Ministerie van Defensie

1 oktober 2010

Antwoorden op vragen inzake de M6.5-softwaremodificatie F-16

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de feitelijke vragen van de vaste commissie voor Defensie inzake het project M6.5-softwaremodificatie F-16 (ingezonden 23 september 2010 met kenmerk 27830-82/2010D26603.)

DE MINISTER VAN DEFENSIE

E. van Middelkoop

Antwoorden op de feitelijke vragen van de vaste commissie voor Defensie inzake het project M6.5-softwaremodificatie F-16 (ingezonden 23 september 2010 met kenmerk 27830-82/2010D26603) 1. In de brief van 20 mei jl. (Kamerstuknummer 26488-238) werd gesteld dat in 2007 op grond van de toenmalige inzichten en vanwege budgettaire beperkingen besloten is tot een toestelgebonden M6softwareaanpassing van 54 F-16's. Waarom zijn er nu geen budgettaire beperkingen meer? Ligt het voor de hand, in het licht van de huidige budgettaire problematiek bij Defensie, nog los van eventuele toekomstige bezuinigingen door het volgende kabinet om het aantal softwarepakketten te verhogen naar 75, met een optie op nog eens twaalf extra? 2. In alle min-varianten van de verschillende beleidsopties voor de toekomstige krijgsmacht, zoals omschreven in de Verkenningen, wordt het aantal F-16's verlaagd. Waarom wil de regering dan nu inzetten op M6.5-modificatie voor het volledige aantal huidige operationele F-16 's, nu dit aantal na het aantreden van het nieuwe kabinet wel eens lager zou kunnen uitvallen? 4. Op basis van welke verwachtingen is de behoeftestelling van de M6.5softwaremodificatie F-16 gebaseerd? In 2007 is besloten 54 F-16's de M6-softwaremodificatie te laten ondergaan (Kamerstuk 26 488, nr. 62 van 3 oktober 2007). Ook kon een testtoestel zonder extra kosten worden aangepast. Het aantal te modificeren toestellen is in 2007 beperkt tot 55 vanwege budgettaire beperkingen en op grond van de toenmalige inzichten over de planning van de F-16 vervanging. Het rendement van een investering in meer toestellen werd destijds als onvoldoende beschouwd. Inmiddels zijn de vooruitzichten voor de vervanging van de F-16 gewijzigd. De brief van 23 september jl. (kenmerk BS/2010031348) gaat hier nader op in. Zoals gemeld in bijlage 2 bij de jaarrapportage van het project Vervanging F-16 over 2009 is tot op heden het uitgangspunt dat de laatste F-16's in 2021 buiten dienst worden gesteld (Kamer stuk 26 488, nr. 232). Het is aan een nieuw kabinet verdere besluiten te nemen over het project Vervanging F-16. Het heeft grote nadelen om van een wapensysteem verschillende versies in bedrijf te hebben. In het bijzonder bij vliegtuigen zijn vliegers en onderhoudspersoneel niet zonder meer inzetbaar voor toestellen met een afwijkende modificatiestandaard. Verder wordt de instandhouding van de toestellen complexer. Daarnaast kunnen toestellen met verschillende modificatiestandaarden niet altijd samen aan operationele missies deelnemen en levert dit operationele beperkingen op. Het verdient daarom de voorkeur de toestellen zoveel mogelijk op dezelfde modificatiestandaard te houden. Met de M6.5-softwaremodificatie wordt geanticipeerd op ontwikkelingen en veranderende eisen ten aanzien van netwerksystemen, de operationele inzet van wapens, overlevingskansen, vliegveiligheid en het voorkómen van nevenschade. Verder worden enkele onvolkomenheden van eerdere softwaremodificaties herstel d.

Ik kan niet vooruitlopen op de besluitvorming door een nieuw kabinet over aantallen F-16's. Om flexibiliteit te behouden voor toekomstige besluitvorming is gekozen voor de verwerving van 75 softwarepakketten met een optie voor twaalf extra pakketten. 3. Bent u bereid de M6.5-modificatie te beperken tot 54 toestellen, met een optie op een aantal extra toestellen? Hoeveel kan hiermee bespaard worden ten opzichte van uw huidige voornemen om 75 toestellen te modificeren? 7. Kunt u uiteenzetten welke internationale afspraken er precies gemaakt zijn en met welke partners inzake deelname aan het project M6.5 softwaremodificatie voor de F-16? Nederland doet ten behoeve van de instandhouding en modernisering van de F16's mee aan het Multinational Fighter Program (MNFP). In dit programma werken België, Denemarken, Nederland, Noorwegen, Portugal en de Verenigde Staten samen bij de periodieke modificatie van hun F-16's. De deelnemende landen behouden zoveel mogelijk gelijke configuraties van software en hardware. Daarmee blijft de interoperabiliteit tussen de aangesloten F-16 gebruikers gewaarborgd. Verder levert dit kostenvoordelen op bij de instandhouding van de toestellen. De kosten van het modificatieprogramma worden verdeeld over de deelnemende landen aan de hand van het aantal pakketten dat zij verwerven. Een verlaging van het Nederlandse aantal leidt tot een hogere stuksprijs waardoor de kosten voor de andere landen stijgen. Dit kan voor andere landen aanleiding zijn hun aantallen of zelfs hun deelneming te heroverwegen, waardoor de stuksprijs verder stijgt en Nederland op zijn beurt uiteindelijk minder toestellen kan modificeren voor het beschikbare projectbudget. Op grond van informatie uit het internationale overleg zou een bestelling van 55 softwarepakketten naar verwachting ten minste even duur zijn als wanneer 75 vliegtuigen worden voorzien van de M6.5-softwaremodificatie. De deelnemende landen hebben voorlopige afspraken gemaakt over de inhoud van de mod ificatie en over het aantal te verwerven pakketten. Eind mei heeft Defensie de MNFP-partners laten weten in beginsel aan de modificatie te willen deelnemen, onder voorbehoud van politieke goedkeuring. Uiterlijk midden oktober zal Nederland zijn deelneming moeten bevestigen met het oog op MNFPbesluitvorming begin november. 5. Is het mogelijk om meer F-16's te voorzien van updates aangezien een nieuwe regering niet besluit over te gaan tot aanschaf van de F-35? Ja, die mogelijkheid is aanwezig. Aangezien is gekozen voor de verwerving van 75 pakketten met een optie op nog eens twaalf, kan desgewenst de gehele vloot van 87 F-16's worden gemodificeerd. Over de uitoefening van de optie voor twaalf extra toestellen kan later worden besloten.

6. Wordt de Kamer geïnformeerd bij eventuele overschrijdingen van het budget? Na de mandatering van het project aan de Defensie Materieel Organisatie (DMO) zal de Kamer jaarlijks met de begroting en het Materieel Projectenoverzicht (MPO) worden geïnformeerd over de voortgang van het project, met inbegrip van de financiële aspecten. Indien ontwikkelingen bij het project daartoe aanleiding geven, zal de Kamer daarover ook afzonderlijk worden geïnformeerd. 8. Zijn er compensatieafspraken gemaakt betreffende het project M6.5 softwaremodificatie voor de F-16? Met welke bedrijven en wat zijn de ervaringen met deze bedrijven op dit gebied? 9. Wanneer zal de Kamer worden geïnformeerd over de concrete invulling van de compensatieafspraken inzake het project M6.5 softwaremodificatie voor de F-16? 10. Welke verplichtingen inzake gemaakte compensatieafspraken staan nog open? Met welke bedrijven zijn deze verplichtingen aangegaan en om welke redenen zijn deze nog niet voldaan? De M6.5-softwar emodificatie F-16 komt in aanmerking voor compensatie. In de behoeftestellingsfase (A-fase) van een project is dit echter nog niet aan de orde. Na de goedkeuring van de behoefte voor dit project treedt Defensie in overleg met het ministerie van Economische Zaken. Dit ministerie zal zorgdragen voor de afspraken met betrekking tot de compensatie, in dit geval met de fabrikant Lockheed Martin. De Kamer wordt iedere twee jaar geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de compensatieverplichtingen en het compensatiebeleid. De laatste keer dat de Kamer hierover is geïnformeerd was met de brief van 30 juni 2009 (Kamerstuk 26 231, nr. 71). Het betrof de resultaten van de jaren 2007 en 2008. Momenteel is voorzien dat de Kamer in 2011 wordt geïnformeerd over de resultaten van de jaren 2009 en 2010.