Ministerie van Defensie
Toespraak van de minister van Defensie, E. van Middelkoop, ter gelegenheid van de uitreiking Draaginsigne Gewonden en Herinneringsmedaille Vredesoperaties op 1 oktober 2010 te Den Bosch
Dank u wel generaal. Wilt u het geheel op de plaats rust zetten.
Majesteit, Ridder Militaire Willemsorde en overige dragers dapperheidsonderscheidingen, excellenties, leden van de Tweede Kamer, generaals, admiraal, aangetreden militairen, familie Harders, familie Houweling en familie Janzen, dames en heren, jongens en meisjes,
Vandaag onderscheiden wij de laatste grote groep militairen en burgers die hebben gediend onder de vlag van Nederland als leidende natie in Uruzgan, Afghanistan. Zij hebben meegeschreven aan een indrukwekkend hoofdstuk in het boek van de Nederlandse krijgshistorie. Een deel van onze troepen is nog in Afghanistan.
Maar u bent weer thuis. Welkom.
Majesteit, uw aanwezigheid vandaag onderstreept de diepe verbondenheid van de Nederlandse krijgsmacht met het staatshoofd en de Koninklijke Familie. De woorden van dank aan onze militairen die u, Majesteit, in de Troonrede heeft uitgesproken, hebben ons hart verwarmd. Uw belangstelling en uw waardering doen ons goed. Ook uw zoon, de Prins van Oranje, heeft steeds van deze verbondenheid blijk gegeven. De Prins heeft onze mannen en vrouwen in Afghanistan meerdere keren bezocht. Om zich persoonlijk op de hoogte te stellen van hun ervaringen en werkzaamheden.
Majesteit, geachte aanwezigen, Vandaag is een dag van trots. Trots vanwege de prestaties van onze militairen in Afghanistan. Oók zij die momenteel nog zorgen voor een veilige terugkeer. Oók zij die momenteel nog altijd steun leveren aan onze coalitietroepen.
Vandaag is ook een dag van bezinning. Van stilstaan bij de harde realiteit van een militaire missie in gevaarlijk gebied. Jonge Nederlandse mannen en vrouwen zijn gewond geraakt door aanslagen, bermbommen, ongevallen. Zij hebben nog een heel leven voor zich. Zij moeten verder. Getekend. Gewond maar niet overwonnen. Hare Majesteit de Koningin zal hen straks onderscheiden met het Draaginsigne Gewonden.
Vandaag is ook een dag waarop wij stil staan bij de militairen die zijn gesneuveld. Tijdens uw uitzending zijn drie kameraden omgekomen. Marinier der 1e klasse Marc Harders. Korporaal van de mariniers Jeroen Houweling. Korporaal der 1e klasse Luc Janzen. Zij hebben de hoogste prijs betaald voor hun moed en hun bereidheid zich in te zetten voor anderen. Zij verdienen ons diepste respect, evenals hun nabestaanden. Marinier Harders, Korporaal Houweling en Korporaal Janzen blijven in onze herinnering, met de 21 andere militairen die zijn omgekomen in Afghanistan.
We eren en gedenken hen daarom nu met het spelen van de Taptoehymne. Ik verzoek generaal Van den Heuvel de eenheden de houding te doen aannemen
en de eregroet te brengen en ik wil alle aanwezigen vragen te gaan staan. Dank u wel. U kunt uw zitplaatsen weer innemen.
Majesteit, geachte aanwezigen,
Voor mij staan 1783 militairen en burgers. Deze mannen en vrouwen hebben, met de 18.000 collega's die hun zijn voorgegaan, een solide basis gelegd voor de verdere ontwikkeling van Afghanistan. Dankzij hen zijn bijna vijfduizend Afghaanse militairen en agenten opgeleid. Is het aantal scholen vervijfvoudigd en het aantal gezondheidsposten verdubbeld. Is de weg naar Chora geasfalteerd en kunnen ondernemers een microkrediet krijgen. Jullie hebben Uruzgan veiliger gemaakt. Jullie hebben de Afghaanse bevolking uitzicht op een toekomst gegeven. Jullie hebben een verschil gemaakt.
De afgelopen weken heeft de Afghaanse Regering mij meer dan eens nadrukkelijk gevraagd u haar erkentelijkheid en waardering over te brengen. Men weet in Kabul heel goed wat het Afghaanse volk aan u te danken heeft.
Soms wordt mij de vraag gesteld: Waarom is dat nodig? Wat heeft Nederland eraan dat wij onze militairen ver weg op missie sturen?
Tegen deze mensen zeg ik: Denk terug aan de aanslagen van 11 september. Denk terug aan de aanslagen in Madrid en Londen. Afghanistan was een vrijplaats voor terroristen. Dáárom zijn wij naar Afghanistan gegaan.
Voor de veiligheid van de Afghanen zelf.
Voor de veiligheid van onze bondgenoten. Voor onze eigen veiligheid.
De Nederlandse krijgsmacht heeft de afgelopen jaren op indrukwekkende wijze bewezen die opdracht aan te kunnen. Op alle niveau's. Van dappere acties van individuele militairen. Tot het leiding geven aan een internationale troepenmacht van 40.000 militairen.
Daarom zeg ik nu hier: Deze mannen en vrouwen hebben zich ingezet voor onze vrede en veiligheid. Deze mannen en vrouwen hebben ons land gediend. Daarom zeg ik nu hier: Nederland, wees trots op je militairen. Zij verdienen ons applaus.
Als minister van Defensie wil ik namens de ministerraad mijn dank uitspreken. Aan u, onze militairen. En aan uw thuisfront. Uw partners, kinderen, familie en vrienden zijn eigenlijk ook op uitzending geweest. Zij hebben meegeleefd, in spanning gezeten. Zij hebben hun eigen zorgen opzij gezet en u voluit gesteund.
Wees ervan verzekerd dat ik die erkentelijkheid niet alleen namens de ministerraad uitspreek. Maar ook namens de Commandant der Strijdkrachten. En namens Hare Majesteit de Koningin. Dank u wel.