de samenstelling van de missie (`pikant') van
Israelische burgemeesters?
2. In hoeverre is de uitspraak van de heer Pans in overeenstemming
met uw antwoord op eerdere Kamervragen (Voordewind c.s.), waarin u
stelt dat het Ministerie contact heeft opgenomen met de VNG? Heeft
het Ministerie `desgevraagd' de VNG geïnformeerd `dat
vertegenwoordigers van de Rijksoverheid in het algemeen geen
contacten onderhouden met de lokale overheden in de
nederzettingen', of is het initiatief van het Ministerie danwel
van de Ambassade in Tel Aviv uitgegaan, zoals de heer Pans stelt?
3. Vindt u in het algemeen dat Nederlandse Ambassades in het
buitenland in staat moeten zijn politieke standpunten aan personen
in Nederland over te brengen?
4. Houd uw constatering dat de Israëlische nederzettingen illegaal
zijn in dat contacten tussen Nederlandse personen, organisaties en
overheden met inwoners van die nederzettingen ook illegaal zijn? Zo
ja, op welke (volken)rechtelijke grondslag berust dit?
5. Is het door u gememoreerde advies van het Internationaal
Gerechtshof van 9 juli 2004 over de Israëlische veiligheidsbarrière
bindend voor de internationaalrechtelijke status van de
nederzettingen? Is het geen noodzaak dat zo'n advies moet worden
bekrachtigd door de Veiligheidsraad wil het
internationaalrechtelijke consequenties hebben?
6. Waarop baseert u uw aanname dat regeringscontacten met autoriteiten
van de nederzettingen de nederzettingen legitimeren? Hangt dat niet
af van de soort contacten? Indien daar ook de niet-politieke
studiereis van een gemengde groep Israëlische burgemeesters onder
valt, is hier dan niet sprake van een nieuwe beleidslijn van het
ministerie en vindt het ministerie die beleidslijn wel passen bij
zijn demissionaire status en zo ja waarom?