Algemene Rekenkamer

www.rekenkamer.nl

Nieuwsbrief
5 oktober 2010

Algemene Rekenkamer wijst op zorgen over financieel beheer NAVO

De Algemene Rekenkamer heeft op 5 oktober 2010 de Tweede Kamer per brief geïnformeerd over de stand van zaken controle op de uitgaven van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO). De brief komt aan de vooravond van internationale besluitvorming over de toekomst van de NAVO en de financierbaarheid van deze militaire organisatie nu veel lidstaten kampen met de naweeën van de kredietcrisis. Vorig jaar oktober heeft de Algemene Rekenkamer de Tweede Kamer op soortgelijke wijze ingelicht.

De ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie van de NAVO-lidstaten vergaderen op 14 oktober a.s. in Brussel over reorganisatievoorstellen voor de NAVO. Een top van regeringsleiders van NAVO-lidstaten in Lissabon staat voor 19 en 20 november a.s. gepland. Dan worden besluiten over onder meer het financieel beheer verwacht. De Tweede Kamer speelt in op dit politieke internationale overleg en heeft op 13 oktober a.s. een algemeen overleg gepland met de demissionaire ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie.

In de brief van de Algemene Rekenkamer wordt de Tweede Kamer gewezen op de inzichten die de International Board of Auditors for NATO (IBAN) geeft over de financiële situatie bij de NAVO, de controle op de uitgaven en de afgelegde verantwoording. IBAN controleerde in 2009 de NAVO-uitgaven van circa ¤ 11,5 miljard. Het financieel beheer bij dee NAVO is nog steeds een belangrijk punt van zorg. Dit blijkt onder meer uit aangegane verplichtingen zonder dat er zekerheid was over de financiële dekking en oplopende exploitatie-uitgaven bij bepaalde investeringen. De Algemene Rekenkamer heeft samen met de Amerikaanse evenknie IBAN aangeraden een onafhankelijk Chief Financial Officer (CFO) aan te stellen om de de grip te vergroten op ontwikkelingen. In navolging van diverse nationale rekenkamers heeft IBAN zorgen geuit over de trage wijze van het afleggen van (financiële) verantwoording door NAVO. Er is sprake van achterstand bij 500 projecten uit de periode 1979-1994 en 792 projecten uit de periode 1994-2009.